direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2009B006001-va01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. bedrijven tot en met categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': ook voor volumineuze detailhandel;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': ook voor kantoren;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': ook voor logopedische voorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend nutsvoorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf-1 tot en met 5': ook voor een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit de ten hoogste voor de bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging':

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf-1   203, 204, 205, 2010.1   B2  
specifieke vorm van bedrijf-2   711   B2  
specifieke vorm van bedrijf-3   2851.1   B2  
specifieke vorm van bedrijf-4   284   B2  
specifieke vorm van bedrijf-5   1589   -  
specifieke vorm van bedrijf-6   6024   C  

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garage/werkplaats: uitsluitend een garage/werkplaats en kantoren op de verdieping;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen': ook voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, met daarbij behorende andere detailhandel;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': ook voor het wonen;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de goothoogte zoals aangegeven mag worden overschreden door kappen, topgevels, wolfseinden, dakkapellen en ondergeschikte bouwdelen;
  • d. voor overschrijding van de goothoogte van hoofdgebouwen door dakkapellen geldt dat:
    • 1. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 2. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de aangegeven goothoogte + 5 m;
  • f. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' bedraagt de bouwhoogte van een overkapping ten hoogste 6 m;
  • h. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • i. gebouwen en overkappingen dienen in of ten minste 1 m uit de erfafscheiding te worden gebouwd;
  • j. indien gebouwen worden afgedekt met een kap bedraagt de hellingshoek ten minste 30° en ten hoogste 45°;
  • k. indien de maximale bouwhoogte niet is aangegeven bedraagt de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste de aangegeven goothoogte + 3 m;
  • l. per bedrijf is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan;
  • m. de inhoud van een (bedrijfs)woning bedraagt ten hoogste 500 m³.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. (bedrijfs)woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wonen' waarbij het gebruik voor meer woningen dan het bestaande aantal niet is toegestaan;
  • g. autowasstraten zijn niet toegestaan;
  • h. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', die meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' bedraagt de kantoorvloeroppervlakte ten hoogste 750 m²;
  • j. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 125 m².

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.4.2 Afwijken ten behoeve van autowasstraten

Het bevoegd gezag kan afwijken van lid 3.3 sub g teneinde een wasstraat toe te staan mits aan de bouwregels kan worden voldaan, er sprake is van ene goede verkeersfwikkeling en voorts geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen.