Plan: | supermarkten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0373.BPSupermarkten-C002 |
De gemeenteraad van de gemeente Bergen heeft de wens uitgesproken om de ruimtelijke kwaliteit van het centrum verder te verbeteren. Verblijfskwaliteit en kleinschaligheid zijn daarbij te koesteren kwaliteiten. Om deze kwaliteiten te kunnen blijven koesteren dient onnodig autoverkeer in de openbare ruimte geweerd te worden. Een van de belangrijke aspecten daarbij is het beperken van het aantal grootschalige veelal met de auto bezochte winkels. In de situatie van Bergen betreft dit vooral (tertiaire) supermarkten die gemiddeld minder vaak per week bezocht worden en waarbij een relatief groot aandeel van de bezoeker de supermarkt per auto bezoekt. Deze zouden niet centraal in het centrum gevestigd moeten zijn, maar op andere goed bereikbare locaties.
Het beleid voor het centrumgebied van Bergen is vastgelegd in de structuurvisie Mooi Bergen. De basis hiervan is opgesteld en vastgesteld in 2011. In 2014 zijn de programmatische uitgangspunten geactualiseerd en is de aangepaste structuurvisie 'Mooi Bergen 2.0' opnieuw vastgesteld in januari 2015. In 2016 is er nog een onderzoek uitgevoerd door RMC naar de ontwikkeling van supermarkten.
De ontwikkelingen in de detailhandel gaan echter snel. Daarom zijn de programmatische en ruimtelijke uitgangspunten uit 2014 voor het centrum van Bergen geactualiseerd en vastgelegd in nieuw beleid (zie paragraaf 3.3.3).
Op basis van het beleid is voorliggende herziening van de geldende bestemmingsplannen voor het centrum opgesteld. Met het voorliggende facetbestemmingsplan worden supermarkten binnen de geldende detailhandelsbestemmingen uitgesloten, daar waar ze op basis van het nieuwe beleid niet gewenst zijn.
Op 9 mei 2019 is door de gemeenteraad van de gemeente Bergen (NH.), op grond van artikel 3.7 Wet ruimtelijke ordening (Wro) juncto in combinatie met artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorbereidingsbesluit genomen om te voorkomen dat het doel van het voorliggende facetbestemmingsplan, het voorkomen van de vestiging van supermarkten in delen van het centrum van Bergen, doorkruist zou worden.
In het besluit van 9 mei 2019 heeft de gemeenteraad besloten om:
Figuur 1.1 - uitsnede voorbereidingsbesluit Centrum Bergen (www.ruimtelijkeplannen.nl)
In het besluit wordt het begrip supermarkt gedefinieerd als:
"een zelfbedieningswinkel waar hoofdzakelijk voedingsmiddelen, waaronder verse groente,
brood en vlees (zijnde dagelijkse goederen) en soms enige niet dagelijkse goederen (zoals
huishoudelijke artikelen) worden verkocht [op een oppervlakte van]".
Het voorbereidingsbesluit heeft betrekking op het nog geldende deel van het bestemmingsplan 'Bergen Centrum' met identificatienummer 'NL.IMRO.03730000BPBergenCentrum-', zoals dat op 21-06-1977 onherroepelijk is geworden. Op grond van dit bestemmingsplan is het binnen diverse bestemmingen mogelijk om een nieuwe supermarkt te vestigen.
Met dit voorbereidingsbesluit wordt voorkomen dat zich binnen de bestemming ongewenste ontwikkelingen voor wat betreft de vestiging van supermarkten kunnen voordoen.
Het voorbereidingsbesluit is op 10 mei 2019 in werking getreden en heeft een werkingsduur van een jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding. Om de ongewenste ontwikkelingen op het gebied van de vestiging van supermarkten te voorkomen moet binnen één jaar i.c. het detailhandelsbeleid worden uitgewerkt en vastgelegd door middel van het ter inzage leggen van een ontwerpbestemmingsplan.
Het voorliggende facetbestemmingsplan voorziet hierin.
In het centrum van Bergen geldt ook het bestemmingsplan 'Bergen Centrum-Beschermd dorpsgezicht', met identificatienummer NL.IMRO.0373.BPG03000bergbeschd-GC01, zoals dat op 21-08-2013 deels onherroepelijk in werking is getreden. Dit plan vormt een geconsolideerde versie van de volgende besluiten/uitspraken:
Het bestemmingsplan 'Bergen Centrum-Beschermd dorpsgezicht' heeft betrekking op het centrum van Bergen voor zover dit van rijkswege is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Doel van het plan is om tot een actuele en eenduidige bestemmingsregeling te komen die de met het beschermde dorpsgezicht samenhangende waarden beschermd en die digitaal beschikbaar is ter vervanging van het in het plangebied vigerende bestemmingsplan.
In het geldende bestemmingsplan 'Bergen Centrum - Beschermd Dorpsgezicht' is op grond van de bestemming 'Gemengd - 1' de vestiging van nieuwe supermarkten niet uitgesloten.
In het verlengde van het voorbereidingsbesluit voor het aangrenzende gebied is het voornemen om ook binnen dit deel van het (historische) centrum ongewenste ontwikkelingen voor wat betreft de vestiging van nieuwe supermarkten te voorkomen.
Het voorliggende facetbestemmingsplan voorziet hierin.
Bergen is de grootste plaats in de gelijknamige gemeente. Bergen is nationaal bekend als kunstenaarsdorp met toonaangevende architectuur. In het centrum van Bergen is nog steeds veel van deze sfeer aanwezig. Het plangebied heeft betrekking op het centrum van Bergen.
De plangrens wordt in onderstaand figuur weergegeven.
Figuur 2.1 - begrenzing plangebied
Het plangebied heeft van oorsprong een kleinschalig karakter en herbergt verschillende functies. De functies variëren van maatschappelijke voorzieningen, toeristische voorzieningen en publieke gebouwen tot winkels en woningen.
Het centrum van Bergen is een bijzonder winkelgebied dat is gericht op het doen van boodschappen én op het recreatief winkelen in combinatie met horeca, door inwoners en toeristen. Omdat Bergen relatief veel winkels en horecavestigingen heeft en de winkels gemiddeld kleinschalig zijn, is het centrumgebied waarbinnen deze functies zijn geconcentreerd, relatief groot. De meeste winkels zijn gevestigd aan de Stationsstraat en Jan Oldenburglaan, Plein en Breelaan. In dit gebied zijn alle grote publiekstrekkers gevestigd (supermarkten Albert Heijn, Deen en Aldi, warenhuis Hema, drogisterijen en dergelijke).
Ten zuiden hiervan is een concentratie van winkels aanwezig in de Kerkstraat en omgeving (ten zuidoosten van de Ruïnekerk). Het betreft vooral een groot aantal zelfstandig ondernemers in uiteenlopende branches.
Het omvangrijke horeca-aanbod is verspreid over het hele centrum aanwezig, maar concentreert zich rondom de Ruïnekerk en de Breelaan ter hoogte van de Bakemaflat. Het gebied rondom de Ruïnekerk kenmerkt zich verder door een grote variatie van voor Bergen onderscheidende voorzieningen (winkels, horeca en voorzieningen in kunst en cultuur).
Figuur 2.2 - locatie winkels naar branchegroep en horeca binnen centrum Bergen (bron: Beleid supermarkten Centrum Bergen)
Op basis van de ligging van de winkels en horeca, de aard van de winkels en horeca, de belangrijkste toegangsroutes en de locatie van de belangrijkste parkeerlocaties, kan een hoofdstructuur van het centrum worden bepaald (zie navolgende figuur).
Figuur 2.3 - hoofdstructuur centrum Bergen (bron: Beleid supermarkten Centrum Bergen)
Het echte winkelgebied, waar de belangrijkste publiektrekkers zijn gevestigd en de belangrijke parkeergebieden zijn gelegen betreft de Stationsstraat en Jan Oldenburglaan, Plein en Breelaan. Er zijn op dit moment in het winkelgebied 3 supermarkten aanwezig met een bruto vloeroppervlak (bvo) groter dan 400 m2:
De parkeergebieden bij de Deen en de Albert Heijn/Aldi vormen de belangrijke bronpunten voor het centrum. In dit gebied worden boodschappen gedaan, gewinkeld en de horeca bezocht.
Het beschermde dorpsgezicht (gebied rondom de Ruïnekerk) is een gebied met een mix van horeca en speciale winkels. De autobereikbaarheid en parkeergelegenheid is hier beperkt. Hier wordt vooral recreatief gewinkeld en de horeca bezocht.
Het huidige ruimtelijke beleidskader voor ontwikkelingen in het centrum voldoet niet meer aan de huidige inzichten in het algemeen en de inzichten van de gemeenteraad in het bijzonder. Er is vooral behoefte aan een duidelijk ruimtelijk beleidskader dat het bijzondere van (het functioneren van) het centrum van Bergen erkent, ondersteunt en verder ontwikkelt en dat antwoord geeft op de vraag hoe met deze aanvragen van supermarkten kan/moet worden omgegaan.
Voor het centrum van de kern Bergen is in de beleidsnotitie 'Beleid supermarkten Centrum
Bergen' nieuw beleid voor supermarkten vastgelegd (zie ook paragraaf 3.3.3). Op grond hiervan beschikt de gemeente over een actueel ruimtelijk afwegingskader voor het beoordelen van de aanvragen. Dit geactualiseerde beleidskader vormt tevens de basis voor het actualiseren/aanpassen van de vigerende bestemmingsplannen op dit aspect voor het gebied.
De beleidsnotitie 'Beleid supermarkten Centrum Bergen' is als bijlage 1 opgenomen in de toelichting van dit bestemmingsplan.
In de beleidsnotitie wordt geconcludeerd dat Bergen een specifiek, kwalitatief goed centrumgebied met een sterke eigen identiteit heeft dat goed functioneert. De specifieke samenstelling van het winkelaanbod zorgt voor een subtiel samenspel van supermarkten, speciaalzaken, winkels in mode en luxeartikelen en horeca. Dit samenspel waarin geen van de verschillende onderdelen dominant is, zorgt voor de “eigen” vitaliteit van het centrum van Bergen en resulteert in het feit dat in Bergen vrijwel geen sprake is van leegstand.
Ten opzichte van het Nederlands gemiddelde is in Bergen sprake voor wat betreft de dagelijkse goederen (boodschappen doen) afwijkende verdeling tussen speciaalzaken en supermarkten. Dit is het kenmerkende én de kracht van Bergen. Juist hierdoor heeft Bergen, dat dicht bij het veel grotere Alkmaar ligt toch een hoge koopkrachtbinding. Dit specifieke aanbod heeft geleid tot een kwalitatief hoogwaardig centrumgebied. Inwoners bezoeken het dorp relatief veel te voet en per fiets en combineren relatief vaak het doen van boodschappen met bezoek aan horeca en winkels in mode en luxeartikelen.
Het winkelaanbod in dagelijkse goederen, met drie elkaar aanvullende supermarkten, voldoet kwalitatief, maar er is ruimte voor verdere ontwikkeling. De Deen supermarkt heeft een volwaardige maatvoering en voldoet (nog) aan de huidige maatstaven. Echter, zowel de Aldi als de Albert Heijn zijn te klein om hun omzet en hun assortiment kwijt te kunnen. In aanvulling op hetgeen gesteld in de beleidsnotitie wordt opgemerkt dat de supermarkten op dit moment zeer goed functioneren en hebben een hogere omzet per winkelmeter dan gewenst. Uitbreiding van de supermarkten (met name Albert Heijn) is gewenst, niet zozeer om de omzet toe te laten nemen, maar meer om de huidige omzet goed vast te houden en de operationele kosten van de supermarkt te verlagen door een ruimere supermarkt met meer schapmeters en meer ruimte in de winkel waardoor de kosten van het vullen van de winkel kunnen dalen en het out of stock (misgrijpen door de consument omdat een product is uitverkocht) wordt beperkt. Dit zal niet ten koste gaan van de speciaalzaken, maar beperkt het uitwijken van consumenten naar Alkmaar, waar ruimere supermarkten beschikbaar zijn.
Ook wordt geconstateerd dat door de relatief beperkte rol van de auto bij het doen van boodschappen in het centrum, Bergen een goede ruimtelijke kwaliteit heeft en er veel combinatiebezoek plaatsvindt tussen de verschillende soorten winkels en de horeca. Hierdoor is een groot én goed functionerend winkel en horeca aanbod ontstaan, ondanks een relatief lage waardering voor het parkeren en de bereikbaarheid.
Op basis van de analyse van de koopstromen en het functioneren van het winkelaanbod in dagelijkse goederen wordt in de beleidsnotitie ruimte voor uitbreiding van het winkelaanbod in dagelijkse goederen geraamd tussen de 700 en 1.200 m² winkelvloeroppervlak (wvo). Aangegeven wordt dat het wenselijk is om deze ruimte in te zetten om de twee in het centrum aanwezige te kleine supermarkten (Albert Heijn en Aldi) qua maatvoering kwalitatief op niveau te brengen.
Het toevoegen van een vierde supermarkt in het centrum van Bergen wordt niet wenselijk geacht omdat:
Gevolgen Corona pandemie
In aanvulling op de beleidsnotitie wordt tot slot nog opgemerkt dat het bestemmingsplan is gericht op het faciliteren en reguleren van ontwikkelingen voor een periode van 10 jaar. Ten tijde van de beleidsnotitie was de Corona pandemie in de eerste golf. Inmiddels is duidelijk geworden dat de Corona pandemie heeft geleid tot een hoger aandeel online boodschappen doen enerzijds en een hogere besteding aan met name luxere artikelen in speciaalzaken en supermarkten als het gaat om voedingswaren en dranken anderzijds. Uit onderzoeken naar de corona-impact op winkelgedrag en de vitaliteit van winkelgebieden (zie Retailinsiders en aanvullingen op KSO Oost Nederland) blijkt dat per saldo de supermarkten en speciaalzaken beter zijn gaan functioneren. Voor de langere termijn is het van belang dat zowel supermarkten als speciaalzaken een zodanige (ruime) huisvesting hebben dat zij “beleving op de winkelvloer kunnen creëren” als tegenhanger voor het stijgende online aandeel. Het zorgen voor supermarkten en speciaalzaken met een voldoende ruime maat dat de consument een kwalitatief hoogwaardige winkelbeleving geboden kan worden, is hierbij van groot belang, zeker in een setting als het centrum van Bergen.
Het beleid van de gemeente is om het bijzondere karakter en de bestaande vitaliteit van het winkel- en horeca-aanbod in het centrum van Bergen in stand te houden en verder te ontwikkelen.
Uit de analyse van de bestaande situatie blijkt dat er ruimte is voor de verdere ontwikkeling van het winkelaanbod in dagelijkse goederen. Voorgesteld wordt om de ontwikkelruimte (700 - 1.200 m² wvo), aan te wenden om de twee te kleine supermarkten qua omvang op een normaal peil te brengen. Dit zal niet leiden tot een structuurverschuiving binnen het winkelaanbod in dagelijkse goederen, waardoor het functioneren van de speciaalzaken in het centrum van Bergen in gevaar komt.
Om de supermarkten optimaal te laten functioneren als kwaliteit voor het centrum van Bergen is het gewenst om deze te concentreren op twee locaties aan de belangrijkste toegangsroutes aan de uiteinden van het centrumgebied (het zogenoemde haltermodel). Daarmee vormen de supermarkten natuurlijke bronpunten voor het centrum en zorgen ze ervoor dat de auto zo veel mogelijk aan de rand van het centrumgebied blijft. Hierdoor blijft er zo veel mogelijk ruimte vrij voor de (hoge) kwaliteit van de openbare ruimte en verblijven (in combinatie met horeca). De huidige locaties van Albert Heijn en Deen voldoen aan deze uitgangspunten.
De huidige locatie van de Aldi aan de Jan Oldenburglaan voldoet echter niet aan deze uitgangspunten. Deze supermarkt ligt niet aan een belangrijke toegangsroute naar het centrum, waardoor deze supermarkt autoverkeer het centrum in trekt. De huidige winkel is bovendien zo klein dat deze geen toekomstwaarde heeft. Uitbreiding in voldoende mate is op de huidige locatie economisch niet mogelijk, maar ook niet wenselijk. Indien de Aldi
wordt verplaatst zou het in principe uitgesloten moeten worden dat op de huidige locatie
een supermarkt terug kan komen. Vanuit het functioneren van het centrum van Bergen heeft verplaatsing naar een goed bereikbare locatie (ook vanuit andere kernen) buiten het centrum van Bergen. Hierdoor blijven in het centrum de Albert Heijn en de Deen over als primaire en secundaire supermarkt. In tegenstelling tot de Albert Heijn en de Deen is de Aldi niet essentieel voor het functioneren van het centrum van Bergen. Vanwege de lage bezoekfrequentie en het relatief hoge autogebruik is een Aldi ook niet zo passend binnen het profiel van het centrum van Bergen. Het is wel van belang dat er een discounter (zoals ALDI) gevestigd blijft binnen de kern Bergen, zodat er een compleet supermarktaanbod blijft voor alle inwoners en de koopkrachtbinding hoog blijft.
Figuur 2.4 - ontwikkelingsmodel voor het centrum van Bergen (bron: Beleid supermarkten Centrum Bergen)
Vertaling in het bestemmingsplan
Op basis van hiervan wordt in het voorliggende bestemmingsplan de vestiging van een nieuwe supermarkt in het centrum van Bergen uitgesloten. De bestaande drie supermarkten (met een bruto vloeroppervlak van ten minste 400 m2) worden op de bestaande locatie aangeduid. Deze worden daarmee toegestaan op de huidige locatie.
Wanneer de plannen voor de verplaatsing van de Aldi naar een nieuwe locatie uitgekristalliseerd zijn, zal de verplaatsing door middel van een aparte planologisch-juridische procedure worden gefaciliteerd. Voorwaarde daarbij zal zijn dat de
supermarkt-aanduiding op basis van het voorliggend bestemmingsplan voor de huidige
locatie zal worden verwijderd.
Daarvoor wordt in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Burgemeester en
wethouders kunnen in geval van een voorgenomen verplaatsing naar een andere locatie
van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik maken wanneer met rechthebbenden
overeenstemming is bereikt over het beëindigen van de supermarktfunctie op de
bestaande Aldi-locatie.
Op grond van het voorliggende bestemmingsplan wordt de mogelijkheden voor het vestigen van supermarkten binnen het centrum van Bergen beperkt tot de aangewezen locaties.
In het Verdrag ter oprichting van de Europese Gemeenschap wordt de interne Europese markt beschreven als een ruimte zonder binnengrenzen, waarin een vrij verkeer en een vrije vestiging van personen, goederen en diensten gewaarborgd is. Om de werking van die interne markt – en de concurrentie - te bevorderen, zijn meerdere Europese richtlijnen uitgebracht. De 'Richtlijn betreffende diensten op de interne markt' is er daar een van. De essentie van de Dienstenrichtlijn is dus het waarborgen van een vrij verkeer van diensten tussen de Europese Lidstaten en vrije vestiging van diensten van de ene in de andere lidstaat. De diensten waar de richtlijn betrekking op heeft, vormen een diverse en voortdurend veranderende verzameling van activiteiten die zowel zakelijke diensten als consumentendiensten betreffen.
Op grond van het arrest van Europese Hof van Justitie van 30 januari 2018 (Visser Vastgoed – Appingedam; ECLI:EU:C:2018:44) is - kort gezegd - bepaald dat detailhandel een 'dienst' is en dat daarom de Dienstenrichtlijn van toepassing is op bestemmingsplannen. Dit betekent dat er in beginsel geen vestigingsbeperkingen worden opgelegd mogen worden omdat die strijdig zijn met het Europees uitgangspunt van een vrije interne markt en vrijheid van vestiging van dienstverrichters.
Alleen onder strikte voorwaarden, “dwingende redenen van algemeen belang” zoals die zijn opgenomen in de Dienstenrichtlijn artikel 15 lid 3, kunnen vestigingsbeperkingen worden verbonden aan een locatie waar detailhandel is toegestaan.
Uit het arrest Appingedam blijkt dat, onder meer de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, met inbegrip van de stedelijke en rurale ruimtelijke ordening tot de dwingende reden van algemeen belang behoren (zie overweging 40 en artikel 4, aanhef en onder 8 van de Dienstenrichtlijn). Hierin kunnen rechtvaardigingen worden gevonden voor het opleggen van beperkingen binnen de mogelijkheden voor het vestigen van detailhandel.
Figuur 2.5 - voorwaarden voor het toetsen van beperkingen vanuit de Dienstenrichtlijn
In de beleidsnotitie wordt aangetoond dat de voorgestelde vestigingsbeperkingen ten aanzien van supermarkten voldoen aan en zijn onderbouwd conform de eisen uit artikel 15, lid 3 van de Dienstenrichtlijn.
Ter plaatse van het voorliggende plangebied zijn de volgende plannen van kracht:
Binnen het plangebied zijn op grond van afwijkingsprocedures diverse nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Zo is op 21 juni 1990, bij besluit van de gemeenteraad, de toenmalige uitbreiding/nieuwbouw van de Albert Hein mogelijk gemaakt.
Ten behoeve van het voorliggende bestemmingsplan wordt voor beide bestemmingsplannen allereerst de geldende regelingen beschreven. Op basis daarvan wordt helder of en in hoeverre supermarkten mogelijk zijn.
Begripsbepalingen
In de planregels van het bestemmingsplan 'Bergen Centrum' wordt het begrip detailhandel in de begripsbepaling (art. 1 lid w) als volgt gedefinieerd:
'de bedrijfsmatige verkoop van goederen aan en/of de verrichting van diensten ten
behoeve van particulieren, eventueel in combinatie met eenvoudige ambachtelijke
handelingen, die rechtstreeks verband houden met de verkoop of dienstverlening
verband houden'.
In de begripsbepalingen zijn nog twee relevante definities opgenomen:
In het bestemmingsplan is geen specifieke definitie opgenomen van supermarkt. Dit betekent dat supermarkten in principe zijn toegestaan binnen elke bestemming waarbinnen detailhandel in dagwinkels of winkelhuizen is toegestaan.
Bestemmingen
Omdat sprake is van een centrumgebied wordt de functie 'detailhandel' binnen de toegekende bestemmingen 'Woondoeleinden', 'Detailhandel', 'Woondoeleinden en Detailhandel', 'Bedrijven' en 'Erf' direct als recht of indirect mogelijk gemaakt:
Op basis van de voorschriften en de plankaart van het bestemmingsplan 'Bergen Centrum' is in onderstaand figuur een overzicht gemaakt van de mogelijkheden voor detailhandel binnen dit deel van het centrum.
Figuur 2.2 - overzicht mogelijkheden detailhandel o.b.v. bestemmingsplan Bergen Centrum
Binnen dit deel van het plangebied zijn twee bestaande supermarkt aanwezig met een bruto vloeroppervlak van ten minste 400 m2, te weten:
Begripsbepalingen
In de planregels van het bestemmingsplan 'Bergen Centrum - Beschermd Dorpsgezicht' wordt het begrip detailhandel in de begripsbepaling (art. 1 lid w) als volgt gedefinieerd:
'het ter plaatse bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop),
verkopen en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die
goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van
een beroeps- of bedrijfsactiviteit.'
Ook in dit bestemmingsplan is geen specifieke definitie opgenomen van supermarkt. Dit betekent dat supermarkten in principe zijn toegestaan binnen elke bestemming waarbinnen detailhandel is toegestaan.
Bestemmingen
Omdat sprake is van een centrumgebied wordt de functie 'detailhandel' binnen de toegekende bestemmingen 'Gemengd - 1' en 'Maatschappelijk' direct als recht mogelijk gemaakt:
Op basis van de planregels en de verbeelding van het bestemmingsplan 'Bergen Centrum - Beschermd Dorpsgezicht' is in onderstaand figuur een overzicht gemaakt van de mogelijkheden voor detailhandel binnen dit deel van het centrum (beschermd dorpsgezicht).
Figuur 2.3 - overzicht mogelijkheden detailhandel o.b.v. bestemmingsplan Bergen Centrum - Beschermd Dorpsgezicht
Binnen dit deel van het plangebied is één bestaande supermarkt aanwezig met een bruto vloeroppervlak van ten minste 400 m2, te weten Deen op het Plein 4 (Gemengd - 1).
Om de vestiging van supermarkten uit te kunnen sluiten dienen de planregels van beide bestemmingsplannen te worden aangevuld met een definitie van het begrip supermarkt. Daarbij wordt uitgegaan van de definitie zoals die is opgenomen in het voorbereidingsbesluit (zie paragraaf 1.2). Omdat sprake moet zijn van een grote supermarkt wordt de definitie voorzien van een minimale oppervlaktemaat (400 m2 brutovloeroppervlak).
Op grond van de planregels wordt bepaald dat nieuwvestiging van een supermarkt een vorm van verboden gebruik is.
Om te voorkomen dat de bestaande supermarkten ook als zodanig kunnen worden aangemerkt worden deze op de verbeelding aangeduid als supermarkt.
Wanneer de plannen voor de verplaatsing van een supermarkt naar een nieuwe locatie binnen of buiten het centrum uitgekristalliseerd zijn (zie paragraaf 2.2.2), zal de verplaatsing door middel van een aparte planologisch-juridische procedure worden gefaciliteerd. Voorwaarde daarbij zal zijn dat de supermarkt-aanduiding op basis van het voorliggend bestemmingsplan voor de huidige locatie zal worden verwijderd.
Daarvoor wordt in de planregels een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Burgemeester en wethouders zullen in geval van een beoogde verplaatsing naar een andere locatie van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik maken wanneer overeenstemming met rechthebbenden overeenstemming is bereikt over het beëindigen van de supermarktfunctie op de bestaande locatie.
De kaders van het rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte(SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte en heeft als uitgangspunt 'Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig'.
De SVIR omvat drie hoofddoelen, die als volgt zijn geformuleerd:
Voor een aanpak die Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maakt, moet het roer in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid om. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. De nationale belangen hebben onder andere betrekking op ruimte voor waterveiligheid, behoud van nationale unieke cultuurhistorische kwaliteiten en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur.
Er spelen voor wat betreft dit facet bestemmingsplan geen nationale belangen die relevant zijn voor dit bestemmingsplan en/of vastgelegd dienen te worden in de planregels.
Zorgvuldig ruimtegebruik is het uitgangspunt van de (rijks)overheid. Om dit principe beter te borgen is sinds 2012 de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. Sinds 1 juli 2017 luidt de formulering van de Ladder in artikel 3.1.6. lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro): 'De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.'
Op grond van de ladder moeten de volgende punten worden geadresseerd:
In het voorliggende geval is geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. De vestiging van supermarkten wordt uitgesloten. De ladder voor duurzame verstedelijking is in dit geval niet relevant.
Provincie Noord-Holland wil dat iedereen die hier woont, werkt en op bezoek komt een prettige leefomgeving aantreft. Nu, maar ook in de toekomst. De omgevingsvisie is daarom geen ‘nietje’ door de bestaande plannen, maar een nieuwe visie die gedragen wordt door zoveel mogelijk partijen. Hiervoor zijn verschillende participatievormen ingezet (co-creatie, consultatie) om zowel online als offline het gesprek aan te gaan.
De provincie wil balans tussen economische groei en leefbaarheid. Dit betekent dat in heel Noord-Holland een basiskwaliteit van de leefomgeving wordt gegarandeerd. Er zijn randvoorwaarden geformuleerd hoe om te gaan met klimaatverandering. De provincie ontwikkelt zoveel mogelijk natuurinclusief en met behoud van (karakteristieke) landschappen, clustert ruimtelijke economische ontwikkelingen rond infrastructuur en houdt rekening met de ondergrond.
In de visie zijn 5 bewegingen met ontwikkelprincipes beschreven voor de ontwikkeling van de leefomgeving:
De beweging ‘Sterke kernen, sterke regio’s’ beoogt handvatten te geven om de werkgelegenheid, het voorzieningenniveau en de bereikbaarheid op peil te houden. En om dorpen, steden en regio’s de krachtige identiteit die ze zo kenmerkt te laten behouden of te ontwikkelen. In het regionale netwerk zijn de verschillende typen kernen complementair aan elkaar.
Groen-binnenstedelijke kernen en dorpskernen, zoals Bergen, horen bij het regionale netwerk, versterken dat en zijn aanvullend op wat de centrumstad als Alkmaar te bieden heeft en andersom. Zij bieden een woon- en werkmilieu passend bij dit type kern. Het beleid is erop gericht om kernen hun eigen identiteit te laten behouden.
Ten aanzien van detailhandel wordt opgemerkt dat mede door de ontwikkeling van online winkelen bij met name detailhandel sprake is van een toenemende leegstandsopgave en noodzaak tot transformatie. Dit vraagt om regionale afstemming en selectiviteit om winkelcentra krachtig en onderscheidend te houden. Leegstand is niet goed voor de ruimtelijke kwaliteit, vitaliteit en leefbaarheid van het landelijk gebied. Daarom moeten mogelijkheden voor alternatieve functies tijdig in beeld komen. Zo ontstaan economische kansen en mogelijkheden om de energietransitie vorm te geven.
Met het voorliggende facetbestemmingsplan wordt op het beoogde beleid aangesloten.
In de Omgevingsverordening zijn instructieregels opgenomen waaraan ruimtelijke plannen in Noord-Holland moeten voldoen. Ten aanzien van detailhandel ziet de omgevingsverordening vooral toe op (het reguleren van) detailhandel op bedrijventerreinen en kantorenlocaties. Aangegeven wordt dat een Regionale Adviescommissie Detailhandel adviseert over aangelegenheden met betrekking tot detailhandel in de betreffende regio's. onder detailhandel) en op nieuwvestiging van detailhandel op bedrijventerreinen en kantorenlocaties.
In dit geval zijn deze regels niet relevant omdat dit bestemmingsplan uitsluitend toeziet op het uitsluiten van supermarkten.
De nota 'Detailhandelsbeleid Noord-Holland 2015-2020 is een actualisatie van de nota uit 2009. In de nota geeft de provincie Noord-Holland aan ruimte te willen blijven bieden aan de verdere ontwikkeling van detailhandel, om ook op langere termijn een vitale, dynamische en concurrerende structuur te huisvesten.
De missie van de provincie is 'het versterken van de detailhandelsstructuur in Noord-Holland', waarbij de volgende beleidsdoelen geformuleerd zijn:
De realisatie van deze beleidsdoelen vindt plaats door het inzetten van de Regionale Advies Commissies (RAC), regionale visies, structuurvisie en ruimtelijke verordening, kennis- en informatievoorziening. Advisering door de Regionale Advies Commissie is aan de orde bij nieuwe ontwikkelingen vanaf 1.500 m² en voor de grotere specifiek benoemde centra vanaf 3.000 m². Bergen wordt niet genoemd als een van de grote winkelcentra.
Voor uitbreiding van bestaande winkelgebieden is de norm 5.000 m² in alle winkelgebieden.
In het geval van voorliggend bestemmingsplan is geen sprake van het mogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen of grootschalige uitbreiding van bestaande detailhandel. Regionale afstemming is derhalve formeel niet noodzakelijk.
De Regionale Detailhandelsvisie 2025 Regio Alkmaar (juni 2016) bevat de regionale afspraken ten aanzien van besluitvorming over nieuwe initiatieven binnen de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Uitgeest.
In de visie is een uitgebreide analyse gemaakt van de detailhandel in de regio Alkmaar, waar de gemeente Bergen deel van uitmaakt. Uit de analyse door Retail Management Center (RMC) blijkt dat de detailhandelsstructuur over het algemeen gezond is, maar dat de regio ervoor moet blijven zorgen dat de structuur sterk blijft en dat de zwakke plekken worden aangepakt.
Aan de hand van 11 indicatoren is voor de winkelgebieden in de regio een indicatie gegeven van de toekomstbestendigheid van de winkelgebieden in hun huidige vorm, mede in relatie tot de concurrentie in de directe omgeving. Het centrum van Bergen wordt in de visie aangemerkt als een toekomstbestendig recreatief winkelgebied met een maximale score (100% groen).
Om de winkelgebieden binnen de bestaande structuur te versterken streeft de regio ernaar dat winkels zoveel mogelijk deel uit (blijven) maken van winkelgebieden. Daar versterken ze elkaar en zijn aantrekkelijke winkelgebieden te realiseren. Omdat de marktruimte beperkt is zullen nieuwe ontwikkelingen gericht ingezet worden om de bestaande winkelgebieden in de detailhandelsstructuur te versterken. Daarbij wordt er binnen de regio voor gekozen om voor elk winkelgebied een duidelijke keuze te maken voor een sterke identiteit en functie (recreatief, boodschap- of doelgericht winkelgebied).
Het centrum van Bergen wordt in de visie aangemerkt als een 'recreatief winkelgebied'; een compleet winkelcentrum gericht op ontspanning en vermaak. Het winkelaanbod richt zich op niet-dagelijkse artikelen. Het winkelen (shoppen) op zich is voor de consument belangrijker dan de aankoop.
Om te komen tot sterke recreatieve winkelgebieden worden de volgende hoofdpunten genoemd:
Met het voorliggend facetbestemmingsplan wordt op dit beleid aangesloten.
Door Droogh Trommelen en Partners (DTNP) is vooruitlopend op de structuurvisie het marktonderzoek geactualiseerd. Heel duidelijk blijkt de behoefte aan sfeer en passende kwaliteit voor het centrum van Bergen. Tegelijkertijd maakt de visie duidelijk dat een bescheidener programma beter past bij de huidige marktvraag.
De inzet is op het behouden en versterken van het profiel van Bergen. Dat betekent dat nadruk ligt op de kwaliteit van het dorp nabij kust en natuur, het imago van kunstenaarsdorp, de gevarieerde en onderscheidende architectuur en goede kwaliteit van voorzieningen. Ten opzichte van andere recreatiekernen kan juist sterker ingezet worden op passende kwaliteitsniveaus: een beetje exclusief én toegankelijk voor ieder.
Wat ontwikkeling betreft, onderbouwt het rapport de behoefte aan een aantrekkelijke verblijfsruimte, een logische routing voor winkelend publiek en passend programma centrumfuncties. Een supermarkt wordt daarbij als belangrijke trekker beschouwd.
De ontwikkelingsvisie presenteert een gefaseerde ontwikkeling van deelgebieden die volledig onafhankelijk van elkaar en flexibel kunnen worden uitgewerkt maar wel passen in een overkoepelend plan met hoge kwaliteit. Dat is uitgewerkt naar een ruimtelijk-functioneel basismodel en een basismodel+.
Het maximaal te behalen programma, zoals vastgelegd in basismodel+, heeft als basis gediend voor het Masterplan Mooi Bergen 2.0 en Structuurvisie Mooi Bergen 2.0.
Voor een deel van het voorliggende plangebied is op basis van de Ontwikkelingsvisie Mooi Bergen 2.0 (vastgesteld op 25 september 2014) en het Masterplan 2.0 Mooi Bergen (vastgesteld op 5 december 2014) de Structuurvisie Mooi Bergen 2.0 opgesteld.
De Structuurvisie Mooi Bergen 2.0 is op 15 januari 2015 vastgesteld door de raad van de gemeente Bergen. De gemeente Bergen legt met de structuurvisie Mooi Bergen 2.0 de basis voor een mogelijke herontwikkeling van de omgeving van het Plein. Daarbij gaat het om het creëren van een levendiger en meer samenhangend centrum, verbetering van de entree van het centrum en van het winkelcircuit, het realiseren van meer ruimte voor wonen in het centrum en verbetering van de verkeerssituatie en het parkeren.
De Structuurvisie Mooi Bergen 2.0 gaat uit van een verbetering van het centrum en de daarin gelegen functies. Het betreft verbeteringen van de verkeersstructuur en de inrichting van de openbare ruimte. Ook wordt ruimte gegeven aan passende kwalitatieve stedelijke voorzieningen zoals winkels, horeca en woningen. Daarbij werd uitgegaan van de relocatie van de bestaande Aldi naar de zuidzijde van het Plein (naast Deen).
Figuur 3.2 - Beoogde functies (bron: structuurvisie Mooi Bergen 2.0)
De inzet van de structuurvisie is om stimulerende kaders te bieden zodat initiatiefnemers mee kunnen doen. Dat betekent ook dat naast duidelijke regie op de hoofdkoers, er voldoende flexibiliteit moet zijn zodat er speelruimte ontstaat voor de uitwerking.
Beeldkwaliteitskader Mooi Bergen 2.0
In aanvulling op de van de structuurvisie is het Beeldkwaliteitskader Mooi Bergen 2.0 opgesteld. Dit beeldkwaliteitskader vormt de inspiratiebron, de leidraad en de toetssteen voor bouw- en inrichtingsplannen die passen binnen de structuurvisie.
Stedenbouwkundige contourenkaart
In 2015 is besloten de structuurvisie te verfijnen, dat heeft geleid tot de stedenbouwkundige studie 'het Haltermodel'. De belangrijkste elementen uit deze verfijningstudie zijn verwoord in de stedenbouwkundige contourenkaart. Deze kaart is op 1 oktober 2015 door de raad vastgesteld als vertrekpunt voor de verdere uitwerking van plandelen in onderlinge samenhang.
Door de stedenbouwkundige contourenkaart is het mogelijk plandelen los van elkaar uit te werken.
De Zeven Dorpelingen
Op grond het structuurvisie Mooi Bergen 2.0 is voor de Harmonielocatie als onderdeel van de totaalontwikkeling van de omgeving van het Plein gestart met het bestemmingsplan 'De Zeven Dorpelingen' in procedure gebracht. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan is door de Raad van State op 10 april 2019 integraal vernietigd (Uitspraak 201709752/1/R1).
Het voorgaande beleid voldoet niet meer aan de huidige inzichten in het algemeen en de inzichten van de gemeenteraad in het bijzonder. In de Beleid supermarkten Centrum Bergen wordt het beleid geactualiseerd (zie navolgende paragraaf 3.3.3).
Het beleidskader voor ontwikkelingen in het centrum van Bergen, zoals opgenomen in de structuurvisie Winkelhart Bergen (vastgesteld in 2011) en de structuurvisie Mooi Bergen 2.0 (vastgesteld in 2015; zie voorgaande paragraaf) zijn verouderd c.q. voldoet niet meer aan de huidige inzichten in het algemeen en de inzichten van de gemeenteraad in het bijzonder.
Er is met name behoefte aan een duidelijk beleidskader dat het bijzondere van (het functioneren van) het centrum van Bergen erkent, ondersteunt en verder ontwikkelt en dat antwoordt geeft op de vraag hoe met deze aanvragen van supermarkten kan worden omgegaan.
In de notitie 'Beleid supermarkten Centrum Bergen' is het beleidskader voor supermarkten in het centrum van de kern Bergen geactualiseerd zodat er een nieuw ruimtelijk afwegingskader is voor het beoordelen van de aanvragen. De notitie is als bijlage 1 opgenomen in de toelichting van dit bestemmingsplan. Het geactualiseerde beleidskader vormt de basis voor het aanpassen van de geldende bestemmingsplannen op dit aspect voor het gebied (zie verder paragraaf 2.2).
Met het voorliggend facetbestemmingsplan wordt op dit beleid aangesloten.
Het voorliggende plan is juridisch vormgegeven als een paraplu facet-bestemmingsplan. Dit betekent dat het 'onderliggende' geldende bestemmingsplannen niet integraal wordt aangepast/ gewijzigd, maar dat het voorliggend plan slechts één facet van de onderliggende plannen herziet.
Ten aanzien van het onderwerp 'supermarkten', dat het voorliggend bestemmingsplan nader regelt, gelden de regels in dit paraplu facetbestemmingsplan als een nadere aanvulling op de geldende planregels van het bestemmingsplannen 'Bergen Centrum' en 'Bergen Centrum - Beschermd dorpsgezicht'. De planregels van de bestemmingsplannen blijven, voor zover deze buiten het kader van voorliggend paraplu facetbestemmingsplan vallen, van overeenkomstige toepassing.
Het voorliggend bestemmingsplan wordt digitaal beschikbaar gesteld en wat betreft de regels en verbeelding is aangesloten op de wettelijke standaardiseringsvereisten van het RO2012/SVBP 2012. Verder zijn een overgangsregeling en een anti-dubbeltelregel uit het Bro opgenomen.
Omdat in de geldende bestemmingsplannen te veel ruimte werd gelaten voor de vestiging van supermarkten in delen van het centrum van Bergen heeft de gemeenteraad op 9 mei 2019 een voorbereidingsbesluit genomen voor delen van het centrum van Bergen waar de planologische mogelijkheid aanwezig is voor detailhandel.
In het vervolg daarop biedt het voorliggend paraplu facetbestemmingsplan het juridisch kader waarin de beoogde maatregelen planologisch-juridisch worden geborgd. Onderstaand worden de onderdelen van het voorliggend bestemmingsplan toegelicht.
De verbeelding bestaat uit een contour van het gebied waarvoor de planregels worden aangevuld. De bestaande supermarkten (met een minimale bruto vloeroppervlak van 400 m2) worden binnen de contour aangeduid met de functie-aanduiding 'supermarkt'. Voor de ter plaatse geldende bestemmingen moet het onderliggende bestemmingsplan worden geraadpleegd.
Begrippen
Omdat in het onderliggende bestemmingsplan geen nadere omschrijving is gegeven van het begrip 'supermarkt', is hiervoor in de regels een definitie opgenomen (zie art 1.4). De definitie is overgenomen uit het voorbereidingsbesluit en voorzien van een minimale maatvoering van 400 m2 bvo. Ter verduidelijking is ook het begrip voor 'bruto
vloeroppervlak (bvo)' opgenomen.
Er wordt van uitgegaan dat een supermarkt vanaf 400 m2 een grotere ruimtelijk relevante invloed heeft op het centrumgebied, onder andere vanuit het oogpunt van parkeren en de verkeersaantrekkende werking. Dat betekent dat bestaande en ook nieuwe detailhandelsbedrijven in de vorm van een zelfbedieningswinkel met een bvo van minder dan 400 m2 zijn toegestaan, maar in het kader van dit bestemmingsplan niet worden aangemerkt als supermarkt.
Wijze van meten
In de wijzen van meten is aangegeven dat de vloeroppervlakte van een gebouw gemeten moet worden op basis van de NEN2580.
Van toepassingverklaring
In dit onderdeel worden de beide bestemmingsplannen genoemd waarop het voorliggend facetbestemmingsplan een aanvulling op de planregels is.
Algemene gebruiksregels
In de algemene gebruiksregels van het facetbestemmingsplan wordt het gebruik als supermarkt expliciet uitgesloten, met uitzondering van de supermarkten die op de verbeelding als zodanig zijn aangeduid.
Algemene wijzigingsregels
In de planregels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding 'supermarkt'
geheel of gedeeltelijk te verwijderen. De planregel vormt daarmee een logisch gevolg van
het primaire bestemmingsplan en leidt daarmee niet tot een geheel nieuw planologisch
concept. Gebruik van de wijzigingsbevoegdheid is bedoeld ter regulatie van het aantal
vierkante meters supermarkten. Daarmee is, mede gelet op de rechtszekerheid van
belanghebbenden, voldoende in concrete mate bepaald in welke gevallen en op welke
wijze hiervan gebruik mag worden gemaakt.
Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van
State met betrekking tot het voorliggend bestemmingsplan (zie paragraaf 6.2.4) is de
wijzigingsbevoegdheid om de aanduiding 'supermarkt' geheel of gedeeltelijk te
verwijderen vernietigd. De betreffende bepaling in de planregels is daarom doorgehaald.
Tot slot
In de planregels is een anti-dubbeltelregel opgenomen en tot slot wordt ingegaan op het overgangsrecht en de slotbepaling.
Dit facetbestemmingsplan is door de gemeente opgesteld. Het plan maakt op zichzelf geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Aan de uitvoering van dit bestemmingsplan zijn geen kosten verbonden en eventuele financiële gevolgen van het vaststellen ervan zijn voor rekening van de gemeente. Een planschaderisico-analyse is uitgevoerd.
Dit plan wordt daarmee uitvoerbaar geacht.
Een exploitatieplan is voor het voorliggende facetbestemmingsplan dan ook niet aan de orde.
Dit bestemmingsplan is door de gemeente opgesteld om binnen het centrum van Bergen de vestiging van nieuwe supermarkten groter dan 400 m2 uit te sluiten. Het bestemmingsplan maakt op zichzelf geen ontwikkelingen mogelijk. Het bestemmingsplan 'supermarkten' is tegelijkertijd met de nieuwe beleidsnotitie Beleid supermarkten Centrum Bergen (zie paragraaf 3.3.3) in procedure gebracht. Het Beleid is inmiddels (december 2020) vastgesteld door de gemeenteraad van Bergen.
Gelet op de aard van het bestemmingsplan, waarbij de vestiging van nieuwe supermarkten wordt uitgesloten, zijn de diverse omgevingsaspecten (milieu, ecologie enzovoorts) niet relevant voor het plan. ten aanzien van de verplichte watertoets (3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening) wordt opgemerkt dat het plan geen effecten heeft op de waterhuishouding.
Bij bestemmingsplannen is het voeren van vooroverleg op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening verplicht. Gelet op het tijdpad is dit niet op de reguliere wijze mogelijk voorafgaand aan de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan. Er is gericht overleg gevoerd met instanties. Dit heeft niet geleid tot wijzigingen van het plan.
Omdat het bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk maakt, is het facetbestemmingsplan direct als ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. Een ieder is in de gelegenheid gesteld om zienswijzen in te dienen. Ontvankelijke zienswijzen zijn verwerkt in een Nota van zienswijzen. Hierin is beoordeeld of de zienswijzen aanleiding hebben gegeven tot het wijzigen van het bestemmingsplan.
Na de vaststelling wordt het vastgestelde bestemmingsplan eveneens gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend, beroep instellen tegen het vastgestelde bestemmingsplan.
Het facetbestemmingsplan 'Supermarkten' is op 6 juli 2021 vastgesteld. Tegen dit besluit hebben drie verweerders beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling). Op 18 januari is door de Afdeling uitspraak gedaan (zie uitspraak: 202105921/1/R1).
In de uitspraak wordt het beroep van een van de appelanten ongegrond verklaard. Het beroep van de twee andere appelanten wordt gegrond verklaard. Het betreft de wijzigingsbevoegdheid waarmee Burgemeester en wethouders de aanduiding 'supermarkt' geheel of gedeeltelijk kunnen verwijderen indien het gebruik als supermarkt voor een periode langer dan twaalf maanden is onderbroken (artikel 6.1).
De Afdeling constateert dat in de plantoelichting dat als voorwaarde voor verplaatsing van de Aldi naar een locatie buiten het centrum geldt dat de aanduiding 'supermarkt' van het perceel Jan Oldenburglaan 21 zal worden verwijderd. Tijdens de zitting is erkend dat alleen Aldi ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan het concrete voornemen had om haar huidige locatie te verplaatsen naar een andere locatie buiten het centrum. Daarbij wordt gesteld dat het de voorkeur heeft om de supermarkten te lokaliseren aan de belangrijkste toegangsroutes aan de uiteinden van het centrumgebied, het zogenoemde haltermodel. Aan het einde van de halter bevinden zich nu Albert Heijn en Deen. De wijzigingsbevoegdheid zou ook toegepast kunnen worden op de Albert Heijn of de Deen-supermarkt. Deze supermarkten hadden echter ten tijde van de planvaststelling niet het concrete voornemen om zich elders te vestigen.
De Afdeling stelt vast dat een motivering over de noodzaak van de wijzigingsbevoegdheid ten aanzien van alle supermarktlocaties in het plangebied in de plantoelichting ontbreekt. De in de plantoelichting opgenomen motivering is alleen toegesneden op de locatie Jan Oldenburglaan 21, waar de Aldi gevestigd is. De Afdeling is er van overtuigd dat artikel 6.1. van de planregels niet regelt wat de raad bij vaststelling van het plan voor ogen stond. De Afdeling is dan ook van oordeel dat de raad de wijzigingsbevoegdheid niet had kunnen opnemen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
De uitspraak van de Afdeling wordt separaat gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl.