Plan: | Blaricum Dorp, herziening 2020 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0376.BLCDorpHz2020-Va04 |
Op 25 januari 2023 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een uitspraak gedaan met betrekking tot de beroepen die zijn ingesteld tegen voorliggend plan. In de uitspraak is een einduitspraak gedaan voor de locatie Schapendrift 35a. In de einduitspraak is het besluit 30 juni 2020 voor deze locatie voor zover het betrekking heeft op de bestemming 'Tuin' de functieaanduiding "landschapswaarden" en de "specifieke bouwaanduiding - 1" vernietigd. Op 22 september 2022 is voor deze gronden een herstelbesluit genomen. Dit herstelbesluit blijft in de einduitspraak overeind met uitzondering van de planregel in artikel 12.5.2, onder b. voor zover van de planregels terrassen zijn uitgezonderd van de omgevingsvergunningplicht wat betreft de strook grond met de bestemming "Tuin" aan de noordzijde van de woning Schapendrift 35a.
De RvS heeft de gemeenteraad opgedragen de bovenstaande punten te verwerken in het vastgestelde plan.
In de voorliggende versie van het plan is bovenstaande uitspraak verwerkt in die zin dat een aanduiding is opgenomen waarbij in de planregels is bepaald dat artikel 12.5.2 onder b, voor zover het terrassen betreft, deze niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding.
Op 22 december 2021 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een uitspraak gedaan met betrekking tot de beroepen die zijn ingesteld tegen voorliggend plan. In de uitspraak is een einduitspraak gedaan voor het volgende plandeel:
De RvS heeft de gemeenteraad opgedragen de bovenstaande punten te verwerken in het vastgestelde plan.
Voor twee andere plandelen is een tussenuitspraak gedaan, te weten:
Ten aanzien van het planinitiatief voor de locatie Schapendrift 35a heeft de ABRvS niet uitgesproken dat de beoogde ontwikkeling meegenomen had moeten worden, maar de gemeente had de initiatiefnemer in de gelegenheid moeten stellen de benodigde onderzoeken te doen en het initiatief verder uit te werken en aan te vullen. Daarna had een zorgvuldige beoordeling plaats kunnen vinden. De ABRvS laat zich niet uit over het resultaat van deze zorgvuldige beoordeling.
Het advies aan de initiatiefnemer is om een (concept) ontwerpbestemmingsplan voor te bereiden met alle noodzakelijke onderzoeken, waarbij de ruimtelijke aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid worden aangetoond en dit bij de gemeente in te dienen, zodat de zorgvuldige beoordeling alsnog kan plaatsvinden. De gemeente heeft hierin bewust ervoor gekozen om de twee zaken los van elkaar te benaderen omdat de één via bestuurlijke lus kan en de andere niet.
Aangezien er nog geen uitgewerkt en onderzocht bouwplan is ingediend heeft de beoordeling van het initiatief (nog) niet kunnen plaatsvinden. In de versie van het plan dat u nu leest zijn dan ook alleen de einduitspraak voor locatie Schapendrift 35a, als de tussenuitspraak voor locatie Schapendrift 37 verwerkt.
Op 6 maart 2018 is het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' met kenmerk 'NL.IMRO.0376.BPDorpBlaricum-Va01' in het kader van de actualisatieplicht vastgesteld. Het bestemmingsplan vervangt het plan 'Dorp' uit 2007. Bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' is daarom grotendeels actualiserend van aard, waarbij de wijze van bestemming is omgezet naar de meest actuele landelijke standaarden en digitale vereisten. Nieuwe ontwikkelingen zijn uitsluitend meegenomen indien eerder afzonderlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 8 mei 2019 uitspraak (Uitspraak 201803085/1/R1) gedaan op een viertal beroepen die tegen het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' (kenmerk 'NL.IMRO.0376.BPDorpBlaricum-Va01') waren ingediend. In de uitspraak is een einduitspraak gedaan voor de volgende plandelen:
De Afdeling heeft de raad opgedragen deze punten binnen vier weken te verwerken in het vastgestelde plan. De gewijzigde versie van het plan (kenmerk 'NL.IMRO.0376.BPDorpBlaricum-Va02') is overeenkomstig het verzoek van de Afdeling gepubliceerd op ruimtelijke plannen.
Voor twee planonderdelen heeft de Afdeling op 8 mei 2019 een tussenuitspraak gedaan. Voor deze plandelen is de raad opgedragen om de geconstateerde gebreken te herstellen:
Omdat de in de tussenuitspraak opgenomen hersteltermijn ongebruikt is verstreken, is door de Afdeling op 2 oktober 2019 voor het plandeel Schapendrift 45 een nieuwe uitspraak gedaan (Uitspraak 201803085/5/R1). In deze uitspraak draagt de Afdeling de raad op om binnen 16 weken een nieuw besluit te nemen.
In de voorliggende herziening worden de planonderdelen hersteld waarvoor een tussenuitspraak is gedaan. Ook wordt het vernietigde planonderdeel Schapendrift 37 hersteld. Daarnaast is deze herziening opgesteld om een aantal verbeteringen door te voeren en een aantal onduidelijkheden te verhelderen. Door de verschillende wijzigingen in één bestemmingsplan op te nemen, hoeft slechts éénmaal de bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen.
Het plangebied betreft een aantal locaties, verspreid over de kern Blaricum waarop deze herziening betrekking heeft. Het betreft de volgende locaties:
Genoemde locaties zijn op de verbeelding van dit bestemmingsplan opgenomen. Tevens is een 'lege' plancontour opgenomen die overeenkomt met de begrenzing van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' aangezien de herziening ook betrekking heeft op enkele (algemene) regels.
In deze herziening blijven de uitgangspunten van het oorspronkelijke plan, het moederplan, overeind. Onderhavig plan leidt derhalve ook alleen tot aanpassingen op onderdelen, voor het overige blijft het
moederplan 'Blaricum Dorp 2018' en de hierbij behorende toelichting van toepassing. In hoofdstuk 2 is toegelicht op welke wijzigingen dit plan betrekking heeft. Vervolgens is in hoofdstuk 3 (beleidskader) en hoofdstuk 4 (omgevingsaspecten) een toelichting gegeven op de uitvoerbaarheid van het plan. Hoofdstuk 5 bevat de juridische planbeschrijving. Tot slot komen in hoofdstuk 6 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde.
In dit hoofdstuk wordt toegelicht welke wijzigingen ten opzichte van het moederplan in deze herziening zijn doorgevoerd. De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing en aanvullend op het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018', vastgesteld op 6 maart 2018. Voor het overige blijven de regels van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' onverminderd van kracht. In bijlage 1 is een ingewerkte versie van de regels opgenomen waarbij de aanpassingen geel gearceerd zijn weergegeven.
Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. In paragraaf 2.1 wordt ingegaan op de aanpassingen naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling. Paragraaf 2.2 bevat de ambtshalve wijzigingen.
Inhoud aanpassing
Het noordelijke deel van het perceel Schapendrift 37 met de bestemming 'Tuin' is vernietigd omdat bij het opnemen van de tuinbestemming geen rekening is gehouden met het landbouwmechanisatiebedrijf aan de noordzijde van het perceel. De begrenzing en de vernietigde bestemmingslegging van deze gronden zijn opgenomen in figuur 2.1.
![]() |
![]() |
Figuur 2.1 Begrenzing en vernietigde bestemmingslegging plandeel Schapendrift 37
Tussenuitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in de uitspraak https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@128014/202004222-1-r1/ van 22 december 2021 de gemeenteraad van Blaricum opgedragen om een gewijzigde bestemmingsplanregeling voor het locatie Schapendrift 37 in Blaricum vast te stellen. De Afdeling geeft daarbij de volgende overweging:\
Oplossing
Onderdeel van het geschil is in hoofdzaak of gebouwd mag/kan worden op de strook grond ten noorden van Schapendrift 37. Eventuele bebouwing zou namelijk een beperking kunnen opleveren voor de bedrijfsvoering van de het agrarische bedrijf gevestigd aan de Schapendrift 35a. Het beperken van bouwmogelijkheden aan de noordzijde heeft echter negatieve gevolgen voor de bewoners van het perceel Schapendrift 37. Om te komen tot een oplossing is in overleg met alle betrokken partijen voor de volgende planregeling gekozen:
'Het verzoek van de gemeente Blaricum is op 26 augustus besproken in het Adviesteam Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) met het volgende resultaat: Wij zien bij de uitbreiding van de bestemming tuin geen belemmering voor de ruimtelijke kwaliteit, aangezien de bestemmingswijziging vanaf de openbare weg nauwelijks merkbare ruimtelijke gevolgen heeft. Wij adviseren positief.'
In he onderstaande figuur is de voorgestelde planregeling weergegeven.
Figuur 2.2 Voorstel planregeling Schapendrift 37
Naast het provinciale akkoord is de concept planregeling voorgelegd aan de betrokken appelanten. Door beide partijen is geen zienswijze gegeven.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Wijziging naar aanleiding einduitspraak 25 januari 2023
In de einduitspraak vernietigd de ABRvS het besluit, voor zover in artikel 12.5.2, onder b, van de planregels terrassen zijn uitgezonderd van de omgevingsvergunningplicht wat betreft de strook grond met de bestemming "Tuin" aan de noordzijde van de woning op het perceel.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
In artikel 12.5.2 wordt een nieuw lid e ingevoegd, luidende:
Aanpassingen verbeelding:
Er zijn geen aanpassingen aan de verbeelding noodzakelijk.
Inhoud aanpassing
Het perceel heeft in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' de bestemming 'Agrarisch' waarbij de woonbebouwing is voorzien van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' en de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dubbele bewoning' (zie figuur 2.3). Deze bestemming komt niet overeen met het feitelijke gebruik. De Afdeling heeft daarom aangegeven dat de raad alsnog toereikend dient te motiveren waarom deze bestemming passend is. Een tweede mogelijkheid is de bestemming te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling.
![]() |
![]() |
Figuur 2.3 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Schapendrift 45-45a
In de huidige situatie wordt het perceel niet langer agrarisch gebruikt. Per abuis is in 2015 een constructieve muur mee vergund, waardoor onbedoeld twee woningen zijn ontstaan: een burgerwoning aan de voorzijde en een bedrijfswoning aan de achterzijde. De bedrijfswoning hoort bij het hoveniersbedrijf dat op de achterzijde van het perceel is gevestigd. Het achterste deel van het pand is in gebruik als opslag- en werkruimte voor het hoveniersbedrijf.
Om de feitelijke situatie te kunnen bestemmen, is onderzocht of de woonbestemming en de hoveniersfunctie mogelijk zijn in relatie tot de omliggende percelen en in relatie tot elkaar. Om deze belangenafweging te kunnen maken, wordt in het algemeen gebruik gemaakt van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (editie 2009). In deze uitgave is een lijst opgenomen met allerhande activiteiten en bijbehorende richtafstanden en milieunormen die gehanteerd worden voor gevoelige functies.
De richtafstand van een hoveniersbedrijf (oppervlak < 500 m2) bedraagt 10 meter tot woningen in gemengd gebied. De maatgevende aspecten bij een hoveniersbedrijf zijn geur- en geluidsaspecten. Aan deze afstand wordt ruimschoots voldaan tot de woningen op de naastgelegen percelen Schapendrift 39 en 47/47a, namelijk 56 meter en 38 meter. Ten opzichte van de burgerwoning op hetzelfde perceel wordt niet aan de richtafstand van 10 meter voldaan. Om die reden is onderzocht of de aspecten geur en geluid een belemmering vormen om de burgerwoning aan de voorzijde een woonbestemming te geven:
Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan worden geconcludeerd dat de huidige activiteiten aanvaardbaar en uitvoerbaar zijn. Omdat geen belemmeringen zijn geconstateerd, is de huidige situatie vastgelegd. Aan de huidige agrarische bestemming is de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hovenier' toegevoegd. Voor vestiging van andersoortige activiteiten zal opnieuw onderzoek moeten worden gedaan en zal opnieuw worden beoordeeld of dit aanvaardbaar is. Om die reden is een maatbestemming opgenomen. De voorste woning krijgt de bestemming 'Wonen - 1'. Voor deze specifieke woonbestemming is gekozen vanwege de strakke begrenzing van het bouwvlak rond de bestaande woning. De gronden voor de voorgevel van de woning krijgen de tuinbestemming om het open karakter van het gebied te garanderen.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
Het achtererf van het perceel Achterom 7 en 7a (grenzend aan de Binnendoor) heeft in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' de bestemming 'Tuin' zonder de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen' (zie figuur 2.4). Hier mag daarom niet geparkeerd worden. De Afdeling heeft dit plandeel vernietigd voor zover ter plaatse niet is voorzien in parkeerplaatsen.
![]() |
![]() |
Figuur 2.4 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Achterom 7 en 7a
Het gemeentelijke parkeerbeleid gaat ervan uit dat bij elke woning één of twee auto's op eigen terrein mogen worden geparkeerd. In de bestemmingsomschrijving van de woonbestemming ('Wonen - 1' en 'Wonen - 2') zijn parkeervoorzieningen daarom rechtstreeks mogelijk gemaakt. Om het groene karakter te behouden zijn parkeerplaatsen niet mogelijk gemaakt binnen de tuinbestemming wanneer geen oprit naar een garage of naar een parkeerplaats naast de woning aanwezig is.
Ter plaatse van het perceel Achterom 7 en 7a bevindt zich een woning. Ook is er voldoende ruimte om op eigen terrein te parkeren, maar dit kan alleen binnen de bestemming 'Tuin'. De eigenaar heeft aangegeven vier parkeerplaatsen nodig te hebben. Om deze parkeergelegenheid mogelijk te maken is de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen' opgenomen waarbij gebruik kan worden gemaakt van de bestaande ontsluiting op de Binnendoor. De omvang van de aanduiding is afgestemd op de mogelijkheid om maximaal vier parkeerplaatsen te kunnen realiseren.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In de bestemming 'Tuin' bedraagt de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en toegangspoorten 1,20 meter. Er is geen mogelijkheid in de bestemmingsregeling opgenomen om af te wijken van deze maximale bouwhoogte. Door het toevoegen van een afwijkingsbevoegdheid wordt deze mogelijkheid wel geboden tot een maximale bouwhoogte van 2 meter. Om de beeldkwaliteit te borgen dienen de bouwwerken aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In het beleid van de gemeente Blaricum wordt vrijetijdseconomie gestimuleerd, zoals het runnen van een bed and breakfast. Onder een bed and breakfast wordt een overnachtingsmogelijkheid verstaan gericht op kortdurend verblijf met ontbijt. Het gaat om maximaal 2 kamers voor maximaal 4 personen. De bed and breakfast wordt gedreven door de bewoner van de woning waarin de kamers worden aangeboden.
In overeenstemming met het gemeentelijke beleid wordt een bed and breakfast rechtstreeks mogelijk gemaakt in de bestemming 'Wonen-2'. Binnen de bestemming 'Wonen-1' wordt deze functie door middel van een afwijkingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Als voorwaarde is gesteld dat een bed and breakfast alleen is toegestaan wanneer de woning een voormalige boerderij betreft.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
De huidige parkeerregeling in de tuinbestemming zorgt voor onduidelijkheden. In beginsel is parkeren in de tuinbestemming niet toegestaan om het groene karakter te behouden. Er zijn echter een paar uitzonderingen waarbij parkeren in de tuinbestemming wel is toegestaan:
Het gebruiksverbod met uitzonderingen is vastgelegd in de specifieke gebruiksregels van de tuinbestemming (artikel 12.4 onder b). Dit artikel is wat ongelukkig geformuleerd. Daarnaast ontbreekt de uitzondering dat parkeerplaatsen mogen worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - parkeerplaatsen'. Ter verduidelijking wordt de bepaling opnieuw geformuleerd.
In artikel 12.5.1 is een aanlegverbod voor parkeerplaatsen opgenomen in de tuinbestemming met de aanduiding 'landschapswaarden'. Door de uitzonderingen op dit verbod in artikel 12.5.2 ontstaat onduidelijkheid in relatie tot de eerder genoemde uitzonderingen voor parkeervoorzieningen in de tuinbestemming. Om deze reden is het aanleggen van verhardingen ten behoeve van parkeergelegenheid uit de uitzondering op het uitvoeringsverbod geschrapt. Wanneer verharding ten behoeve van parkeergelegenheid in de tuinbestemming met de aanduiding 'landschapswaarden' wordt aangelegd, is altijd een omgevingsvergunning benodigd.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In artikel 19 ('Waarde - Archeologie - 1') is in lid 19.4.1 onder b abusievelijk een uitvoeringsverbod opgenomen voor werkzaamheden die een oppervlakte beslaan van ten hoogste 50 m2. In de uitzonderingen op het uitvoeringsverbod (artikel 19.4.2 onder b) wordt juist aangegeven dat werkzaamheden met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 zonder omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd. Het verbod in artikel 19.4.1 is hiermee in strijd komt daarom te vervallen.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In artikel 20 ('Waarde - Archeologie - 2') is een uitvoeringsverbod opgenomen om werkzaamheden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning uit te voeren wanneer de mogelijkheid bestaat dat de werkzaamheden effecten hebben op eventuele archeologische waarden. In het uitvoeringsverbod (artikel 20.4.1) worden abusievelijk niet de werkzaamheden opgesomd, maar de uitzonderingen op het verbod zoals deze ook zijn opgenomen in artikel 20.4.2. Artikel 20.4.1 wordt daarom zodanig aangepast dat duidelijk is voor welke werkzaamheden het verbod geldt.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
Bij het opstellen van het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' zijn de termen 'woningsplitsing' en 'dubbele bewoning' onbedoeld verward In artikel 17.6 (afwijken van de gebruiksregels voor woningsplitsing in de bestemming 'Wonen - 2') worden deze termen door elkaar gebruikt. In artikel 17.6.1 (woningsplitsing) wordt de term 'woningsplitsing' gebruikt terwijl in artikel 17.6.2 (schriftelijk advies wanneer gebruik wordt gemaakt van artikel 17.6.1) wordt verwezen naar 'dubbele bewoning'.
Het is niet duidelijk hoe deze verwarring is ontstaan. Daarom wordt teruggevallen op de regeling zoals deze was opgenomen in de voorloper van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018': de afwijking geldt alleen voor dubbele bewoning, waarbij het aantal woningen niet mag toenemen. Deze regeling is ook opgenomen in de bestemming 'Wonen - 1' en wordt hieruit overgenomen.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In de bestemming 'Wonen - 1' zijn grote bestemmingsvlakken opgenomen voor bouwblokken. De bestemmingsvlakken lopen niet gelijk met de eigendomssituatie van individuele percelen. In de bestemming 'Wonen - 2' is dit wel het geval. Vanzelfsprekend hoort de wijzigingsbevoegdheid om bestemmingsvlakken te wijzigen die niet in overeenstemming zijn met de feitelijke eigendomssituatie bij de bestemming 'Wonen - 2'. In de bestemming 'Wonen - 1' is deze wijzigingsbevoegdheid overbodig. Abusievelijk is deze wijzigingsbevoegdheid echter in de bestemmingsregeling van 'Wonen - 1' terecht gekomen. Met deze herziening wordt deze omissie hersteld.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In de wijzigingsregels van de bestemming 'Maatschappelijk' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' (artikel 11.6.1). In deze wijzigingsbevoegdheid wordt verwezen naar de locatie 'voormalige brandweerkazerne'. Ook de wijzigingsregels verwijzen naar de locatie van de voormalige brandweerkazerne. Deze locatie is bij de vaststelling van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' al meegenomen als woonbestemming.
Op de verbeelding verwijst de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' naar de voormalige kleuterschool aan de St. Vitusweg. Op deze locatie is nog geen nieuwbouw gerealiseerd. Omdat ook in het vorige bestemmingsplan op deze locatie een wijzigingsbevoegdheid was opgenomen ('wijzigingsbevoegdheid IV'), wordt de wijzigingsbevoegdheid met bijbehorende wijzigingsregels in voorliggende herziening overgenomen.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In de tuinbestemming (artikel 12) zijn aan- en uitbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde rechtstreeks mogelijk gemaakt tot een hoogte van 3 meter. Een overkapping wordt in de begripsbepalingen gedefinieerd als 'een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak'. Op basis van deze begripsbepaling is een overkapping (en daarmee een carport) toegestaan in de tuinbestemming.
Voor bouwen in de voortuin blijft echter het uitgangspunt dat gebouwen in de voortuin niet zijn toegestaan. In uitzonderlijke situatie kan hiervan afgeweken worden. Omdat het aantal keren dat afgeweken wordt van de regel beperkt is, wordt geen regeling in het bestemmingsplan opgenomen. Met gebruikmaking van de 'kruimellijst' zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht kan medewerking worden verleend aan deze uitzonderlijke gevallen.
Omdat in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' het bouwen in de voortuin niet afdoende is geregeld, wordt de bestemmingsregeling aangepast. Wat wel regelmatig voorkomt is dat mensen een kliko-ombouw in de voortuin willen plaatsen. Hiervoor voorziet de nieuwe planregeling in een zeer beperkte bouwmogelijkheid. Met vergunning wordt het mogelijk om een klikoberging in de voortuin te realiseren.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
Op 24 januari 2017 is het postzegelbestemmingsplan 'Partiële herziening Blaricum Dorp, Schapendrift' vastgesteld. In dit bestemmingsplan is geen functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - sociale huur' opgenomen. Bij dit bestemmingsplan is ervoor gekozen de zekerstelling van de sociale woningbouw vast te leggen in de anterieure overeenkomst met de ontwikkelaar. Hierin zijn strikte voorwaarden met een hoge boete opgenomen. De overeenkomst biedt betere mogelijkheden om te handhaven dan het opnemen in het bestemmingsplan. De aanduiding voor sociale huurwoningen kan daarom vervallen. Omdat deze aanduiding nergens anders in het plangebied voorkomt, wordt de aanduiding ook uit de regels geschrapt.
![]() |
![]() |
Figuur 2.5 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Schapendrift 58abc
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
Naar aanleiding van de aanpassingen op het perceel Schapendrift 37 (zie paragraaf 2.1 onder 1) heeft de eigenaar van het naastgelegen perceel Schapendrift 35a een verzoek ingediend om de mogelijkheid op te nemen voor een overkapping ten behoeve van opslag in de zuidoosthoek van het perceel. Op deze locatie is momenteel een hooiberg aanwezig (niet bestemd). Het buitenterrein is reeds in gebruik ten behoeve van opslag. De opslag is groen ingepast.
![]() |
![]() |
Figuur 2.6 Begrenzing en bestemmingslegging 'Blaricum Dorp 2018' Schapendrift 35a
De gemeente Blaricum wil aan dit verzoek tegemoet komen omdat de overkapping ten goede komt aan het open agrarische karakter van het gebied. Door realisatie van de overkapping kan de opslag die nu verspreid is over het terrein, op één plaats geconcentreerd worden. Ter plaatse van de huidige opslag wordt de mogelijkheid opgenomen voor het bouwen van een overkapping met een maximale bouwhoogte van 3 meter. De bestaande hooiberg wordt als zodanig bestemd en meegenomen in de maximale oppervlaktemaat van 200 m2 voor de overkapping. Om de overkapping te mogen realiseren en gebruiken dient de planting op het perceel direct ten zuiden en oosten van de aanduiding gehandhaafd te worden. Het betreft de beplanting zoals deze aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Ter plaatse van de overkapping worden geen bedrijfsactiviteiten toegestaan omdat dit mogelijk tot een verslechtering van het woon- en leefklimaat van de buren kan leiden. De grond ter plaatse van de overkapping wordt daarom voorzien van de functieaanduiding 'opslag'.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Inhoud aanpassing
In de bestemming 'Agrarisch' zijn paardrijbakken mogelijk gemaakt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardrijbak'. De omvang van de paardrijbakken is echter niet begrensd terwijl dit in de voorloper van het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' wel het geval was. In het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2007' waren paardenbakken toegestaan met maximale afmetingen van 20 bij 40 meter. Met deze herziening wordt deze omissie hersteld.
Daarnaast waren paardrijbakken in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2007' enkel in de bestemming 'Wonen - 2' opgenomen en niet in de bestemming 'Wonen - 1'. Abusievelijk zijn paardrijbakken in het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' in beide woonbestemmingen opgenomen. In deze herziening worden paardrijbakken weer uit de bestemming 'Wonen - 1' geschrapt omdat deze ook niet op de verbeelding voorkomen en paardrijbakken in de specifieke gebruiksregels als strijdig gebruik worden aangemerkt.
Juridische vertaling
Aanpassingen regels:
Aanpassingen verbeelding:
Voorliggend bestemmingsplan is hoofdzakelijk opgesteld om enkele correcties en verduidelijkingen toe te passen en de bestaande situatie en de planologische situatie op elkaar af te stemmen. Met betrekking tot deze aanpassingen kan voor het beleid daarom worden verwezen naar het vigerende plan.
Voor het overige is de ontwikkelingsruimte in dit bestemmingsplan dermate beperkt dat rijks- en provinciale belangen niet worden geschaad. De uitgangspunten van het oorspronkelijke plan, het moederplan, blijven overeind. Daarnaast is het plan door het kleinschalige karakter niet in strijd met gemeentelijk beleid.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening mag een bestemmingsplan niet in strijd zijn met een aantal milieuaspecten. Dit betreft de milieuaspecten water, bodem, archeologie, cultuurhistorie, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, kabels en leidingen en ecologie.
Voorliggend bestemmingsplan heeft als doel een aantal kleinschalige omissies uit het vigerende plan te herstellen. Daarnaast worden er een aantal vergunde en feitelijke situaties bestemd. Dit bestemmingsplan maakt dus geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het vigerende bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' is nog voldoende actueel. In dit plan is reeds onderzoek gedaan naar de milieuaspecten.
Gezien het bovenstaande en de aard, schaal en inhoud van de wijzigingen, kan afgezien worden van onderzoek in dit bestemmingsplan en volstaat een verwijzing naar de betreffende onderzoeken in het moederplan.
Uitzondering hierop vormt het hoveniersbedrijf op het perceel Schapendrift 45-45a. Om de feitelijke situatie te kunnen bestemmen, is onderzocht of de beoogde woonbestemming en de bedrijfsbestemming mogelijk zijn in relatie tot de omliggende percelen en in relatie tot elkaar. Dit onderzoek is in paragraaf 2.1 onder 2 beschreven.
De regels in deze herziening zijn van toepassing en aanvullend op het bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018', vastgesteld op 6 maart 2018. In hoofdstuk 2 is aangegeven op welke manier bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' is aangepast. Voor het overige blijven de regels van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018' onverminderd van kracht. In bijlage 1 is een ingewerkte versie van de regels opgenomen waarbij de aanpassingen ten opzichte van het moederplan geel gearceerd zijn weergegeven.
Vanwege de aanpassing van verschillende (algemene) regels is op de verbeelding een 'lege' plancontour opgenomen die overeenkomt met de begrenzing van bestemmingsplan 'Blaricum Dorp 2018'. Binnen deze plancontour zijn ook een aantal locaties opgenomen waarvoor de verbeelding wijzigt.
Voor deze herziening wordt aangesloten bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).
Deze herziening dient hoofdzakelijk om onvolkomenheden en onduidelijkheden te herstellen en een aantal feitelijke situaties te bestemmen. Hieraan zitten geen financiële consequenties.
Ontwerpbestemmingsplan
De voorontwerpfase is overgeslagen omdat de wijzigingen voortvloeien uit een uitspraak van de Afdeling of betrekking hebben op het doorvoeren van verbeteringen of het verhelderen van onduidelijkheden in het moederplan. De herziening is daarom gedurende zes weken, vanaf 20 december 2019 tot en met 30 januari 2020, direct als ontwerpbestemmingsplan ter visie gelegd. Binnen deze periode kon er door een ieder zienswijzen op het het plan worden ingediend. Er zijn uiteindelijk vier zienswijzen ingediend. Deze zijn samengevat en van een beantwoording voorzien in de zienswijzennota zoals opgenomen in bijlage 3. Naar aanleiding van de zienswijzen is het bestemmingsplan op enkele onderdelen aangepast en gewijzigd vastgesteld.