direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Damkensvoetpad 2a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0365.1215071511100-0007

3.3 Provinciaal en regionaal beleid

Structuurvisie Noord-Holland (2010)

In de 'Structuurvisie Noord-Holland 2040' dat is vastgesteld door GS op 16 februari 2010, heeft de provincie Noord-Holland haar plannen, toekomstbeelden en ambities vastgelegd:

  • toekomstbestendig en duurzaam bouwen;
  • aandacht voor de ruimte buiten de woongebieden;
  • leefgebieden worden belangrijker;
  • de combinatie van wonen, economie en landschap vormen méér een drie-eenheid dan voorheen.

Door te kiezen voor hoogstedelijke milieus en beperkte uitleg van bedrijventerreinen, houdt de provincie Noord-Holland het landelijk gebied open en dichtbij. Door voorzichtig om te gaan met uitleg buiten bestaande kernen wordt ingespeeld op de bevolkingskrimp op langere termijn. Door in te zetten op het op eigen grondgebied realiseren van duurzame energie wordt actief bijgedragen aan de CO2-reductie. Door versterking van de waterkeringen en het aanleggen van calamiteitenbergingen houdt de provincie de voeten droog. En door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord-Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten, blijft de provincie bijzonder en aantrekkelijk om in te wonen, in te werken en te bezoeken.

Het plangebied maakt deel uit van de Noord-Hollandse landschappen, waarvoor de provincie het doel heeft om kaders te ontwikkelen voor behoud van deze landschappen. Ten behoeve van de beleidsmatige vertaling van structuurvisie naar verordening is de Ruimtelijke Provinciale Verordening vastgesteld.

Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (2010)

De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie is door Gedeputeerde Staten vastgesteld op 16 februari 2010. De verordening is een beleidsmatige vertaling van structuurvisie naar verordening. De beoogde ontwikkeling valt buiten het in de Provinciale Verordening aangewezen 'bestaand bebouwd gebied' (BBG). Buiten het BBG vindt de provincie het van belang om de open ruimtes zoveel mogelijk te behouden en te ontwikkelen. Dit gebied gaat echter niet op slot, maar bebouwingsplannen dienen te voldoen aan eisen van nut en noodzaak en ruimtelijke kwaliteit. Uit artikel 15 van de verordening blijkt dat, wanneer een bestemmingsplan voorziet in nieuwe of uitbreiding van bestaande verstedelijking in het landelijk gebied, rekening gehouden dient te worden met:

  • de kernkwaliteiten van de verschillende landschapstypen en aardkundige waarden;
  • de kernkwaliteiten van de bestaande dorpsstructuur waaraan wordt gebouwd;
  • de openheid van het landschap;
  • de historische structuurlijnen;
  • cultuurhistorische objecten.

Voor het plangebied gelden tevens de regels genoemd in hoofdstuk 5 van de verordening: 'Titel 2 Nationale landschappen en UNESCO-werelderfgoederen'. Onder deze titel zijn meerdere artikelen opgenomen waarbij ondermeer geldt dat er in bestemmingsplannen regels moeten worden opgenomen ten behoeve van het behoud of versterking van de kernkwaliteiten van het betreffende Nationale Landschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0365.1215071511100-0007_0002.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0365.1215071511100-0007_0003.png"  
Figuur 3.1 Uitsnede Provinciale Verordening Bestaand Bebouwd Gebied (BBG)   Nationale en metropolitane landschappen: Laag Holland en Stelling van Amsterdam  

Regionaal beleid

In regionaal verband zijn diverse activiteiten ontplooid die erop gericht zijn om de functionele, landschappelijke en toeristisch-recreatieve waarden van het gebied te verbeteren. Vooral de inzet op het versterken van de bijzondere toeristische functie is van belang wat beschreven staat in de Strategienota Land van Leeghwater en Recreatieplan Laag Holland.