direct naar inhoud van Artikel 21 Tuin - 1
Plan: Bloemendaal 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.BL2012-ow01

Artikel 21 Tuin - 1

21.1 Bestemmingsomschrijving
21.1.1 Algemeen

De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. het behoud en herstel van de natuurlijke en landschappelijke waarden,

met daarbij behorende:

  • c. (toegangs)paden;
  • d. terrassen;
  • e. parkeerplaatsen;
  • f. per perceel één ontsluiting.
21.2 Bouwregels

Ten aanzien van de lid 21.1.1 bedoelde gronden geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die naar de openbare weg zijn gericht mag niet meer dan 1 meter bedragen;
  • b. vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m bedragen, mits de erf- of terreinafscheidingen niet naar de openbare weg zijn gericht;
  • c. de bouwhoogte van toegangshekken voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1,50 m bedragen.
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • f. de bouw van zwembaden en tennisbanen niet is toegestaan;
  • g. het aantal parkeerplaatsen per hoofdgebouw mag ten hoogste 2 bedragen;
  • h. het verhard oppervlak ten behoeve van terrassen ten hoogste 75 m2 mag bedragen.
21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 21.2 onder a ten behoeve van de bouw van een erfafscheiding behalve aan de naar een openbare weg gekeerde zijde, met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m op een afstand van meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet wordt geschaad;

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.4.1 Verboden uitvoeren van andere werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 21.1.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van verhardingen en half verhardingen ten behoeve van parkeerplaatsen met een oppervlak van meer dan 40m²;
  • b. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, voor zover de Boswet of de Algemene Plaatselijke Verordening niet van toepassing zijn;
  • c. het ontginnen, verlagen van de bodem, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond, voor zover de Ontgrondingswet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn.

21.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 21.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

21.4.3 Toelaatbaarheid

Een vergunning als bedoeld in lid 21.4.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.

21.4.4 Advies

Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 21.4.1 advies in bij een ter zake deskundige.