direct naar inhoud van Artikel 8 Kantoor
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01

Artikel 8 Kantoor

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gezondsheidszorg': ook voor gezondheidszorg;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': ook voor het wonen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': ook voor behoud van de stedenbouwkundige, architectonische en/of cultuurhistorische waarde van gebouwen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

8.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'erf';
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte, indien geen maximale bouwhoogte is aangegeven geldt dat de bouwhoogte ten hoogste de goothoogte + 5 m mag bedragen;
  • e. de goothoogte zoals aangegeven mag worden overschreden door kappen, topgevels, wolfseinden, dakkapellen en ondergeschikte bouwdelen;
  • f. voor overschrijding van de goothoogte van hoofdgebouwen door dakkapellen geldt dat:
    • 1. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 2. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mogen de voorgevel en de zijgevels voor zover gelegen binnen een afstand van 1 m tot de voorgevel, niet worden veranderd en mogen gebouwen niet worden uitgebreid aan de voorgevel en aan de zijgevels voor zover gelegen binnen een afstand van 1 m tot de voorgevel;
  • h. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

8.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan op gronden met en zonder de aanduiding 'erf';
  • c. de afstand van aan- en uitbouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
  • d. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt 0 of ten minste 1 m;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • h. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • i. de bouwhoogte van overkappingen betreft ten hoogste 3 m;
  • j. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m²;
  • k. in afwijking van het bepaalde onder j bedraagt de maximale oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' ten hoogste 75 m² indien het zij- en achtererf tenminste 250 m² bedraagt;

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen op het zijerf op een afstand van tenminste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel en tenminste 0,6 m van de weg of openbaar groen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen op het achtererf bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 1 m;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 8.2.1 onder g, met dien verstande dat:

  • a. de stedenbouwkundige, architectonische of de cultuurhistorische waarden van het gebouw niet mogen worden aangetast;
  • b. met betrekking tot het bepaalde onder a van dit lid vooraf advies is ingewonnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt dat het gebruik van gronden voor meer woningen dan bestaand niet is toegestaan.

8.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
8.5.1 Sloopverbod zonder vergunning

Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' te slopen.

8.5.2 Uitzonderingen op het sloopverbod

Het verbod als bedoeld in lid 8.5.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:

  • a. ingevolge een aanschrijving van het bevoegd gezag ingevolge Hoofdstuk III van de Woningwet;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

8.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.5.1 kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag het niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd.