direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden
Plan: Villagebieden 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0376.BPVillageb2013-1144

Artikel 4 Agrarisch met waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van een agrarisch bedrijf, zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 sub a en b;

alsmede voor:

  • b. agrarisch natuur- en landschapsbeheer;
  • c. kleinschalige natuurontwikkeling;
  • d. behoud, herstel en ontwikkeling van de in dit gebied voorkomende landschapswaarden in de vorm van landschappelijke openheid;

met de daarbij behorende:

  • e. (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is artikel 23.3 van toepassing.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor paardrijbakken, paardrijbanen en paardenmestplaten.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanbrengen van bomen of andere opgaande beplanting.

4.4.2 Uitzonderingen op uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

4.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen ter advisering wordt voorgelegd aan de BEL-commissie Ruimtelijke Kwaliteit.