Bedrijventerrein Overamstel

6.5 Parkeren

Het beeld van de openbare ruimte wordt momenteel gedomineerd door geparkeerde auto's. Momenteel zijn er circa 750 parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Dat levert een zeer royale parkeergelegenheid op, namelijk bijna 1 parkeerplaats per aanwezige arbeidsplaats of 93 m² vloeroppervlak. De ruime parkeermogelijkheden blijkt uit het feit dat bedrijfsauto's in de openbare ruimte worden gestald alsmede uit het feit dat forensen in het gebied hun auto parkeren om vervolgens de metro richting de stad te pakken. Het gevolg hiervan is dat op bepaalde plekken nog nauwelijks ruimte is om langs de gevel te lopen.

Een van de voorgestelde ingrepen in de kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte is het verminderen van het aantal parkeerplaatsen op maaiveld. De goede bereikbaarheid per openbaar vervoer en fiets legitimeren een vermindering van het aantal parkeerplaatsen.

Via veldonderzoek is het huidige parkeergedrag per bedrijf onderzocht en wat de herkomst is van de geparkeerde auto's (eindrapportage VU 'Parkeeronderzoek Bedrijventerrein Willem Fenengastraat'). De doelstelling van dit onderzoek is tweeledig. Het vaststellen van de parkeerbehoefte van de gevestigde bedrijven (parkeerplaatsen voor bezoekers en personeel) en nagaan in hoeverre deze behoefte, volgens de bedrijven zelf, op eigen terrein te vervullen is. Het tweede doel is het verkrijgen van inzicht in de herkomst en bestemming van parkeerders. Bij beide doelgroepen is ook getoetst hoe men tegenover de invoering van parkeermaatregelen staat, waarbij een uitsplitsing is gemaakt naar verschillende mogelijke maatregelen op het vlak van beprijzing, aanpassing van de parkeerduur of aanpassing van het parkeerareaal.

Uit het onderzoek blijkt dat het idee dat parkeerruimte in beslag wordt genomen door parkeerders die noch een herkomst noch een bestemming op het bedrijventerrein hebben klopt (het gaat hierbij om bijna de helft van de parkeerders). Wanneer er parkeermaatregelen worden ingevoerd zullen parkeerders over het algemeen gaan uitwijken naar het aangrenzende bedrijventerrein wanneer daar geen parkeermaatregelen worden genomen. Het idee dat er te weinig parkeerplaatsen zijn op het Bedrijventerrein blijkt op straatniveau te kloppen, op gebiedsniveau echter niet. De parkeerdruk is niet gelijkmatig verdeeld. Wanneer de parkeerbehoefte van de bedrijven wordt bezien, blijkt dat er in ieder geval onvoldoende ruimte op eigen terrein aanwezig is. Wanneer echter de openbare ruimte erbij wordt betrokken is er voldoende parkeerruimte, zeker wanneer door parkeermaatregelen de parkeerders uit andere gebieden (zonder herkomst of bestemming op het bedrijventerrein) worden geweerd. Er ontstaat dan zelfs overcapaciteit die rechtvaardigt het aantal parkeerplaatsen te verminderen.

Naar verwachting zal in 2010 de eerste woning worden opgeleverd in Amstelkwartier. Gelijktijdig zal in Amstelkwartier betaald parkeren worden ingevoerd. Om te voorkomen dat bewoners en bezoekers in de aangrenzende gebieden gaan parkeren is in samenspraak met het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer voor een groter gebied, waaronder het plangebied, op 1 september 2009 een parkeerregime ingevoerd. Hiermee wordt tevens voorkomen dat forenzen die elders in Amsterdam werken het gebied als parkeerplaats blijven benutten.
Het invoeren van een parkeerregime past ook in het maatregelenpakket die voortvloeien uit het plan "Voorrang voor een Gezonde Stad", hetwelk een van de vijftig acties uit het Actieplan Luchtkwaliteit is. Met het plan "Voorrang voor een Gezonde Stad" wil de gemeente Amsterdam het personenverkeer in de stad schoner en efficiënter maken.

Met de beoogde toename aan programma zullen ook meer parkeerplaatsen nodig zijn. De extra parkeerbehoefte, die ontstaat door toename van het programma moet op eigen kavel worden opgelost; dit is dan ook in de planregels voorgeschreven. Op deze manier zal meer programma niet leiden tot meer parkeerdruk in de openbare ruimte. Deze maatregel zal worden uitgevoerd naast het reeds ingevoerde parkeerregime en het beteugelen van het stallen van bedrijfsauto's in parkeervakken (deze bedrijfsauto's staan nu her en der in de openbare ruimte gestald).

Voor het parkeren in de openbare ruimte worden per bedrijf (middels vergunningen) parkeerplaatsen toegewezen. Bij de toewijzing van deze parkeervergunningen zullen vergunde bedrijfsactiviteiten behouden blijven en naar aanleiding daarvan zal waar mogelijk naar maatwerk worden gestreefd voor de in het gebied gevestigde bedrijven.
Hierbij wordt uitgegaan van een parkeernorm van maximaal 1 parkeerplaats per 125 m² bruto vloeroppervlak (B-norm). Deze parkeernorm geldt ook voor kantoren en de te realiseren hotels. Indien extra parkeerplaatsen nodig zijn door toename van het programma, dienen deze als gezegd op eigen terrein te worden gerealiseerd. Voor activiteiten die vooral in de avonduren en weekeinden plaatsvinden, kan op die tijden voor het bezoekersparkeren ook gebruik worden gemaakt van de parkeerplaatsen in de openbare ruimte.
Voor de overige (bijvoorbeeld culture voorzieningen, maatschappelijke dienstverlening en dergelijke) worden de zogenaamde CROW-parkeercijfers voorgeschreven. (Dit zijn op de praktijk gebaseerde kencijfers die zijn ontwikkeld als hulpmiddel bij het berekenen van het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening).

Fiets
Voor het gebied Overamstel gelden richtlijnen voor het stallen van fietsen. Daarbij geldt in de eerste plaats dat op eigen terrein moet worden voorzien collectieve afsluitbare fietsenstallingen voor fietsen voor bewoners. Er geldt een norm van is 1 fietsparkeerplaats per 25 m2 bvo tot een maximum van 5 fietsparkeerplaatsen.

In de openbare ruimte zal bij de inrichting rekening worden gehouden met fietsparkeerplaatsen voor bezoekers en de richtlijnen die hiervoor gelden. Dit zal zoveel mogelijk in de nabijheid van entrees van de bebouwing geschieden. Voor het stallen in de openbare ruimte wordt een richtlijn van 0,5 fietsparkeerplaatsen per woning gehanteerd.