Plan: | Park Vogelenzang |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0377.PARKVOGELENZANG-VG01 |
Het bestemmingsplan 'Park Vogelenzang' met identificatienummer NL.IMRO.0377.PARKVOGELENZANG-VG01 van de gemeente Bloemendaal.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis, met behoud van de woonfunctie door de hoofdbewoner en eventueel personeel kan worden uitgeoefend, zoals een kapsalon of schoonheidssalon; evenwel met uitzondering van een seksinrichting.
Een dienstverlenend beroep, dat door de hoofdbewoner in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en waarbij de ruimtelijke uitstraling met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris of advocaat; evenwel met uitzondering van prostitutie.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneen gebouwde woningen.
de lijn waarin de achtergevel is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, danwel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw, zonder bijbehorende bouwwerken.
de aan een gebied toegekende waarde gebaseerd op de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
Werkplaats van een beeldend kunstenaar.
Op de verdieping gelegen buitenruimte, bevestigd aan of uitstekend uit de buitenmuur van een gebouw en voorzien van een balustrade of borstwering.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
Kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is een aan het wonen ondergeschikte functie, gevestigd in een woonhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
Het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
Een rioolstelsel/bassin dat bijvoorbeeld bij langdurige neerslag het regenwater opslaat als de huidige riolering het niet aan kan.
Bijbehorend bouwwerk in de vorm van bergruimte bij een woning die bedoeld is voor het stallen van fietsen of motorvoertuigen, alsmede als opslagplaats ten behoeve van huishoudelijk gebruik;
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; carports en overkappingen inbegrepen.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolder en kelder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Een historisch (land)huis met bijbehorende bouwwerken, dat samen met eventuele bijbehorende bouwwerken één geheel vormt met de omliggende tuinen of parkaanleg.
Een bouwwerk dat, voorzien van een dak en ten hoogste twee wanden, door zijn plaatsing, indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor het stallen van motorvoertuigen.
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
Verblijf buitenshuis voor recreatieve doeleinden dat hoofdzakelijk plaatsvindt tussen zonsopgang en zonsondergang, zonder overnachting.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Een buitenruimte op het platte dak van een gebouw of gebouwdeel, voorzien van een balustrade of een borstwering.
Eén hellend vlak in een dak.
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waaronder begrepen de opslag, uitstalling, verkoop en levering ter plaatse van goederen, alsmede vergelijkbare bedrijfsmatige persoonlijke dienstverlening.
Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, waaronder begrepen het dak, die bestaat uit:
De bouwlaag op de begane grond van een hoofdgebouw, niet zijnde een souterrain of kelder.
Op de begane grond gelegen woning met tenminste één zijgevel waarnaast een zijtuin of een openbaar gebied is gelegen, niet zijnde een twee-aaneengesloten woning.
Gebied ten behoeve van erfbebouwing.
Functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en door zijn ligging, constructie en afmetingen daaraan ondergeschikt, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken.
Een ondergeschikte uitbouw aan de voor of zijkant van de woning die strekt ter vergroting van het woongenot. Een erker is aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas.
Het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
Een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, of een betoging, samenkomst of vergadering als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.
Die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, paardrijden, (water)fietsen en kanoën.
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder, rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
Een woning die door middel van een bijbehorend bouwwerk is geschakeld aan de naastgelegen woning.
Een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat al dan niet met daarbij behorende bergingen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
Verharding met een waterdoorlatende oppervlaktestructuur, zoals kiezel, grind, schelpen en/of gemalen baksteen alsmede vergelijkbare losse materialen.
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn architectonische verschijningsvorm en functie als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
Bouwwerk ten behoeve van het opslaan van hooi, dan wel een voormalig bouwwerk ten behoeve van de opslag van hooi welke de functie van bijgebouw heeft verkregen;
Het bedrijfsmatig bereiden en verstrekken van maaltijden of etenswaren voor directe consumptie en schenken van drank, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verstrekken van logies of exploiteren van een dansgelegenheid.
Eén of meer personen die in vast verband samenleven en waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling van de personen en van onderlinge verbondenheid.
Een zorginstelling, waarbij de cliënten overnachten in de instelling waar ze de zorg krijgen.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Gebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden, zoals het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken, of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
Gronden die bij elkaar horen, omdat zij aan elkaar grenzen en in het gebruik een eenheid vormen doordat zij uitsluitend bij dezelfde woning behoren.
De grens van een kavel.
Een ruimte in een gebouw die nagenoeg geheel onder het maaiveld of ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen souterrain verstaan).
Een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het in de volle grond kweken van sierteeltgewassen (bomen, heesters, planten of bloemen).
Een ruimtelijke eenheid die als zodanig is ontwikkeld en die als bedrijfsvorm – gericht op instandhouding en verdere ontwikkeling – wordt beheerd. Hierbij is sprake van één of meer grondgebruikvormen, functies en/of waarden, zoals landbouw, bosbouw, wonen, recreatie, natuur, landschap en cultuurhistorie.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet levende en levende natuur.
De gemiddelde hoogte van het terrein, grenzende aan het bouwwerk, op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
Commerciële en niet-commerciële educatieve, sociale, medische, culturele, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, alsook ondersteunende horeca, detailhandel, sport en recreatieve voorzieningen ten dienste van deze voorzieningen.
Een als zodanig aangegeven aanduiding ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak, met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik.
De lijn loodrecht op de zijgevel van een hoofdgebouw vanaf het punt halverwege de zijgevel van het betreffende hoofdgebouw.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
Een ondergeschikte functie mag een omvang hebben van niet meer dan 30% van bedrijfsvloeroppervlakte of 30% van de vloeroppervlakte van de bebouwing.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil.
Een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar bezoekers van de hoofdfunctie ter plaatse drank en etenswaren kunnen nuttigen.
Een bouwwerk omsloten door maximaal twee wanden en voorzien van een gesloten dak.
Elke, al dan niet overdekte, stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
Een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling.
Het gebruik van een recreatiewoning of een kampeermiddel als hoofdverblijf.
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
Een zelfstandige woning, die wordt verhuurd met een rekenhuur die niet hoger is dan de huurtoeslaggrens.
Een ruimte in een gebouw die gedeeltelijk onder het maaiveld of ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen kelder verstaan).
Openbaar toegankelijke voorziening bestaande uit één of meer speeltoestellen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, met de daarbij behorende voorzieningen.
Een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt.
De op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bushokjes, verkeersborden, straatverlichting, parkeermeters, zitbanken, bloembakken, reclamezuilen, fietsenstallingen, glas, papier en vuilniscontainers.
Een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding drank-etenswaren kunnen worden genuttigd.
Een woning die aangesloten aan andere huizen is gebouwd en zich niet op een hoek bevindt.
Een woning waarbij één zijgevel tevens de scheidingsmuur is van de naastgelegen woning.
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Park Vogelenzang'.
De totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte binnen een gebouw, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.
Eén of meer naar de weg gekeerde gevels van een (hoofd)gebouw.
De lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
De ten hoogste toelaatbare waarde voor de geluidbelasting vanwege een weg, spoorweg of industrieterrein, zoals die rechtstreeks is toegestaan op grond van de Wet geluidhinder of het Besluit geluidhinder.
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, waterbeheer, afvalinzameling, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
Een woning zonder gemeenschappelijke wand(en) met een andere woning.
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer en -afvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
Indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Het bewonen van een woning door niet meer dan één huishouden.
Een ruimte of complex van ruimten bestemd om te wonen, die beschikt over een eigen voordeur, douche, wc en keuken, niet zijnde een wooneenheid in een intramurale zorginstelling.
De bovenste verdieping onder het schuine dak van een gebouw, welke meestal wordt gebruikt als berging.
Inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 2.1, sub 3, van het Besluit omgevingsrecht.
Een hotelvoorziening waar gasten op maat verzorgende, verpleegkundige en/of paramedische zorg en begeleiding kunnen krijgen, gericht op kortdurend verblijf van gasten die geen volledige, continue zorg meer nodig hebben.
Een afdekking van het zwembad ter voorkoming van warmteverlies, bevriezing, het invallen van bladeren en dergelijke, in de vorm van een zeil of een beweegbare constructie.
De wijze van meten volgens het Bouwbesluit is leidend. Wanneer het Bouwbesluit geen uitsluitsel geeft, zijn de volgende regels van toepassing op de wijze van meten:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. De goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst is.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken, met inbegrip van erkers en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, trappenhuizen, liftkokers, installaties t.b.v. het reinigen van het gebouw (glazen wassen) en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/ of buitenzijde van de constructie van een ondergronds bouwwerk, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Het bebouwd grondoppervlak wordt gemeten tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en/ of de buitenzijde van de constructie van een ondergronds bouwwerk die de betreffende ruimte(n) omhullen.
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
De diepte van een gebouw, gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
Gemeten tussen de buitenkanten van twee tegenover elkaar gelegen zijgevels van hetzelfde gebouw.
Tussen de bovenkant van het dak en het hoogste punt van de dakterrasafscheiding.
Tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping/carport, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping/carport.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) verbeelding.
De op de verbeelding voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn de in lid 3.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor horeca-activiteiten in de categorieën horeca 1, 2 en 3, zoals beschreven in de Staat van Horeca-activiteiten en daarbij behorende terrassen. Horeca-activiteiten in de categorieën horeca 1 en 2 zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' zijn de in lid 3.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen.op de begane grond. De bedrijfsmatige activiteiten zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorghotel' zijn de in lid 3.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een zorghotel.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' zijn geen woningen toegestaan.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 voor de bouw van erf- en terreinafscheidingen met een grotere hoogte, met inachtneming van het volgende:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 3.1.
Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Binnen ateliers is ondersteunende horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Productiegebonden detailhandel is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De op de verbeelding voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' zijn de gronden tevens bestemd voor wegen ten dienste van bestemmingsverkeer.
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zijn de gronden mede bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke waarden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor de bouw van een ondergronds bergbezinkbassin met een daarbij behorend gebouw met een maximaal bebouwd grondoppervlak van 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter ten behoeve van de regulering van overmatige neerslag.
Afwijken als bedoeld in lid 4.4.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 advies in bij één of meer ter zake deskundigen.
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 4.5.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 4.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De op de verbeelding voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven. Bij een bebouwingspercentage van 100% mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen/woningen kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – trillingsreducerende maatregelen' alleen worden verleend wanneer er is aangetoond dat een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd met betrekking tot het aspect trillinghinder vanwege spoorverkeer.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder b van de op de verbeelding aangegeven goothoogte voor het toestaan van een extra bouwlaag, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2.3 voor de bouw van erf- en terreinafscheidingen met een grotere hoogte, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan voor de gronden met de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied' de bestemming 'Maatschappelijk' wijzigen in de bestemming 'Woongebied', met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 5.6.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 5.6.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De op de verbeelding voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 voor de bouw van erf- en terreinafscheidingen met een grotere hoogte, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder lid 6.2.2 sub e voor het bouwen van een open zwembad bij een woning, waarbij;
De op de verbeelding voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'langzaam verkeer' mogen de in lid 7.1.1 bedoelde gronden uitsluitend worden gebruikt door langzaam verkeer en (gemotoriseerd) bestemmingsverkeer.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor de bouw van een ondergronds bergbezinkbassin met een daarbij behorend gebouw met een maximaal bebouwd grondoppervlak van 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter ten behoeve van de regulering van overmatige neerslag.
Afwijken als bedoeld in lid 7.3.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 advies in bij één of meer ter zake deskundigen.
De op de verbeelding voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend gebouwen met een maximum oppervlakte van 5 m² en een bouwhoogte van maximaal 2,5 meter ten behoeve van de waterhuishouding mogen worden gebouwd.
Op of in deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
Het is verboden of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld bij 8.3.1 is niet van toepassing op werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 8.3.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 onder c van de op de verbeelding aangegeven goothoogte voor het toestaan van een terug liggende extra bouwlaag, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 9.2.3 voor de bouw van erf- en terreinafscheidingen met een grotere hoogte, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 9.2.3 onder f voor het bouwen van een open zwembad, waarbij:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 9.2.3 onder g voor de bouw en aanleg van een tennisbaan, mits:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 9.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.5.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorg en welzijn' zijn de gronden tevens bestemd voor zorg en welzijn.
Ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting uitgesloten' zijn geen inritten toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'centrale as' dient een langzaam verkeersverbinding te worden gerealiseerd tussen de bestemmingen 'Verkeer' aan de noordzijde en 'Groen' aan de zuidzijde, evenwijdig aan de grens van het aanduidingsvlak.
Het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende algemene bepalingen:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden op het bouwperceel de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
met dien verstande dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minimaal 3 m bedraagt;
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is het parkeren in of onder het hoofdgebouw of ondergronds buiten het hoofdgebouw toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – trillingsreducerende maatregelen' alleen worden verleend wanneer er is aangetoond dat een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd met betrekking tot het aspect trillinghinder vanwege spoorverkeer.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 10.2.3 onder e van de op de verbeelding aangegeven goothoogte voor het toestaan van een extra bouwlaag, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 onder g van de op de verbeelding aangegeven maximum aantal wooneenheden, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 10.2.4 onder b voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken op hoeksituatie naast de zijgevel op een afstand van minder dan 3 m uit de zijdelingse bouwperceelsgrens, wanneer tussen het perceel en het openbaar toegankelijk gebied met een verkeersfunctie een permanente groenstrook aanwezig is, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 10.2.7 voor de bouw van erf- en terreinafscheidingen met een grotere hoogte, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 10.2.7 onder h voor het bouwen van een open zwembad, waarbij:
Binnen de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 10.5.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 10.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 10.7.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.7.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 10.7.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 30 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 11.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 11.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 11.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 11.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het bepaalde onder 11.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' op de verbeelding te doen vervallen, indien uit nader onderzoek is gebleken, dat, hetzij geen sprake is van een gebied met archeologische waarde, hetzij handhaving van de bestemming niet langer noodzakelijk wordt geacht.
De voor 'Waarde - Gemeentelijk monument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud, de bescherming en de versterking van de waardevolle ruimtelijke structuur, de cultuurhistorisch waardevolle (groen)elementen en het historische bebouwingsbeeld.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van gebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken, voor zover dit noodzakelijk is voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 12.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 12.3.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de beoogde waardevolle ruimtelijke structuur, de cultuurhistorisch waardevolle (groen)elementen en het historische bebouwingsbeeld die door het plan worden beschermd, niet onevenredig worden aangetast.
Het bevoegd gezag verleent uitsluitend de vergunning zoals bedoeld in artikel 12.3.1 nadat advies bij een ter zake deskundige is ingewonnen.
De voor 'Waarde - Monumentale bomen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en de bescherming van monumentale bomen.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 13.2, mits de bouwactiviteiten geen onevenredige nadelige effecten hebben voor de levensverwachting en de ruimtelijke, monumentale of landschappelijke betekenis van de ter plaatse aanwezige boom.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 13.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde onder 13.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:
In het geval van vellen of rooien, uitgezonderd het periodiek vellen van hakhout, moet ter compensatie een nieuwe boom van vergelijkbare klasse worden geplant.
Het bevoegd gezag verleent uitsluitend de vergunning zoals bedoeld in artikel 13.4.1 indien en voor zover deze geen ontoelaatbare schade toebrengen aan de bestaande bomen. Ten aanzien van deze werkzaamheden wordt vooraf een boomdeskundig advies ingewonnen.
Het gebruik op grond van de regels in hoofdstuk 2 (oprichting van een bouwwerk, verandering van functie of uitbreiding van bestaand gebruik) is slechts toegestaan als:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden wordt slechts verleend nadat vaststaat dat geen overtreding van de Wet natuurbescherming optreedt dan wel met een ontheffing en zonodig door het nemen van maatregelen kan worden voldaan aan de bepalingen van de Wet natuurbescherming.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het aantal wooneenheden binnen de bestemmingen 'Woongebied' en 'Gemengd' bedraagt maximaal 250.
Van het totale aantal (te bouwen) woningen binnen het plangebied dient ten minste een derde deel te worden gebouwd (en gebruikt) als sociale huurwoningen, en in stand te worden gehouden.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Indien de bestaande, onherroepelijk vergunde goothoogte dan wel de bestaande, onherroepelijk vergunde bouwhoogte van hoofdgebouwen meer bedraagt dan de op de verbeelding aangegeven hoogte, mag de afwijking niet worden vergroot, anders dan genoemd in artikel 19.
Indien het oppervlak aan bestaande, onherroepelijk vergunde bijbehorende bouwwerken meer bedraagt dan het oppervlak dat op de verbeelding is aangegeven, mag de afwijking niet worden vergroot.
Indien de bouwhoogte van bestaande, onherroepelijk vergunde erf- en terreinafscheidingen meer bedraagt dan in de bouwregels is bepaald, dan mag de afwijking niet worden vergroot.
Bestaande, onherroepelijk vergunde zwembaden en tennisbanen mogen worden gehandhaafd maar niet worden vergroot.
De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:
Vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden opgericht en mogen de voor dat gebouw toegestane maximale hoogte met niet meer dan 5 meter overschrijden.
Dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties mogen niet hoger zijn dan 3,50 meter, gemeten vanaf bovenkant van de dakconstructie, en mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste laag van het gebouw, waarop zij worden geplaatst.
Overige ondergeschikte dakopbouwen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden opgericht, mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 20% van het bouwvlak en mogen de voor dat gebouw toegestane maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden.
Voor zover de bouwhoogte van bestaande dakopbouwen hoger is dan toegestaan, dan geldt de bestaande hoogte van de dakopbouw ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan, als maximale toegestane bouwhoogte.
Onder gebruik van onbebouwde gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt in ieder geval verstaan:
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1., lid 1 onder c van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsomschrijving.
Het bepaalde in lid 17.1.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
Het gehele plangebied is gelegen binnen het beperkingengebied zoals is aangegeven in het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol 2018 (LIB). Op grond van de Wet Luchtvaart gelden binnen dit gebied beperkingen ten aanzien van de bouw van objecten. Ten aanzien van deze aanwijzing gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan van de in het plan genoemde bepalingen een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen:
Bij de beoordeling van een verzoek om afwijking wordt rekening gehouden met eerder verleende afwijkingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale afwijkingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.
Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking, zoals opgenomen in dit plan, is de in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geregelde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging, zoals opgenomen in dit plan, is de in artikel 3.6a van de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 22.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 22.1 met maximaal 10%.
Lid 22.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daardoor begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Voor het gebruik van overgangsrecht gelden de volgende voorwaarden:
Lid 22.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het "bestemmingsplan Park Vogelenzang".