direct naar inhoud van Artikel 23 Water
Plan: Bloemendaal 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.BL2012-ow01

Artikel 23 Water

23.1 Bestemmingsomschrijving
23.1.1 Algemeen

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterlopen en waterpartijen;
  • b. duinrellen;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. de ontwikkeling en het behoud van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;

met daarbij behorende:

  • e. dagrecreatieve voorzieningen;
  • f. bruggen, stuwen, steigers, dammen en/of duikers;
  • g. kades, oevers en groenvoorzieningen.

23.1.2 Kunstobject

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject' zijn de gronden mede bestemd voor een kunstobject.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.

23.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 23.1.1 bedoelde gronden geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.

23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.3.1 Verboden uitvoeren van andere werken

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 23.1.1 werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag:

  • a. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- of ligplaatsen of vlonders;
  • b. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds bestaande taluds;
  • c. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen;
  • d. het bemalen of draineren van de grond, alsmede het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water;
  • e. het verwijderen van waardevolle oever- en watervegetatie, dan wel het verrichten van andere werkzaamheden die een ernstige beschadiging van waardevolle oever- en watervegetatie tot gevolg kunnen hebben;
  • f. het aanleggen van inrichtingen ten behoeve van aan de bestemming ondergeschikte recreatieve voorzieningen.

23.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 23.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

23.3.3 Toelaatbaarheid

Een vergunning als bedoeld in lid 23.3.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van deze gronden.

23.3.4 Advies

Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 23.3.1 advies op bij een ter zake deskundige.