Plan: | Blaricummermeent Deelplan Woongebied G2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0376.UWBPmeentG2-Va01 |
het uitwerkingsplan 'Blaricummermeent Deelplan Woongebied G2' met identificatienummer NL.IMRO.0376.UWBPmeentG2-Va01 van de Gemeente Blaricum;
de verbeelding van het uitwerkingsplan 'Blaricummermeent Deelplan Woongebied G2';
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van bedrijvigheid dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
bebouwing welke wordt gekenmerkt door aaneengebouwde hoofdgebouwen;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
een werkruimte voor een kunstenaar;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; hierbij worden ondergrondse bouwwerken die zichtbaar zijn boven peil meegerekend, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen;
overnachtingsaccomodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een kortdurend verblijf met het serveren van een ontbijt in een woning, gedreven door de bewoner van die woning;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de aaneengesloten bebouwde en/of onbebouwde grond, behorende bij een bestaand of op te richten bouwwerk of complex van bouwwerken;
de grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een verzameling van meerdere bij elkaar behorende bouwwerken;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van drie-aaneengebouwde woningen, waarbij tevens twee-aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen (niet zijnde vrijstaande woningen, halfvrijstaande woningen of aaneengesloten woningen), waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid gewaarborgd is;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bouwwerk geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, dam, duiker, tunnel, sluis, via- of aquaduct, voorziening ter voorkoming of beperking van vervuiling van de waterhuishouding, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
de bovenkant van een afgewerkt terrein dat een gebouw c.q. bouwwerk omgeeft;
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil;
voor verblijf geschikte –al dan niet aan de bestemming onttrokken- voer- en vaartuigen, arken, caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;
onzelfstandige woonruimte waarbij één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) zich buiten die woonruimte bevinden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;
een woning waarbij de (bepalende) buitenruimte geheel of gedeeltelijk is ingesloten door de bouwmassa van de woning, de aangrenzende woning(en) en/of muren zodat een binnenplaats of binnenhof wordt gevormd;
voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg vermeerder met maximaal 0,2 meter, ter plaatse van de hoofdtoegang;
in andere gevallen: maximaal 0,2 meter boven de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
helling, glooiing aan de zijkant van een weg of dijk;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee-aaneengebouwde woningen;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van vier-aaneengebouwde woningen, waarbij tevens twee-aaneengebouwde woningen of drie-aaneengebouwde zijn toegestaan;
de som van de binnenwerks gemeten vloeroppervlakten van de ruimten (op alle bouwlagen);
de naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde gevel die georiënteerd is op de voorgevelrooilijn zoals die door een bestemmingsplan of bouwverordening wordt bepaald en bij twijfel de voorgevel in de feitelijke situatie
de denkbeeldig doorgetrokken lijn van het naar de weg gekeerde deel van het bouwvlak ter plaatse van de voorgevel van het hoofdgebouw, dan wel de ligging van de bouwvlakken op de verbeelding indien geen hoofdgebouw aanwezig is;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
alle dijken, kaden, natuurlijke hoogten en ophogingen, bestemd om in het openbaar belang water te keren, met inbegrip van het gehele lichaam van de dijk en kaden;
voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden, bermen of zijkanten;
een (gedeelte) van een gebouw, geschikt en bestemd voor zelfstandige huisvesting van niet meer dan één huishouden. Hieronder wordt niet begrepen een onzelfstandige wooneenheid;
gebouw of gebouwen waarbij naast het wonen ook uitdrukkelijk bedrijvigheid plaatsvindt en het werkdeel zowel functioneel als in architectonisch opzicht afzonderlijk herkenbaar is;
een complex van zorgwoningen en bijbehorende gemeenschappelijke ruimtes, met een bouwwijze die gericht is op beschermd wonen en met een complexgewijs aangeboden zorg;
een woning of onzelfstandige wooneenheid voor mensen met een zorgindicatie waarbij de woonfunctie wordt gecombineerd met een bepaalde zorgfunctie ten behoeve van de bewoner(s).
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouwperceel;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen het peil en de bovenkant van goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren).
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van een woonzorgcomplex ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van voorzieningen ten behoeve van algemeen nut geldt dat de maximale bouwhoogte 5 m bedraagt.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
totale oppervlakte per bouwperceel behorende bij een hoofdgebouw | maximale gezamenlijke oppervlakte |
tot 300 m² | 20 m² |
van 301 tot 500 m² | 30 m² |
van 501 tot 750 m² | 40 m² |
van 751 m² en groter | 50 m² |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen, wordt slechts verleend indien vaststaat dat op de gevel(s) van het hoofdgebouw de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde) ingevolge de beschikking Hogere waarde, met inachtneming van de in deze beschikking gestelde voorwaarde(n) en aantallen niet wordt overschreden.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Nadere eisen als bedoeld in lid 5.3.1 mogen slechts worden gesteld indien dit noodzakelijk is:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 sub b onder 3 met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 sub a onder 7 ten behoeve van het bouwen van gestapelde woningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 sub a ten behoeve van het bouwen van zorgwoningen in de vorm van onzelfstandige wooneenheden onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen of andere voertuigen, zoals opgenomen in het Kwaliteitshandboek deelplan G (mei 2018) en, indien niet voorzien in het Kwaliteitshandboek, voor zowel maatvoering als normering, de ASVV van CROW (2012).
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 sub a onder 3, ten einde toe te staan dat het hoofdgebouw tot op de perceelsgrens wordt gebouwd onder de voorwaarden dat het stedenbouwkundige plan en de beeldkwaliteitseisen in acht genomen worden.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 5.2.1 sub b onder 2 voorgeschreven bouwhoogte tot een maximum van 11 m voor maximaal 25% van het totale woningbouwprogramma zoals voorzien in de Blaricummermeent met dien verstande dat de ruimere bouwhoogte stedenbouwkundig inpasbaar is binnen het betreffende deelplan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 sub c bij de bouw van een patiowoning met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.5 voor het realiseren van erfafscheiding, op minder dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tot een bouwhoogte van maximaal 2 m met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 sub a onder 1, voor het realiseren van een hoofdgebouw zonder verspringing van de voorgevel, indien:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, mits:
Daar waar het perceel grenst aan de openbare ruimte, dienen gerealiseerde hagen in stand gelaten te worden met dien verstande dat maximaal 1 onderbreking van de haag met een maximale breedte van 4 meter voor in- en uitritten is toegestaan.
Het gebruik van daken van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken t.b.v. dakterrassen is niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden bedrijf in het hoofdgebouw of aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a voor een atelier waar in een zelfstandige ruimte aan-huis-gebonden beroepen op de begane gronden mogen worden uitgeoefend, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a voor een woon-werkwoning waar naast wonen kleinschalige bedrijfsactiviteiten en bed and breakfast worden uitgeoefend onder voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a jo. lid 5.5.1 voor de vestiging van een internetwinkel met (beperkte) afhaal- en afrekenmogelijkheid ter plaatse van woon-werkwoningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen door de aanduiding 'zorgwoning' te verwijderen indien binnen 2 jaar na inwerkingtreding van dit plan geen aanvraag is ingediend voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van het woonzorgcomplex.
De voor Waarde - Archeologie - 3 aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regel, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 6.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 6.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, indien naar haar oordeel uit archeologisch onderzoek blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 6.4.4 sub b , kan het bevoegd gezag de volgende regels aan de omgevingsvergunning verbinden:
De voor Waarde - Archeologie - 5 aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regel, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 5 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 7.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 7.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Het bevoegd gezag verleent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, indien naar haar oordeel uit archeologisch onderzoek blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 7.4.4 sub b , kan het bevoegd gezag de volgende regels aan de omgevingsvergunning verbinden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen geldt dat het totaal aantal woningen binnen het plangebied niet meer dan 37 bedraagt.
Het is niet toegestaan een gerealiseerde woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, airco's, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Zwembaden zijn toegestaan, onder de voorwaarden dat:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald, zijn ondergrondse ruimten uitsluitend toegestaan geheel of gedeeltelijk onder bovengrondse bebouwing, voor zover:
Het bouwen van ondergrondse ruimten, voor zover dit niet plaatsvindt geheel of gedeeltelijk onder een gebouw dat geheel boven het maaiveld is gelegen, is uitsluitend toegestaan, indien:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 9.6.1 om ondergrondse ruimten met de toegang aan de niet van de weg afgekeerde zijden van het hoofdgebouw toe te laten, met dien verstande dat:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, zijn burgemeester en wethouders bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende bepalingen van het plan:
Met een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 11.1 kan van de regels worden afgeweken, indien hierdoor geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van dit uitwerkingsplan ten einde maximaal 43 woningen binnen het plangebied toe te staan, onder de voorwaarde dat het totale aantal woningen in deelplannen G1, G2 en G3 van de Blaricummermeent niet meer dan 170 mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van de gebruiksregels van dit bestemmingsplan ten einde gebouwen te gebruiken voor buitenschoolse opvang en/of een kinderdagverblijf, onder de volgende voorwaarden:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het plan 'Blaricummermeent Deelplan Woongebied G2'.