direct naar inhoud van Artikel 14 Tuin
Plan: Aerdenhout 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.AE2012-va05

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 Algemeen

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. erkers bij woningen.

14.1.2 Specifieke vorm van tuin - 1

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van tuin - 1" bij tussenwoningen zonder achterpad zijn de gronden tevens bestemd voor fietsenbergingen.

14.1.3 Specifieke vorm van tuin - 2

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van tuin - 2" zijn de gronden tevens bestemd voor dierenverblijven/kassen.

14.1.4 Specifieke vorm van tuin - 3

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van tuin - 3" zijn de gronden tevens bestemd voor dierenverblijven/kassen.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 14.1.1 bedoelde gronden geldt dat:

  • a. ter plaatse van de "specifieke vorm van tuin - 1" geen gebouwen mogen worden gebouwd, met uitzondering van niet meer dan één fietsenberging per tussenwoning waar geen achterpad aanwezig is, waarbij:
    • 1. de grondoppervlakte maximaal 5 m² mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte ten hoogste 1,5 m mag bedragen;
    • 3. tussen het bouwwerk en de weg een groenbuffer dient te worden gerealiseerd waarvan de breedte minimaal 0,5 m dient te bedragen;
  • b. ter plaatse van de "specifieke vorm van tuin - 2" met betrekking tot dierenverblijven/kassen:
    • 1. de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 10 m2;
    • 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
  • c. ter plaatse van de "specifieke vorm van tuin - 2" geen gebouwen mogen worden gebouwd met uitzondering van niet meer dan één fietsenberging per tussenwoning waar geen achterpad aanwezig is, waarbij:
    • 1. de grondoppervlakte maximaal 5 m² mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte ten hoogste 1,5 m mag bedragen;
    • 3. tussen het bouwwerk en de weg een groenbuffer dient te worden gerealiseerd waarvan de breedte minimaal 0,5 m dient te bedragen;
  • d. ter plaatse van de "specifieke vorm van tuin - 3" met betrekking tot dierenverblijven/kassen:
    • 1. de grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 15 m2;
    • 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m;
  • e. een erker mag worden gebouwd aan de voorzijde van een woning, mits:
    • 1. de erker maximaal 1 m voor de voorgevel uitsteekt;
    • 2. de grondoppervlakte niet meer dan 4 m2 bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt, dan wel de hoogte van de1e bouwlaag.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 14.1.1 bedoelde gronden geldt, dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die naar de openbare weg zijn gericht niet meer dan ten hoogste 1 m mag bedragen;
  • b. vanaf 1 m achter de voorgevelrooilijn de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen, mits de erf- of terreinafscheidingen niet naar de openbare weg zijn gericht;
  • c. de bouwhoogte van toegangshekken voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,50 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten niet meer dan 6 m mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • f. de bouw van zwembaden,tennisbanen en carports niet is toegestaan.
14.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het bepaalde in lid 14.2 ten behoeve van:

  • a. een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
14.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 14.2.2 voor het bouwen van een open zwembad. Voor het bouwen van een open zwembad gelden de volgende bepalingen:

  • a. het zwembad dient te zijn gelegen achter de voorgevelrooilijn en minimaal 15 m uit de grens van de weg waarop de voorgevel is georiënteerd;
  • b. tussen het bouwwerk en de perceelsgrens dient een groenbuffer gerealiseerd te worden met een breedte van minimaal 5 m voor percelen met een oppervlakte tot 2.500 m² en een breedte van minimaal 10 m voor percelen met een oppervlakte groter dan 2.500 m²;
  • c. de oppervlakte mag maximaal 4% van de oppervlakte van het perceel bedragen tot een maximum van:
    • 1. 80 m² bij een perceel tot en met 5.000 m²;
    • 2. 110 m² bij een perceel groter dan 5.000 m²;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan het maaiveld;
  • e. de bouwhoogte van de afdekking mag niet meer bedragen dan 0,5 m hoger dan het maaiveld.