Plan: | De Engh-Mezenlaan 19 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0381.BP2010B001006-oh01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder welke geen opmerkingen had op de paragraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld. De overige nota's hebben een dermate hoog abstractieniveau dat relevantie voor het plangebied ontbreekt.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) haar drie hoofdtaken zorg voor veiligheid achter de dijken, zorg voor voldoende water en zorg voor schoon water. Daarnaast voert AGV in zijn beheersgebied taken uit die de waterschappen aanduiden als maatschappelijke neventaken. Voor AGV zijn dat vaarweg- en nautisch beheer, faciliteren van het recreatief medegebruik van wateren en dijken, zorg voor natuurwaarden en bevordering van cultuurhistorische, landschappelijke, en architectonische waarden. De beleidsvoorbereidende, uitvoerende en administratieve taken heeft AGV opgedragen aan de stichting Waternet. Dit waterbeheerplan gaat over de waterschapstaken van AGV, waarbij AGV wel steeds het oog houdt op de samenhang van deze taken met het geheel van waterketen- en watersysteemtaken, ofwel de watercyclus. Tevens geeft dit waterbeheerplan aan de opgaven vanuit de KRW en vanuit het Nationaal Bestuurakkoord Water (NBW-actueel).
In de Handleiding Watertoets & Vergunningverlening uit 2003 van het Hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het Hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt. In hooggelegen infiltratiegebieden geldt geen verplichting tot de aanleg van open water als compensatie voor toename van verhard oppervlak. In plaats daarvan dient de initiatiefnemer voldoende tijdelijk bergend oppervlak te creëren en daarnaast voorzieningen waarmee schoon regenwater in de ondergrond kan infiltreren. Verder is op dit moment het Handboek Hemelwater van toepassing.
Gemeentelijk beleid
De gemeenten Bussum, Naarden en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht hebben een Waterplan Naarden-Bussum 2002-2012 (2002) opgesteld, dat invulling geeft aan de gemeenschappelijke visie voor een integraler en duurzamer stedelijk waterbeheer. Water dient meer als ordenend principe te worden toegepast in ruimtelijke plannen binnen het stedelijk gebied. Het streven is om knelpunten met betrekking tot zowel waterkwaliteit en waterkwantiteit (zoals riooloverstorten, slechte waterkwaliteit, grondwateroverlast en te weinig ecologische waarden) op een duurzame wijze op te lossen. Speerpunten in het stedelijk waterplan zijn:
Huidige situatie
Het plangebied ligt in het oosten van de gemeente Bussum, ingeklemd tussen de rijksweg A1, de Nachtegaallaan en de Ceintuurbaan. Momenteel bestaat het plangebied uit bebouwing, verharding en groen.
Bodem en grondwater
De maaiveldhoogte bedraagt circa NAP + 12 m en de bodem bestaat uit zand (uitlopers van de Gooise stuwwal). Volgens de Bodemkaart van Nederland geldt in het plangebied grondwatertrap VII. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier van nature tussen 0,8 m en 1,4 m beneden het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 1,6 m beneden het maaiveld ligt.
Waterkwantiteit
Het grondwater stroomt vanaf de Gooise stuwwal naar het lager gelegen Vechtplassengebied. Het plangebied bevindt zich in een infiltratiegebied. Het plangebied watert onder vrij verval af en is vrijgesteld van peilbesluiten. In het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater en ook geen waterkeringen.
Waterkwaliteit
In het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen. Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterbeschermingsgebied.
Veiligheid en waterkeringen
In het plangebied is geen primaire waterkering aanwezig.
Afvalwater en riolering
Het plangebied en omgeving is voorzien van een gemengd rioolstelsel. Het afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Horstermeer, waarvan het effluent geloosd wordt op de Vecht. Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan maakt een functiewijziging van Wonen naar Maatschappelijk mogelijk. Het betreft slechts een functiewijziging en een interne verbowuing. Van nieuwbouw of sloop is geen sprake. Er treden daarom geen veranderingen op in het waterhuishoudkundige systeem ter plekke.
Per 1 september 2010 is de verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in werking getreden. In deze verordening zijn gebieden aangegeven waarin het verboden is de hemelwaterafvoerleiding aan te sluiten óf aangesloten te houden op de openbare vuilwaterriolering. De plicht tot afkoppelen (artikel 2 ) biedt de mogelijkheid de eigenaar van het betreffende bouwwerk te dwingen de hemelwaterafvoer los te koppelen van het vuilwaterriool. Het artikel treed pas in werking nadat met betrekking tot de riolering in een bepaalde kern, buurt, wijk of straat een situatie is ingetreden, waardoor het naar oordeel van de rioolbeheerder nodig wordt het loskoppelen en het op een andere wijze afvoeren van hemelwater te verlangen. De plicht tot afkoppelen is niet beperkt tot het bouwwerk, maar betreft ook het open erf of terrein (goten en putten die zijn aangebracht in ondermeer het terras, oprit en parkeerterrein. De rioolbeheerder kan de wijze bepalen waarop het afkoppelen plaatsvindt. Het plangebied valt binnen de aangewezen gebieden. Indien mogelijk dient hemelwater afgekoppeld te worden.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.