Plan: | MAG-complex |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0373.BPG9006magcomplex-C001 |
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Deze bestemming geldt voor de gronden waarop de bedrijven gevestigd worden; zowel de bebouwde als de onbebouwde gronden. In de regels is bepaald dat ter plaatse een staalconstructiebedrijf en een aannemingsbedrijf gevestigd mogen worden. Door middel van de aanduidingen 'bedrijven tot en met categorie 3.2', 'bedrijven tot en met categorie 3.1' en 'bedrijven tot en met categorie 2' in combinatie met de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 van de planregels), is aangegeven tot welke categorie bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan, gelet op de afstanden tot woningen. Daarnaast is de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-1' opgenomen voor de gronden waar naast de algemene toelaatbaarheid tevens het aannemingsbedrijf in categorie 3.2. van de Staat van Bedrijfsactiviteiten is toegestaan. In hoofdstuk 4 van deze toelichting is onderbouwd dat dit bedrijf toelaatbaar is ter plaatse.
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is uitsluitend een bedrijfswoning toegestaan.
Gebouwen en overkappingen dienen gebouwd te worden in het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. Het aangeduide bebouwingspercentage geeft aan welk percentage van het bouwvlak bebouwd mag worden met gebouwen en overkappingen. De bestaande gebouwen in de buitenrand zijn voorzien van een afzonderlijk bouwvlak, het bebouwingspercentage bedraagt hier 100%. Het middenterrein heeft vervolgens een eigen bouwvlak, waarbij het bebouwingspercentage 37% bedraagt. Dit bouwvlak mag in zijn geheel voor maximaal 37% met gebouwen en overkappingen worden bebouwd. Het hanteren van dit percentage van het bouwvlak betekent dat het gehele voormalige MAG-complex voor maximaal 22% bebouwd mag worden. De overige gronden zijn immers gelegen buiten het bouwvlak dan wel hebben de bestemming Bos of Groen toegekend gekregen waarop niet gebouwd mag worden. Het percentage 3% is lager dan het bebouwingspercentage uit het vigerende bestemmingsplan.
De aangegeven goot- en bouwhoogten dienen in acht te worden genomen. Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan tot een hoogte van 3 m. Buitenopslag op de onbebouwde gronden is uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 8 m. gelet op de afschermende bosrand is deze hoogte acceptabel.
Deze bestemming is opgenomen voor de groene buitenrand van het terrein en een deel van het binnenterrein. Water is binnen deze bestemming ook toegestaan. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
Deze bestemming is opgenomen voor de delen van het terrein die groen zijn/worden ingericht, maar die niet per definitie bestaan uit bos. Water is binnen deze bestemming ook toegestaan. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
De calamiteitenroute die is voorzien is met een specifieke aanduiding aangegeven.
De bestemming Water geldt voor de bestaande primaire watergangen.
Artikel 7 Waarde - Archeologie
Om de archeologische verwachtingswaarden van het gebied te beschermen is een archeologische dubbelbestemming opgenomen. Bepaald is dat archeologisch onderzoek nodig is als de (de ingreep) groter is dan 2.500 m² en de bodemverstoring dieper reikt dan 40 cm onder maaiveld. Dit geldt zowel voor bouwwerken als voor werken en werkzaamheden.
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
Ter plaatse van de aanwezige waterkering/beschermingszone is de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering opgenomen. Binnen de dubbelbestemming mogen geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd. Wel mogen bestaande bouwwerken worden vervangen. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bovenstaande. Hierbij moet worden aangetoond dat het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Artikel 10 Algemene bouwregels
De op de plankaart aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.
Artikel 11 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
In dit artikel is bepaald dat de stedenbouwkundige bepalingen van de bouwverordening niet (aanvullend) van toepassing.
Artikel 12 Algemene afwijkingsregels
In dit artikel is de mogelijkheid voor het bevoegd gezag opgenomen om af te wijken van het plan ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen.
Artikel 14 Werking wettelijke regelingen
Indien verwezen wordt naar andere (wettelijke) regelingen dan is in dit artikel bepaald dat deze dienen te worden gelezen als op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp plan.
Bouwwerken
In dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van bouwen neergelegd. Uitbreiding van de bebouwing is slechts mogelijk met omgevingsvergunning van bevoegd gezag.
Gebruik
De eerste drie leden van dit artikel betreffen de (reducerende) overgangsregels met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken voor zover dat gebruik afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Hiervan is uitgezonderd strijdig gebruik dat al in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden. Dit sluit aan bij de vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State waaruit blijkt dat, indien de gemeente strijdig gebruik gewraakt heeft, er geen beroep op het overgangsrecht mogelijk is.
Het laatste artikel van de planregels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.