direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluplan Bergingsgebieden HHNK
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0373.BPGwaterHHNK-C001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hierna: HHNK) heeft in de gemeente Bergen een drietal bergingsgebieden gerealiseerd. Hoewel deze bergingsgebieden reeds zijn aangelegd en in de legger van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier zijn opgenomen, dienen de bergingsgebieden voor een goede juridische borging tevens te worden vastgelegd in een bestemmingsplan.


Aangezien de bergingsgebieden in meerdere bestemmingsplannen zijn gelegen, is er voor gekozen om de juridische borging met een parapluplan te regelen. Met een parapluplan kunnen onderliggende bestemmingsplannen gedeeltelijk worden herzien.

1.2 Ligging plangebied(en)

Het parapluplan 'Bergingsgebieden HHNK' heeft betrekking op drie bergingsgebieden:

  • Vliegveld Bergen;
  • Over 't Hek;
  • Saenegheest.


Op onderstaand figuur is de globale ligging van de drie bergingsgebieden in blauw aangeduid. Voor de exacte locatie en afmetingen van de bergingsgebieden zoals deze zijn opgenomen op de verbeelding van het voorliggende parapluplan, is aangesloten bij de begrenzing zoals vastgelegd in de Legger Wateren 2016 van het HHNK.


afbeelding "i_NL.IMRO.0373.BPGwaterHHNK-C001_0001.png"

Figuur 1.1 Ligging plangebied(en)

1.3 Vigerende regeling(en)

De waterberging Vliegveld Bergen valt binnen het plangebied van het bestemmingsplan Landelijk gebied Zuid (vastgesteld op 27 mei 2014). De betreffende gronden hebben binnen dat bestemmingsplan de bestemming Natuur. De waterbergingen Over 't Hek en Saenegheest liggen beiden in het plangebied van het bestemmingsplan Landelijk gebied Noord (vastgesteld 7 juli 2011). De gronden hebben binnen dat bestemmingsplan de bestemming Agrarisch-Landschapsbehoud.

1.4 Leeswijzer

Deze toelichting bevat de volgende onderdelen:

  • Hoofdstuk 2: planbeschrijving;
  • Hoofdstuk 3: juridische planbeschrijving;
  • Hoofdstuk 4: uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft als uitvoerende partij de afgelopen jaren op verschillende locaties in het landelijk gebied van gemeente Bergen waterbergingen in realisatie genomen. Doel van de bergingen is bij extreme regenval wateroverlast in het gebied te beperken. Het gaat om de volgende drie locaties:

  • 1. het voormalige vliegveld Bergen (ten zuiden van Bergen);
  • 2. Over 't Hek (bij Aagtdorp);
  • 3. Saenegheest (ten oosten van Bergen).

De waterberging Vliegveld Bergen ligt binnen het plangebied van het bestemmingsplan Landelijk gebied Zuid en de gronden ter plaatse van de waterberging hebben de bestemming Natuur. De waterbergingen Saenegheest en Over 't Hek liggen beiden in het plangebied van het bestemmingsplan Landelijk gebied Noord en de gronden ter plaatse van de waterbergingen hebben beiden de bestemming Agrarisch-Landschapsbehoud. In de planregels behorende bij deze bestemmingen is aangegeven dat de gronden ook gebruikt kunnen worden voor waterberging. Op grond daarvan hoefde de bestemming niet noodzakelijkerwijs gewijzigd te worden voor de aanleg van de waterbergingen.

Desalniettemin heeft HHNK voor het gebruiken van de waterberging niet alleen te maken met de Wro en het bestemmingsplan, maar ook met de Waterwet. Het kan namelijk noodzakelijk zijn om een gedoogplicht op te leggen. Op grond van artikel 5.26 van de Waterwet moeten rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken, gelegen in of deel uitmakend van een oppervlaktewaterlichaam of bergingsgebied, wateroverlast en overstromingen ten gevolge van de afvoer of tijdelijke berging van oppervlaktewater dulden. Wil HHNK aan de ingelanden een gedoogplicht kunnen opleggen, dan moet er sprake zijn van een 'bergingsgebied', zoals dat in de Waterwet is gedefinieerd.

Het begrip 'bergingsgebied' is in artikel 1.1 van de Waterwet als volgt omschreven:

“Een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen.”

Uit de definitie volgt dat bergingsgebieden niet alleen als waterstaatswerk moeten worden opgenomen in de legger, hetgeen reeds is gebeurd, maar ook ruimtelijk moeten zijn bestemd - via het ruimtelijke ordeningsspoor - voor de tijdelijke berging van water. De bergingsgebieden hebben, zoals hierboven aangegeven, nu als bestemming: “Agrarisch – Landschapsbehoud” en "Natuur" en niet de (dubbel)bestemming “Waterstaat - Waterbergingsgebied”. Dat in de huidige planregels binnen alle bestemmingen waterberging is toegestaan kan niet worden gelijkgesteld met het voor waterstaatkundige doeleinden bestemmen van een bepaald gebied. Daarvoor dient het bergingsgebied te worden begrensd op de verbeelding van het parapluplan.

Tot op heden werd het niet ingeschat als een groot risico dat de bergingsgebieden nog niet in de ruimtelijke ordening waren geborgd, omdat de gronden grotendeels in eigendom waren van overheidspartijen. Echter, de provincie is nu voornemens om een aantal van de als extensief grasland te beheren gronden aan een beheerder te verkopen. Om die reden acht HHNK het op dit moment toch noodzakelijk om de drie bergingsgebieden alsnog goed te borgen in het (paraplu)bestemmingsplan, om zeker te stellen dat de gronden, ongeacht de eigendomssituatie, kunnen inunderen in tijden van extreme neerslag. HHNK heeft daarom aan de gemeente verzocht om de vigerende bestemmingsplannen te wijzigen. De gemeente heeft gevolg gegeven aan dit verzoek en voorliggend parapluplan in procedure gebracht.

Voor alle drie de bergingen is afzonderlijk een projectplan geschreven (bijlagen 1, 2 en 3). Hierin wordt verder ingegaan op o.a.:

  • de ligging van de gebieden;
  • toetsing aan beleidskaders;
  • omschrijving van de (inmiddels uitgevoerde) werkzaamheden;
  • de verrichte onderzoeken en toetsing aan relevante mileuaspecten.

Conclusie is dat het plan niet in strijd is met beleid of regelgeving.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

Dit parapluplan bevat alleen een dubbelbestemming. Deze wordt als een paraplu over de geldende bestemmingsplannen gelegd. Er wordt als het ware een laag aan de betreffende bestemmingsplannen toegevoegd.

In artikel 2 is een toepassingsregel opgenomen waarin is bepaald welke bestemmingsplannen worden herzien. Omdat de regeling overkoepelend geldt voor meerdere bestemmingsplannen wordt het een parapluplan genoemd.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, eerste lid, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) onderzoek plaats te vinden naar de financiële uitvoerbaarheid van het plan. Doorgaans is relevant de vraag of er gemeentelijke kosten zijn en hoe deze verhaald worden. Deze vraag omhelst tevens eventuele planschade.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 is het onder omstandigheden verplicht om aan het opstellen van een bestemmingsplan een exploitatieplan te koppelen. Een exploitatieplan is niet verplicht indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie van de in het plan opgenomen gronden op een andere wijze is verzekerd (artikel 6.12, lid 2 sub a Wro).

De begeleiding van de planologische procedure is door middel van het heffen van leges gedekt. Daarnaast is het aanleggen van voorzieningen in het aangrenzende openbaar gebied niet aan de orde en wordt het opstellen van het parapluplan door de initiatiefnemer bekostigd. Voor de gemeente Bergen NH zijn derhalve geen kosten verbonden aan het opstellen en uitvoeren van dit parapluplan.

De economische uitvoerbaarheid van het parapluplan is voldoende aangetoond.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het kader van het wettelijk vooroverleg (ex artikel 3.1.1. Bro) wordt het concept ontwerp parapluplan toegezonden aan de diverse overlegpartners. De reacties van de overlegpartners worden verwerkt in het ontwerp parapluplan.

Het ontwerp parapluplan heeft vanaf 10 mei 2018 voor een periode van 6 weken ter visie gelegen. Gedurende deze periode zijn er geen zienswijzen ingediend.