direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Natuur- en landschapswaarden
Plan: Overveen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.OV2012-vg02

Artikel 4 Agrarisch - Natuur- en landschapswaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch - Natuur- en landschapswaarden ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in de hoofdzaak grond gebonden agrarische bedrijfsvoering;
  • b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurlijke waarden, archeologische en/of landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van de gronden.


met daaraan ondergeschikt:

  • c. openbare nutsvoorzieningen;
  • d. (extensief) recreatief medegebruik;
  • e. infrastructurele voorzieningen;
  • f. wegen en paden;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. tuinen, terreinen en erven;
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,50 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. silo's zijn niet toegestaan buiten het bouwvlak.
4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurlijke waarden, archeologische- en/of landschappelijke- en/of cultuurhistorische waarden van de gronden.
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Strijdig gebruik

Tote een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden;
  • b. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen;
  • c. het aanleggen van waterlopen of waterpartijen, het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen of waterpartijen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse kabels of leidingen;
  • e. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, voor zover de Boswet of de Algemene Plaatselijke Verordening niet van toepassing is;
  • f. het aan- en verplanten van bomen en ander opgaand houtgewas,
  • g. het bodem verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van de grond.
4.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 4.5.1 is niet van toepassing op andere werken die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
4.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
4.5.4 Advies

Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 4.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan de bestemming 'Agrarisch - Natuur- en landschapswaarden' wijzigen in de bestemmingen 'Natuur', met dien verstande dat:

  • a. de inrichting van de gronden tot natuur geen onevenredige belemmering vormt voor het gebruik van de belendende agrarische percelen;
  • b. de ontwikkeling van deze gebieden geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de grondeigenaren;
  • c. het bepaalde in 'Artikel 11' is overeenkomstig van toepassing.