direct naar inhoud van 5.4 Bestemmingsregels
Plan: Gedeeltelijke herziening Bergen Dorpskern Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0373.BPG01010corrherz-C001

5.4 Bestemmingsregels

Artikel 3 Kantoor (K)

In het plangebied komt een kantoor voor. Dat bestaande kantoor is als zodanig bestemd en kan niet worden uitgebreid. Naast het bestaande kantoor is hier eveneens een atelier toegestaan.

Artikel 4 Tuin (T)

In tegenstelling tot het achtererf en gedeelten van het zijerf bij de woningen, wordt de voortuin grenzend aan het openbaar gebied, behorende bij de woning niet onder de bestemming Wonen opgenomen, maar apart bestemd als Tuin. Dit is conform het bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid opgenomen. Alleen erf- en perceelafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van 1 m zijn hier toegestaan. Binnen de bestemming Tuin is, conform het bestemmingsplan Dorpskern Zuid, is voor de Rondelaan 6 de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' opgenomen. Zonder omgevingvergunning is het verboden om werken of werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot de aanleg van verharding, sloten, vijvers en andere wateren, en nog een aantal grondroerende werkzaamheden. De gronden met de bestemming Tuin mogen niet gebruikt worden voor paardenbakken, mestopslag en zwembaden. Er is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen voor aan/en uitbouwen binnen de bestemming Tuin (bijvoorbeeld in de vorm van erkers en serres).

Artikel 5 Wonen-1 (W-1)

De woningen aan de Oud Bergerweg 19 en 45A is bestemd als Wonen-1. Rond deze woningen is een strak bouwvlak opgenomen. Dit betekent dat het hoofdgebouw in beginsel niet uitgebreid mag worden. Uitbreidingen kunnen uitsluitend plaatsvinden in de vorm van aan- of uitbouwen. De mogelijkheden hiertoe zijn binnen de bestemming Wonen-1, conform het bestemmingsplan Dorpskern Zuid, opgenomen.

Artikel 6 Wonen-2 (W-2)

Deze bestemming is bedoeld voor de woningen op de hoek van de Koninginneweg met de Bergerweg, de drie woningen aan de Natteweg 16 en de woningen aan de Midden Geestweg 1 en Meerweg 7. Op de bouwvlakken is een maximale goot- en bouwhoogte aangegeven, (maximale goot- en bouwhoogte (m)). De goothoogte van de woningen bedraagt 4 m en de bouwhoogte 10 m.

Verder is bepaald dat vergrotingen van de hoofdmassa en meer ondergeschikte toevoegingen in de vorm van aan- en uitbouwen op minimaal 3 m achter de voorgevel moeten worden gebouwd. Op de verbeelding wordt dit uitgedrukt door de bestemming Tuin (waar niet gebouwd mag worden) en de woonbestemming. Ten aanzien van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn in de planregels enkele bouwregels opgenomen. De hoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2 m bedragen en de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen. In de planregels zijn ten behoeve van afwijken van de bouwregels enkele bepalingen opgenomen. Tot slot zijn in artikel 5.4 specifieke gebruiksregels opgenomen.

De maximale oppervlakte van de hoofdgebouwen die is toegestaan verschilt voor de percelen. Dit is met een specifieke bouwaanduiding aangegeven, conform de aanduiding die in het bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid gelden.

Artikel 7 Wonen-Van Reenenpark (W-RP)

De woningen aan de Rondelaan 6 en Van Reenenpark 3 zijn bestemd als Wonen-Van Reenenpark. Binnen de bestemming Wonen-Van Reenenpark is, conform het bestemmingsplan Dorpskern Zuid, de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' opgenomen voor het perceel aan de Rondelaan 6. Op de verbeelding is de begrenzing van de bebouwing vastgelegd evenals de goot- en bouwhoogte op basis van de aanwezige bebouwing. Voor het perceel Van Reenenpark 3 is de aanduiding voor 'recreatiewoning' opgenomen.

De maximale oppervlakte van de hoofdgebouwen die is toegestaan verschilt voor de percelen. Dit is met een specifieke bouwaanduiding aangegeven, conform de aanduiding die in het bestemmingsplan Bergen Dorpskern Zuid gelden.

Artikel 8 Waarde - Archeologie-3 (WR - A 3)

De dubbelbestemming Archeologie is gehanteerd voor het gehele plangebied dat een hoge tot zeer hoge archeologische verwachtingswaarde heeft. Voor het plangebied geldt regime 3. In dit archeologie regime dient bij grondroerende werkzaamheden dieper dan 40 cm binnen een planomvang van 500 m² of groter met de aanwezigheid van archeologische waarden rekening gehouden te worden. In de planregels van de dubbelbestemming Archeologie is aangegeven wat is toegestaan binnen welk archeologisch regime. In het plangebied geldt dat uitsluitend bouwwerken zijn toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 500 m². Hiervan kan worden afgeweken indien door middel van een archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Hetzelfde geldt voor een aantal werken en werkzaamheden. In het plangebied geldt een omgevingsvergunningplicht indien grondroerende werkzaamheden op een bepaalde diepte worden uitgevoerd en groter zijn dan 500 m2.