3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen;
- fiets- en voetpaden;
- wegen en parkeervoorzieningen;
- geluidswerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'geluidsscherm';
met de daarbij behorende:
- bewegwijzering en voorzieningen ten behoeve van de verkeersregulering;
- waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals waterkeringen, watergangen, duikers en waterlopen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
Het bouwen is niet toegestaan.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
- de maximale
bouwhoogte van het geluidscherm bedraagt ten hoogste de met
de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven hoogte;
- de minimale
bouwhoogte van het geluidscherm bedraagt ten hoogste de met de
aanduiding 'minimale goothoogte (m)' aangegeven hoogte;
- de maximale bouwhoogte van verlichtingsarmaturen bedraagt 12 meter;
- de maximale bouwhoogte van voorzieningen van algemeen nut bedraagt 5 meter;
- de
maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
bedraagt 3 meter, waarbij geldt dat overkappingen niet zijn toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
- het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- het oprichten van vrijstaande reclameobjecten.
3.3.1 Voorwaardelijke verplichting
De bouw van
geluidsgevoelige objecten binnen de geluidszone van
de A27 zoals bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder
is alleen toegestaan als de noodzakelijke
geluidoverdrachtbeperkende voorziening, zijnde een geluidscherm langs
de rijksweg A27, ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm'
met een hoogte van ten minste 9,5 meter gemeten vanaf N.A.P., binnen
maximaal 5 jaar na vaststelling van dit bestemmingsplan is gerealiseerd
en in stand wordt gehouden.
3 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal
in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de
beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene bouwregels
5.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing
van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte
bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-,
c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
5.2 Ondergrondse werken
Voor het
uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en
werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen,
geen beperkingen.
Artikel 6 Algemene gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- het opslaan van
onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken
voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of
afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op
de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- het opslaan,
opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen
behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de
bestemming gerichte gebruik van de grond.
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
7.1 Algemeen
Indien niet op
grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan
worden, zijn burgemeester en wethouders bevoegd met een
omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende bepalingen van
het plan:
- voor de bouw van
niet voor bewoning bestemde gebouwen ten behoeve van het openbaar
vervoer of het wegverkeer met dien verstande dat de inhoud per bouwwerk
maximaal 50 m3 bedraagt en de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
- voor het
afwijken van de in de regels voorgeschreven maten en afmetingen, dit
met uitzondering van de minimale bouwhoogte, met ten
hoogste 10% indien dit leidt tot een betere realisering van
bestemmingen of bouwwerken of indien dit noodzakelijk is in verband met
de toestand van het terrein;
- voor het
overschrijding van bestemmingsgrenzen of aanduidingsgrenzen, voor zover
dit van belang is voor een technisch betere realisering van
bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in
verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding
mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag
met niet meer dan 10% worden vergroot;
- voor het
overschrijding van bestemmingsgrenzen of aanduidingsgrenzen en
toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling
in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of
–intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag
echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met
niet meer dan 10% worden vergroot.
7.2 Voorwaarden
Met een omgevingsvergunning zoals bedoeld in
artikel 7 lid 1 kan van de regels worden afgeweken, indien hierdoor geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit;
- de milieukwaliteit;
- de verkeersveiligheid;
- de sociale veiligheid;
- de brandveiligheid en openbare veiligheid.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een
bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het
bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan
worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt
van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt
vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het
teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of
veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen
wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet
gegaan.
- Het bevoegd
gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een
omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een
bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- Het eerste lid
is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het
tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder
vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder
begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van
grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding
van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden
het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste
lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan
strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard
en omvang wordt verkleind.
- Indien het
gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar
wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of
te laten hervatten.
- Het eerste lid
is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het
voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de
overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 9 Slotregel
Deze regels
worden aangehaald als: Regels van het plan 'Geluidsscherm
Blaricummermeent '.