Plan: | VUmc CCA |
---|---|
Plannummer: | W0904BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.W0904BPGST-OH01 |
Algemeen
De plankaart is de kaart waarop door middel van letters, cijfers, lijnen en aanduidingen het toegestane gebruik van de gronden en de mogelijke bouwhoogtes/volumes staan aangegeven. De kaart heeft, in samenhang met de regels, een juridisch bindend karakter.
Als ondergrond is een recente topografische kaart gehanteerd. Daarmee kan exact worden bepaald waar het plan is gelegen en hoe begrenzingen lopen. Om de goede leesbaarheid van de analoge plankaart te waarborgen is gekozen voor een schaal van 1:1000. De kaarten zijn voorts voorzien van een legenda en een noordpijl. Het plangebied van het bestemmingsplan is aan de hand van een plangrens (bolletjeslijn) op de plankaart weergegeven.
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
Artikel 1 Begrippen
Artikel 1 geeft, in alfabetische volgorde, een omschrijving van een aantal begrippen dat in de regels wordt gebruikt. Hiermee wordt formeel vastgelegd wat wel en niet onder het betreffende begrip moet worden verstaan. Dit artikel is dus primair bedoeld om begrippen duidelijk te begrenzen en niet om de gedachten achter de gebruikte termen uit te leggen. Daarvoor is juist deze toelichting bedoeld. In deze toelichting worden gehanteerde begrippen waar nodig uitgelegd. De gehanteerde omschrijving van de begrippen komt overeen met de wijze waarop deze in andere actuele Amsterdamse (grootstedelijke) bestemmingsplannen wordt omschreven.
Artikel 2 Wijze van meten
Met dit artikel wordt aangegeven op welke wijze moet worden beoordeeld in hoeverre een initiatief past binnen de minima en maxima die in de overige regels worden aangegeven.
Artikel 3 Maatschappelijk - voorlopig
Dit artikel regelt in hoofdlijnen drie aspecten, namelijk de voorlopige bestemming (lid 3.1), de geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming (lid 3.2) en de definitieve bestemming (lid 3.3). De redactie van dit artikel en de leden is conform het SVBP 2008.
Lid 3.1: Voorlopige bestemming
In lid 3.1 wordt de bestaande situatie, zoals deze indertijd is vergund op basis van artikel 17 WRO, gelegaliseerd. Overeenkomstig het huidige gebruik worden laboratoria en de daarbij behorende kantoren en werkruimten toegestaan. Er wordt niet voorzien in patientenruimten.
Voor een deel van de loopbrug is een nadere aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - ziekenhuis' opgenomen. Dit is met name gedaan vanwege de definitieve bestemming (zie hierna).
De bouwregels regelen de bestaande bebouwing. In sublid 3.1.3 wordt voor ondergeschikte bouwonderdelen die niet direct passen binnen de bouwregels de mogelijkheid van binnenplanse ontheffing geboden.
In sublid 3.1.4 tot slot wordt nog een aantal specifieke gebruikregels gegeven.
Lid 3.2: Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming
In lid 3.2 van artikel 3 wordt de geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming geregeld. Overeenkomstig artikel 3.2 van de Wro kan de termijn die daaraan gesteld kan worden ten hoogste vijf jaar bedragen. Er is voor gekozen de termijn te koppelen aan de termijn van de op 5 juli 2005 verleende tijdelijke vrijstelling ex artikel 17 WRO.
Overeenkomstig artikel 5.16, lid 1, sub b van het Besluit omgevingsrecht (Bor) wordt in een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk dat slechts toelaatbaar is ingevolge een voorlopige bestemming als bedoeld in artikel 3.2 Wro bepaald dat zij slechts geldt voor een daarin aangegeven termijn.
Artikel 5.16, lid 5 Bor regelt dat de vergunninghouder na het verstrijken van de in de omgevingsvergunning aangegeven termijn gehouden is het bouwwerk terstond te zijner keuze hetzij te slopen, hetzij in overeenstemming te brengen met de van toepassing zijnde voorschriften. Met andere woorden, na het verstrijken van de termijn dient de vergunninghouder de met het bestemmingsplan strijdige situatie met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen. Deze regeling geldt reeds van rechtswege, en is om die reden buiten de planregels gelaten.
Lid 3.3: Definitieve bestemming
In lid 3.3 wordt tot slot de definitieve bestemming geregeld. Deze definitieve bestemming is inhoudelijk gelijk aan de nu geldende bestemmingen.
Hoofdzakelijk gaat het om "Doeleinden van recreatie" (nader aangeduid als 'openbaar groen') en "Verkeersdoeleinden" (nader aangeduid als 'waterlopen'). De betreffende gronden krijgen als definitieve bestemming 'groenvoorzieningen', 'waterlopen en waterpartijen' en 'openbare ruimte'. Aanvullend op de geldende bestemmingsregeling is er in de definitieve bestemming een beperkte bouwmogelijkheid opgenomen voor bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een beperkt deel van het plangebied valt onder de eerste uitwerking van het bestemmingsplan Buitenveldert en is bestemd als 'medische instellingen' en 'erven, behorende bij medische instellingen'. Het gaat om de gronden op de locatie van het bestaande brugdeel zoals die op de plankaart zijn aangeduid met respectievelijk 'specifieke vorm van maatschappelijk - ziekenhuis' en 'onderdoorgang'. Onder de bestaande brug zijn overeenkomstig het geldende bestemmingsplan gebouwen gerealiseerd, of bouwmogelijkheden aanwezig. Ook na beƫindiging van de voorlopige bestemming dienen deze gebouwen en bouwmogelijkheden te blijven bestaan. Het gaat immers niet om zaken die geregeld zijn op basis van de in het verleden tijdelijke vrijstelling, maar om geldend recht op basis van het bestemmingsplan. De gebruiks- en bouwregels van het vigerende bestemmingsplan zijn om die reden voor zover nog relevant inhoudelijk overgenomen en vertaald naar de definitieve bestemming.
Artikel 4 Antidubbeltelregel
Deze bepaling vormt evenals de overgangsbepaling een van de "standaardregels" die het Bro als verplicht op te nemen bepaling in een bestemmingsplan voorschrijft en komt dus geheel overeen met de tekst uit het Bro. Het moet verhinderen dat bouwpercelen, die slechts voor een bepaald deel mogen worden bebouwd, later alsnog kunnen worden volgebouwd. Nadat een eerste bouwwerk is gerealiseerd, moet deze bepaling voorkomen dat het overgebleven open terrein opnieuw als het totale bouwperceel kan worden beschouwd.
Artikel 5 Overige regels
In de regels wordt een enkele keer verwezen naar andere wettelijke regelingen. Landelijke wettelijke regelgeving kan gedurende de looptijd van het bestemmingsplan veranderen. Om die reden wordt in dit artikel aangegeven dat daar waar wordt verwezen naar landelijke wettelijke regelingen, die regelingen zijn bedoeld zoals deze luidden op het moment waarop het ontwerp bestemmingsplan ter visie is gelegd.
Artikel 6 Overgangsrecht
In dit artikel zijn overgangsregels opgenomen, die evenals de anti-dubbeltelregel behoren tot de standaardregels uit het Bro.
Artikel 7 Slotregel
De slotregel ten slotte geeft de officiƫle benaming van dit bestemmingsplan weer alsmede de datum van vaststelling door de gemeenteraad.