direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01

Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • b. ambachtelijke bedrijvigheid voor zover dit onlosmakelijk samenhangt met de toegestane detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • c. publieksgerichte dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • d. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
  • e. wonen, uitsluitend op de verdiepingen en uitsluitend in het hoofdgebouw, met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1 tot en met 3': ook voor een horeca-activiteit zoals hierna in de tabel genoemd, uit de ten hoogste voor de horeca-activiteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Horeca-activiteiten:

aanduiding   horeca-activiteit   uit ten hoogste horecacategorie  
specifieke vorm van horeca-1   afhaalrestaurant, snackbar   3  
specifieke vorm van horeca-2   café, restaurant, zalencentrum   4  
specifieke vorm van horeca-3   zalencentrum, partycentrum   5  

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': ook voor het wonen op de begane grond;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel'; ook voor detailhandel op de verdieping;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'; ook voor behoud van de stedenbouwkundige, architectonische en/of cultuurhistorische waarde van gebouwen;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Hoofdgebouw
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde in dit lid onder a is ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' buiten het bouwvlak een ondergrondse parkeergarage toegestaan;
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen zoals aangegeven mag worden overschreden door kappen, topgevels, wolfseinden, dakkapellen en ondergeschikte bouwdelen;
  • e. voor overschrijding van de goothoogte van hoofdgebouwen door dakkapellen geldt dat:
    • 1. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 2. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • f. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de aangegeven goothoogte + 5 m;
  • g. de diepte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 15 m; indien de bestaande diepte dieper is dan 15 m, dan geldt de bestaande diepte als maximum diepte;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' mogen de voorgevel en de zijgevels van hoofdgebouwen voor zover gelegen binnen een afstand van 1 m tot de voorgevel, niet worden veranderd en mogen gebouwen niet worden uitgebreid aan de voorgevel en aan de zijgevels voor zover gelegen binnen een afstand van 1 m tot de voorgevel.

4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
  • c. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot perceelsgrenzen bedraagt 0 of ten minste 1 m;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • g. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • h. de bouwhoogte van overkappingen betreft ten hoogste 3 m.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 4.2.1 onder h, met dien verstande dat:

  • a. de stedenbouwkundige, architectonische of de cultuurhistorische waarden van het gebouw niet mogen worden aangetast;
  • b. met betrekking tot het bepaalde onder a van dit lid vooraf advies is ingewonnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • c. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
  • d. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 4.1:

  • a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om horecabedrijven toe te laten in een hogere categorie dan in lid 4.1 genoemd, voor zover in overeenstemming met het Horecabeleid Bussum 2013-2018 d.d. 11 december 2012;
  • c. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • d. om horecabedrijven toe te staan op andere locaties dan in lid 4.1. bepaald, voor zover in overeenstemming met het Horecabeleid Bussum 2013-2018 d.d. 11 december 2012.

4.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
4.6.1 Sloopverbod zonder vergunning

Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' te slopen.

4.6.2 Uitzonderingen op het sloopverbod

Het verbod als bedoeld in lid 4.6.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:

  • a. ingevolge een aanschrijving van het bevoegd gezag ingevolge Hoofdstuk III van de Woningwet;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

4.6.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.6.1 kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag het niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd.