direct naar inhoud van Regels
Plan: Uitwerkingsplan Verzetplein
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0370.2013Verzetplein-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het Uitwerkingsplan Verzetplein van de gemeente Beemster.

1.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0370.2013Verzetplein-VA01.

1.3 aanbouw:

een bouwwerk met een primaire woonfunctie, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.4 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.5 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

1.6 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand.

1.7 uitbouw:

een bouwwerk met een primaire woonfunctie, dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Tuin

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. opritten;
  • c. parkeren.
2.2 Bouwregels
2.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. erkers en entreepartijen;
  • b. bouwwerken geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde.
2.2.2 Erkers en entreepartijen

Voor het bouwen van erkers en entreepartijen gelden de volgende regels:

  • a. de horizontale diepte bedraagt niet meer dan 1 meter;
  • b. voor zover de erker of entreepartij tegen de voorgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd, bedraagt de totale breedte van de erker of entreepartij maximaal 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd.

2.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. carports en overkappingen zijn niet toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en op een naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 1 meter;
  • c. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen achter de voorgevel en op een niet naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 2 meter;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 1 meter.

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis verbonden beroep en bedrijf;
  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeren;
  • e. straten en paden;
  • f. groen;
  • g. water.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde.
3.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen worden gebouwd in de vorm van vrijstaande woningen;
  • b. een hoofdgebouw dient in een bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan;
  • d. de goothoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 6 meter;
  • e. de bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 11 meter;
3.2.3 Bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd binnen bestemmingsvlakken;
  • b. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen en overkappingen per hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 48 m2.
3.2.4 Aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen mogen worden gebouwd binnen bestemmingsvlakken;
  • b. aan- en uitbouwen mogen aan de achterzijde van de woning worden gebouwd binnen de breedte van de achtergevel van de woning;
  • c. aan- en uitbouwen mogen aan de zijgevel van de woning worden gebouwd binnen de breedte van de zijgevel van de woning en niet meer dan de maximale uitbouw achter de achtergevel van de woning;
  • d. aan de zijgevel van de woning gebouwde aan- en uitbouwen mogen tot maximaal 3 meter achter het verlengde van de achtergevel van de woning worden gebouwd;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  • f. de diepte van aan- of uitbouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter loodrecht gemeten vanuit de gevel waaraan wordt aangebouwd.
3.2.5 Oppervlaktenorm aan- en uitbouwen en bijgebouwen

De gezamenlijke oppervlakte van aan- uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50% van het erf aan de zij- en achterkant van de woning, waarbij voor de bijgebouwen en overkappingen een maximum geldt van 48 m².

3.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen voor de voorgevel en op een naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen achter de voorgevel en op een niet naar openbaar gebied gekeerde zijdelingse perceelsgrens bedraagt maximaal 2 meter;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.2 sub b, voor een uitbreiding van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak, tot maximaal 3 meter diep aan de achterzijde van de woning; na realisering van de uitbreiding is het bepaalde in 3.2.4 van toepassing op die nieuwe achtergevel.

3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeleid;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Aan huis verbonden beroep en bedrijf

Een woning en de daarbij behorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen op gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen worden gebruikt voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis, mits:

  • a. de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende aan-, uitbouwen en bijgebouwen;
  • b. het beroeps- en/of bedrijfsuitoefening aan huis betreft die niet vergunningplichtig is op grond van de Wet milieubeheer;
  • c. het geen detailhandel of horeca betreft;
  • d. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het aan huis gebonden beroep en bedrijf;
  • e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt.
3.5.2 Gebruik van bijgebouwen voor bewoning

Het is verboden bijgebouwen bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte.

3.5.3 Gebruik van aanbouw voor zelfstandige woonruimte

Het is verboden een aanbouw bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woonruimte.

3.5.4 Gebruik van gronden en bouwwerken als seksinrichting

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van een seksinrichting.

3.6 Procedure bij nadere eisen

Bij het stellen van nadere eisen wordt de procedure gevolgd zoals opgenomen in artikel 19 van de regels van bestemmingsplan Zuidoostbeemster I.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Van toepassing zijnde bepalingen bestemmingsplan Zuidoostbeemster I

Het bepaalde in de volgende hoofdstukken en artikelen van het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I van de gemeente Beemster is onverkort van toepassing op het “Uitwerkingsplan Verzetplein”.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Alle artikelen, met uitzondering van:

Artikel 1 Begripsbepalingen:

1a. het plan;

1b. de plankaart;

1c. aanbouw;

1k. bijgebouw;

1jj. uitbouw.

Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen

Alle artikelen

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepaling

Artikel 25 Overgangsbepaling.

Hoofdstuk 4 Slotregels

Artikel 5 Titel van het plan

Deze regels en de hierbij behorende verbeelding, kunnen worden aangehaald onder de naam 'Uitwerkingsplan Verzetplein' van het bestemmingsplan Zuidoostbeemster I van de gemeente Beemster.