Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Geluidsscherm Blaricummermeent
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0376.bpgeluidsscherm-Va01

Toelichting

1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Momenteel is men volop bezig met de bouw en verdere ontwikkeling van woningbouwplannen in de Blaricummermeent. Voor de realisatie van deze woningbouw zijn reeds meerdere uitwerkingsplannen opgesteld. Bij het opstellen van deze plannen is daarbij uitgegaan van het feit dat de voorkeursgrenswaarde als gevolg van het verkeerslawaai van de A27 voor de nieuwe woningen niet wordt overschreden. Hiervoor is een scherm nodig van circa 1.260 meter lang met een hoogte variërend van 7,5 meter.
 
Op dit moment zijn er echter een aantal ontwikkelingen die van invloed zijn op de inpasbaarheid van de voorgenomen geluidsafscherming. Het betreft:
  • voorgenomen plannen van de provincie Noord-Holland voor het realiseren van een HOV-baan ten zuiden van de Stichtseweg. Deze ontwikkeling heeft invloed op de exacte locatie om de geluidsafscherming van de A27 te kunnen realiseren;
  • de ruimtereservering van Rijkswaterstaat voor de toekomstige HOV-baan langs de rijksweg A27 waardoor een deel van de beoogde geluidsafscherming niet gerealiseerd kan worden;
  • de wet- en regelgeving aangaande geluid is gewijzigd als ook de geprognotiseerde aantal verkeersbewegingen met als gevolg dat het oorspronkelijk beoogde scherm niet meer afdoende is.
De realisatie van het geluidsscherm, zoals eerder voorgesteld, is als gevolg van het bovenstaande niet meer mogelijk en leidt ook niet meer tot het gewenste resultaat. Derhalve is de akoestische situatie opnieuw onderzocht. Om te komen tot een passende oplossing zijn vijf mogelijke varianten voor het geluidsscherm onderzocht. Uiteindelijk is gekozen voor een variant waarbij het nieuwe geluidsscherm aansluit op het haakse deel van het bestaande geluidscherm (van de wijk Bijvanck). De Deltazijde wordt in deze variant tevens voorzien van extra stil asfalt.
 
Het realiseren van het aangepaste geluidsscherm leidt er toe dat de voorkeursgrenswaarde door het verkeer op de Rijksweg A27 op een gedeelte van de te realiseren woningen wordt overschreden. Het is derhalve noodzakelijk dat er voor de woningen een hogere waarde wordt vastgesteld. Een vaststelling van een hogere waarde is volgens de systematiek van de Wet geluidhinder altijd gekoppeld aan een ruimtelijk besluit. Om deze reden wordt voorliggend bestemmingsplan opgesteld. In dit bestemmingsplan wordt tevens geborgd dat het geluidsscherm ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt.
1.2 Plangebied
Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan betreft de locatie van het nieuwe geluidsscherm. Dit nieuwe geluidsscherm sluit aan op een reeds bestaand geluidsscherm en ligt ten noordwesten van de A27, ter hoogte van Deelplan B van de Blaricummermeent. De volgende afbeelding toont de ligging van het plangebied. 
 
Ligging plangebied   
1.3 Vigerende plannen
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan 'BlaricummermeentWerkdorp'. Dit bestemmingsplan is op 16 mei 2007 vastgesteld door de raad van de gemeente Blaricum. Aanvullend op dit plan heeft de raad op 15 oktober 2013 de 'Technische herziening BlaricummermeentWerkdorp' vastgesteld. Daarnaast is vallen de gronden van het plangebied binnen het, op 25 mei 2010 vastgestelde, uitwerkingsplan 'BlaricummermeentWerkdorpUitwerkingsplan 1, Bedrijvenpark'.
 
In de vigerende bestemmingsplannen heeft het plangebied de bestemming Bedrijf(sdoeleinden uit te werken). Binnen deze bestemming zijn geluidwerende voorzieningen toegestaan tot een maximale hoogte van 15 meter.
1.4 Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk worden in hoofdstuk 2 de relevante beleidskaders beschreven. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van het initiatief opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt het initiatief inhoudelijk op haalbaarheid getoetst. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens een juridische planbeschrijving gegeven. Tot slot bevat hoofdstuk 6 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan, waarbij de uitkomsten van de inspraak- en overlegmomenten zijn opgenomen.

2 Beleidskader
Voorliggend bestemmingsplan wordt opgesteld voor een geluidsscherm. Een geluidsscherm is dusdanig van aard dat er beperkt raakvlakken zijn met beleidskaders vanuit het Rijk, de provincie en de gemeente. Slechts het 'Routeontwerp Panoramaroute A27' en de 'Nota Geluidbeleid Blaricum' zijn in het kader van voorliggend bestemmingsplan relevant. Derhalve wordt in dit hoofdstuk enkel op deze twee kaders nader ingegaan.
2.1 Routeontwerp Panoramaroute A27
Het RouteontwerpPanoramarouteA27 bevat een inhoudelijke visie op de A27 als Panoramaroute. De visie gaat er vanuit dat de weg te gast is in het landschap. Dit wil zeggen dat panoramische vergezichten op landschappen en steden maximaal ervaren moet kunnen worden. De visie voor de panoramaroute is opgebouwd uit drie componenten: omgeving (vlak), weg (lijn) en contactpunten (punt). Iedere component kent een eigen domein, eigen opdrachtgevers, eigen instrumentarium en een eigen strategie.  
 
Met betrekking tot het geluidsscherm is met name de component 'weg' van belang. Geluidsschermen spelen namelijk een belangrijke rol als het om het wegbeeld gaat. Een typisch A27 geluidsscherm bestaat echter niet. De vormgeving van de geluidsschermen is bijzonder gevarieerd, van strak high tech tot begroeide schermen. Wat opvalt, is dat de meeste recente geluidswerende voorzieningen allemaal grondlichamen zijn die het landschappelijke karakter van de weg versterken.
 
Om het geluidsscherm in het plangebied zo goed mogelijk in te passen in de omgeving is een beeldkwaliteitplan opgesteld. In toelichting hoofdstuk 3 wordt op dit beeldkwaliteitplan nader ingegaan.  
2.2 Nota Geluidbeleid Blaricum
Op 20 maart 2012 is de Nota Geluidbeleid Blaricum vastgesteld door de raad van de gemeente Blaricum. In deze nota wordt aangegeven hoe de gemeente met het aspect geluid omgaat. De nota is vooral bedoeld om de uitgangspunten binnen de gemeentelijke organisatie te verhelderen en ook om het geluidbeleid nog beter te laten aansluiten bij de ambities die de gemeente heeft om een passende geluidkwaliteit te realiseren. De gemeente wil waarborgen dat de geluidbelasting aan de wettelijke randvoorwaarden voldoet en de door haar gewenste geluidniveaus niet worden overschreden. In specifieke situaties is het mogelijk voor het bevoegd gezag, het college van burgemeester en wethouders, gemotiveerd hogere geluidsniveaus toe te staan.
 
Hoofdstuk 7 van de Nota Geluidbeleid ziet toe op de vaststelling van hogere grenswaarden. Hierbij zijn de volgende voorwaarden van toepassing op de voorliggende situatie met nieuwbouw van woningen:
  • er moet sprake zijn van een van de opgesomde ontheffingscriteria;
  • per (stedelijke) weg wordt een hogere grenswaarde van ten hoogste 58 dB vastgesteld;
  • de mogelijkheden voor brond- en overdrachtsmaatregelen om te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde zijn uitgeput;
  • voor een uitbreidingslocatie moet ten minste 90% van de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde;
  • elke wooneenheid dient over tenminste één geluidluwe gevel te beschikken, ook indien er rekening wordt gehouden met cumulatie;
  • in de geluidluwe gevel is tenminste één te openen deel aanwezig.
De gemeente kan, indien er fundamentele en gemotiveerde bezwaren van stedebouwkundige, volkshuisvestelijke of milieuhygiënische aard zijn, bij hoge uitzondering besluiten dat de voorgaande voorwaarden niet gelden. Hiertoe neemt zij een motivering op bij het besluit tot het vaststellen van een hogere waarde. In toelichting paragraaf 4.2 wordt op het aspect geluid nader ingegaan.

3 Initiatief
Ten behoeve van de realisatie van woningen in de Blaricummermeent wordt aansluitend op het bestaande geluidsscherm ten noordwesten van de A27, een nieuw geluidsscherm gerealiseerd. Het nieuwe geluidsscherm krijgt een hoogte van 9,5 meter ten opzichte van NAP. Aan de zijde van de woonwijk ligt het maaiveld op + 2 m NAP waardoor het scherm aan die zijde slechts 7,5 m hoog oogt. Aan de zijde van de A27 zal de hoogte vanaf het maaiveld circa 9,5 meter bedragen.
      
Beeldkwaliteitplan
Ten behoeve van het ontwerp van het nieuwe geluidsscherm is een beeldkwaliteitplan opgesteld, zie bijlage 1. In dit beeldkwaliteitplan wordt uitgegaan van een wintergroen, begroeid scherm. Dit in tegenstelling tot de eerdere beeldkwaliteitplannen die voorzien in een groen scherm dat wordt afgewisseld met elementen die daar op of doorheen komen en waar bedrijven zich kunnen presenteren naar de Rijksweg. De opbouw van het geluidsscherm met staanders en elementen maakt de presentatie van bedrijven naar de Rijksweg in de toekomst echter niet onmogelijk. Door elementen te verwijderen en deze te 'vervangen' door gedeelten van bedrijfsbebouwing of transparante delen zijn verschillende mogelijkheden denkbaar. Navolgend wordt nader ingegaan op de gewenste beeldkwaliteit.
 
Geleding
Het geluidsscherm bestaat uit een constructie van staanders met panelen. Vanwege de verticaliteit van de staanders is een horizontale geleding van de panelen gewenst.
 
Groen
Uitgangspunt is dat het scherm aan beide zijden wordt begroeid, bijvoorbeeld door hedera op een gaasconstructie. De begroeiing is doorlopend, ook bij de staanders.
 
Kleur
Alle delen van het geluidsscherm, behoudens de door de grond bedekte oppervlakten, dienen te worden uitgevoerd in de kleur RAL 7024 (grafietgrijs). De kleur zorgt in de periode dat het scherm nog niet volledig is begroeid voor een rustig beeld en leidt tot weinig contrast tussen het groen en eventueel in het zicht liggende delen van het scherm.

4 Milieu en omgevingsaspecten 
4.1 Algemeen
Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan worden aangetoond. Hierbij moet rekening worden gehouden met de geldende wet- en regelgeving alsmede met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders.
 
Met betrekking tot onderhavig plan is enkel het aspect geluid van belang. In de volgende paragraaf wordt op dit aspect nader ingegaan. Wat betreft de overige aspecten (bodem, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, water, ecologie, archeologie en cultuurhistorie) kan gezien de aard en schaal van de ontwikkeling gesteld worden dat er geen belemmeringen bestaan voor de voorgenomen ontwikkeling. 
4.2 Geluid
De mate waarin het geluid, het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). De kern van de wet is dat geluidsgevoelige objecten worden beschermd tegen geluidhinder uit de omgeving. In de Wgh worden de volgende objecten beschermd (artikel 1 Wgh):
  • woningen;
  • geluidsgevoelige terreinen (woonwagenstandplaatsen, ligplaatsen voor woonschepen);
  • andere geluidsgevoelige gebouwen (onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, kinderdagverblijven).
Het beschermen van deze geluidsgevoelige objecten gebeurt aan de hand van vastgestelde zoneringen. De belangrijkste geluidsbronnen die in de Wet geluidhinder worden geregeld zijn: industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Verder gaat deze wet onder meer ook in op geluidwerende voorzieningen en geluidbelastingkaarten en actieplannen.
 
Planspecifiek
In het kader van de nadere uitwerking van de woningbouwlocatie Blaricummermeent is een akoestisch onderzoek uitgevoerd, zie bijlage 2. In dit onderzoek zijn de geluidsconsequenties beschreven voor de beoogde woningen in de Blaricummermeent. Conclusie van dit onderzoek is dat, ten gevolge van de Rijksweg A27, niet voor alle woningen kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
 
In dit kader zijn verschillende schermoplossingen onderzocht en is er voor gekozen om een geluidscherm met een hoogte van 7,5 m te realiseren in combinatie met het aanvragen van hogere grenswaarden. Voor het geluidsscherm is in het akoestisch onderzoek uitgegaan van een maaiveldhoogte van een grondniveau van 2,0 m + n.a.p. met daar bovenop een scherm van 7,5 m. Daarbij is er langs het hele plangebied uitgegaan van deze hoogte. Ten opzichte van de hoogteligging van de Rijksweg is dus sprake van een eenduidige hoogte. Het geluidsscherm heeft dus een constante tophoogte van 2,0 m + 7,5 m t.o.v. n.a.p.. Ten opzichte van het maaiveldniveau van het plangebied is sprake van een beperkt oplopende hoogte omdat de hoogte van het geluidsscherm gelijk blijft en er voor het plangebied sprake is van een aflopend maaiveld
 
Het besluit tot het vaststellen van hogere grenswaarden is als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen (zie bijlage 3). In het besluit tot het vaststellen van hogere grenswaarden wordt onder andere getoetst aan de voorwaarden uit de Nota Geluidbeleid Blaricum (zie toelichting paragraaf 2.2). Uit deze toetsing volgt dat op een aantal punten afgeweken wordt van de Nota Geluidbeleid. Derhalve is, in overeenstemming met de Nota Geluidbeleid, in het besluit tot het vaststellen van hogere grenswaarden een motivatie opgenomen waarom in dit geval afgeweken kan worden van de voorwaarden.
 
Bij de beoordeling van de te nemen maatregelen is een afweging gemaakt tussen de investeringen en het aantal woningen die hiervan profijt hebben. Om hierin een gewogen afweging te maken is gekeken naar het aantal gehinderden en zijn verschillende schermhoogten beschouwd. Bij deze afweging zijn alle wegen, dus ook de planinterne wegen, beschouwd. Een gedeelte van de woningen ondervindt meer hinder van de planinterne wegen dan van de A27. Het nemen van extra maatregelen om overlast, als gevolg van de A27, te verminderen levert voor deze specifieke woningen per saldo minder op omdat deze al 'geluidsbelast' zijn als gevolg van de planinterne wegen.
 
Wanneer gekeken wordt naar het aantal gehinderden en ernstig gehindern per alternatief (scherm van 12 meter, 10 meter of 7,5 meter hoog), is te zien dat de afname van het aantal gehinderden relatief beperkt is en dat er  grote investeringen tegenover staan. Met name wanneer ook de verschillende waarneemhoogtes worden beschouwd. Op de begane grondniveau is een maximaal verschil berekend van 6 gehinderden en 2 ernstig gehinderden. Voor de waarneemhoogte van 7,5 m, representatief voor de derde bouwlaag is een maximaal verschil berekend van 16 gehinderden en 7 ernstig gehinderden. Te zien is dat de invloed van de planinterne wegen op de geluidssituatie relatief groot is en dat de mate van afscherming van de Rijksweg A27 niet in grote mate bepalend is voor de geluidskwaliteit binnen de wijk. De extra kosten wegen daarmee niet op tegen het relatief beperkte effect van de hogere geluidsschermen. Daarom is er voor gekozen om uit te gaan van een geluidsafscherming van 7,5 m (9,5 meter ten opzichte van N.A.P.). 
.
5 Juridische planbeschrijving
5.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
 
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
 
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten weer die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
5.2 Verbeelding
Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij andere bepalingen als gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken etc.. Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart).
5.3 Opbouw regels
De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk I bevat de inleidende regels voor het hele plangebied. Hoofdstuk II geeft de bestemmingsregels. Hoofdstuk III geeft vervolgens de algemene regels waaronder (mogelijke) flexibiliteitsbepalingen in de vorm van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden. In dit derde hoofdstuk kunnen belangrijke algemene bepalingen zijn opgenomen die van invloed zijn op het bepaalde in hoofdstuk II. Ten slotte regelt hoofdstuk IV de overgangs- en slotbepalingen.
 
Voor de planregels is de gestandaardiseerde opbouw uit de SVBP 2012 gebruikt. In de planregels is een standaard hoofdstukindeling aangehouden die begint met 'Inleidende regels' (begrippen en wijze van meten), vervolgens met de 'Bestemmingsregels', de 'Algemene regels' (de regels die voor alle bestemmingen gelden) en de 'Overgangs- en slotregels'. In het tweede hoofdstuk, de Bestemmingsregels, staan de verschillende bestemmingen op alfabetische volgorde. Ook dit hoofdstuk kent een standaardopbouw:
  • Bestemmingsomschrijving (in elk bestemmingsplan);
  • Bouwregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Nadere eisen (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Afwijken van de bouwregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Specifieke gebruiksregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Afwijken van de gebruiksregels (bestemmingsplanafhankelijk);
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden(bestemmingsplanafhankelijk).
5.4 Bestemmingen
Dit bestemmingsplan kent één bestemming Groen. Binnen deze bestemming is naast groen het geluidsscherm mogelijk gemaakt. Hierbij is geregeld dat zowel de minimale als maximale hoogte van het scherm 7,5 meter moet bedragen. Op deze wijze is verankerd dat het scherm in hoogte aansluit op het nog af te geven hogere waarden besluit door het college van burgemeester en wethouders. In dit besluit is uitgegaan van de realisatie van een scherm van 7,5 meter. 
 
Belangrijk aspect binnen de regeling is dat de bestemmingsregeling voorziet in de 'verplichte' realisatie van een geluidsscherm binnen de bedrijfsbestemming. De realisatie is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de maximale grenswaarden welke gelijktijdig met dit bestemmingsplan wordt afgegeven voor de woningen in de Blaricummermeent, welke als gevolg van de rijksweg A27, niet voldoen aan de voorkeursgrenswaarden. In de bestemmingsregeling is een voorwaardelijke verplichting opgenomen waarmee afgeregeld is dat binnen vijf jaar na vaststelling van het bestemmingsplan het geluidsscherm moet zijn gerealiseerd en vervolgens in stand gehouden.

6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid Wro of naar aanleiding van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, 3°van de Wabo wordt afgeweken van het bestemmingsplan of de beheersverordening, dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan.
In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Planspecifiek
Voor de realisatie van het geluidsscherm zijn contractuele afspraken gemaakt met Synchroon. Synchroon zal het deel van het geluidsscherm realiseren welke gelegen is nabij het plandeel B. Voor de realisatie van het overige deel van het geluidsscherm is in de overall grondexploitatie een reservering opgenomen.
6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 Wro sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van Provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.
 
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens de dag na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2.1 Algemeen
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 Wro sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van Provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.
 
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens de dag na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2.2 Verslag artikel 3.1.1 Bro overleg
In deze paragraaf, of in een separate bijlage, worden te zijner tijd de resultaten van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro opgenomen.

6.2.3 Verslag zienswijzen
Vanaf 25 september 2015 t/m 5 november 2015 heeft het ontwerp bestemmingsplan ‘Geluidscherm Blaricummermeent’ voor een periode van 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Er is gedurende de periode van ter inzage legging 1 zienswijze ontvangen en 1 inspraakreactie. Beide reacties zijn samengevat en voorzien van een inhoudelijke beantwoording in de Nota zienswijzen. Deze nota is als bijlage bij dit bestemmingsplan toegevoegd.
  • 1. Beeldkwaliteitplan geluidsscherm Blaricummermeent, KuiperCompagnons, 829.301.00, 9 maart 2015
  • 2. akoestisch onderzoek, 9 september 2015
  • 3. besluit vaststellen hogere grenswaarden