direct naar inhoud van Artikel 29 Algemene afwijkingsregels
Plan: Aerdenhout 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.AE2012-va05

Artikel 29 Algemene afwijkingsregels

29.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan afwijken:

  • a. voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen en wachthuisjes voor verkeersdiensten, mits deze niet groter zijn dan 50 m³ en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
  • b. voor het oprichten van voorzieningen ten dienste van de telecommunicatie of het ontvangen en zenden van radio- en televisiesignalen, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits:
    • 1. de zendinstallatie een masthoogte heeft die boven het maaiveld niet meer bedraagt dan 40 m;
    • 2. de zendinstallatie in de vorm van een transparante constructie wordt gerealiseerd;
    • 3. de zendinstallatie door meerdere operators wordt medegebruikt;
    • 4. de daarbij behorende apparatuurkasten ingepast worden in het landschap;
    • 5. de cultuurhistorische, de natuur- en /of landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. ten aanzien van de in dit plan aangegeven maten en getallen, voor zover deze afwijking niet meer dan 10% bedraagt en met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op het bebouwd grondoppervlak, het bruto vloeroppervlak, de bebouwingspercentages en de aantallen zoals aangegeven op de verbeelding;
  • d. voor de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 1,50 m bedragen en geen vergroting van bestemmings- of bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder c;
  • a. voor het aanpassen van het beloop of het profiel van een weg indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft en de bestemmingsgrens niet meer dan 5 meter wordt overschreden.
29.2 Eerdere afwijkingen

Bij de beoordeling van een verzoek om afwijking wordt rekening gehouden met eerder verleende afwijkingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale afwijkingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.

29.3 Voorwaarden aan het verlenen van afwijking
  • a. de in lid 29.1 genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de in lid 29.1 onder c en d genoemde afwijkingen mogen voorts slechts worden verleend indien zulks in het belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, en hierdoor:
    • 1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. de structurele opzet van het plan hierdoor niet aanmerkelijk zal worden aangetast;
    • 3. het karakter van de bebouwing niet aanmerkelijk wordt aangetast;
    • 4. de cultuurhistorische, de natuur- en /of landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.