Plan: | ringweg A10 en omgeving |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1211BPSTD-VG01 |
het bestemmingsplan ringweg A10 en omgeving met identificatienummer NL.IMRO.0363.N1211BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Noord;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner zelf wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een bedrijf, gericht op het voorbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
rapport, zoals bedoelt in artikel 39, lid 2 Monumentenwet 1988, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels of verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. Bij het ontbreken van een percentage geldt een bebouwingspercentage van 100%, tenzij is bepaald bijvoorbeeld in de vorm van een brutovloeroppervlak en verkoopvloeroppervlak zoals in de bestemming 'Gemengd';
het bedrijfsmatig (industrieel) vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van een persoon, die daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein ten behoeve van beheer of toezicht noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
elke vorm van grondverzet;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimten, bergingen etc.;
de waarde die kan worden toegekend aan een object, gebouw, terrein of structuur op basis van zijn sociaalhistorische, geschiedkundige, architectuurhistorische, (steden)bouwhistorische, archeologische of historisch-geografische karakteristiek;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het wisselen van geld;
ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, taluds, bermen vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en (ondergrondse) infrastructurele voorzieningen;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
fastfood (waaronder begrepen automatiek, snackbar, loketverkoop, fastfoodrestaurant en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven);
nachtzaak (dancing, discotheek, sociëteit, zaalaccommodatie, nachtcafé en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven);
café (café, bar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven);
restaurant (restaurant, koffie- en theehuis, lunchroom, juicebar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven);
hotel (waaronder begrepen hotel, motel, jeugdherberg, bed & breakfast, en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven);
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten waarvoor geen meldings- of vergunningsplicht op grond van wet- en regelgeving geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoud en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
de ruimte welke door een woonschip, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, mag worden ingenomen;
het bedrijfsmatig opslaan, verpakken en verhandelen van goederen, niet zijnde detailhandel;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
onder peil wordt verstaan:
de regels, deel uitmakende van het bestemmingsplan ringweg A10 en omgeving;
een schip, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie niet zijnde bewoond;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, waar onder andere begrepen moeten worden de voet- en fietspaden;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijken inrichtingen;
het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van tenminste één week en maximaal zes maanden;
een weg die in de Nederlandse wegcategorisering wordt aangemerkt als een weg waarop gemotoriseerd verkeer zo veel mogelijk ononderbroken kan doorstromen;
een voor publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en ontvangen van faxen;
het bedrijfsmatig vervoeren van goederen en/of personen;
digitale of analoge kaart van het bestemmingsplan met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan aangewezen gronden, zijn aangegeven;
voorzieningen die een ondersteunende functie hebben op en langs een weg of verblijfsgebied, en die tot doel hebben de verkeersveiligheid te verbeteren, de doorstroming te bevorderen en de verkeerssituatie te verduidelijken. Hieronder moeten in elk geval worden begrepen: rotondes, voet- en fietspaden, bermen, bruggen, viaducten, geluidschermen, bushaltes, (on)bebouwde parkeervoorzieningen, verkeerslichten, lantaarnpalen en fietsenstallingen;
bij verwijzing in de regels naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op die regelingen, zoals zij luiden op het tijdstip van de ter inzage legging van het in werking treden van dit bestemmingsplan;
een perceel, deel uitmakend van een complex, waarop men siergewassen en/of groente mag telen;
de scheiding tussen het natte en droge deel van het schip, wanneer dit in volkomen rust, op rustig water zou liggen;
natuurlijke of kunstige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en achterliggende gebied beschermt tegen inundatie;
werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houden met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen en remmingswerken, uitgezonderd steigers;
permanent verblijf, waarbij de mate van zelfstandigheid en samenlevingsverband niet relevant zijn;
een woonschip, niet zijnde een woonboot of een woonvaartuig, dat feitelijk niet geschikt is om mee te varen;
een woonschip die aan de romp en de opbouw herkenbaar is als schip, met een (grotendeels) authentiek karakter;
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet, onder te verdelen in:
een woonschip met een casco dat herkenbaar is als een van origine varend schip, waaronder begrepen een dekschuit, met een gehele of gedeeltelijke opbouw.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de afstand tussen de waterlijn en het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen, zoals schoorstenen, masten, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen;
de afstand van de buitenste vaste delen van het woonschip van bakboord naar stuurboord gemeten;
de afstand van de voorkant van het voorste vaste deel tot de achterkant van het achterste vaste deel van het woonschip;
tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie; als de antennedrager aan de gevel van een gebouw wordt bevestigd, wordt gemeten tussen het punt waarop de antenne met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de antennedrager;
de bebouwde oppervlakte van de afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen dat:
Tot een gebruik dat in overeenstemming is met de bestemmingsomschrijving wordt in elk geval aangemerkt dat:
Tot een gebruik dat in strijd is met de in lid 3.1 genoemde gronden wordt in elk geval aangemerkt:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 1 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Tot een gebruik dat in strijd is met de in lid 4.1 genoemde gronden wordt in elk geval aangemerkt het gebruiken, in gebruik geven en/of laten gebruiken van gronden en bebouwing als staan- of ligplaats van onderkomens en als opslag- of bergplaats, van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten voorzover dit noodzakelijk is in verband met het op bestemming gerichte beheer van de gronden.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen dat:
Tot een gebruik dat in strijd is met de in lid 5.1 genoemde gronden wordt in elk geval aangemerkt het gebruiken, in gebruik geven en/of laten gebruiken van gronden en bebouwing als staan- of ligplaats van onderkomens en als opslag- of bergplaats, van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten voorzover dit noodzakelijk is in verband met het op bestemming gerichte beheer van de gronden.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen dat:
Tot een gebruik dat in strijd is met de in lid 6.1 genoemde gronden wordt in elk geval aangemerkt het gebruiken, in gebruik geven en/of laten gebruiken van gronden en bebouwing als staan- of ligplaats van onderkomens en als opslag- of bergplaats, van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten voorzover dit noodzakelijk is in verband met het op bestemming gerichte beheer van de gronden.
De voor 'Recreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bebouwen van de volkstuinen geldt dat het bebouwingspercentage niet meer dan 10% mag bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Tot een gebruik dat in overeenstemming is met de bestemmingsomschrijving wordt aangemerkt:
Tot een gebruik dat in strijd is met de in lid 7.1 genoemde gronden wordt in elk geval aangemerkt:
De voor 'Recreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 8.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen dat:
Tot een gebruik dat in strijd is met de in lid 8.1 genoemde gronden wordt in elk geval aangemerkt het gebruiken, in gebruik geven en/of laten gebruiken van gronden en bebouwing als staan- of ligplaats van onderkomens en als opslag- of bergplaats, van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten voorzover dit noodzakelijk is in verband met het op bestemming gerichte beheer van de gronden.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Op en onder de in lid 9.2 genoemde gronden zijn slechts gebouwen ten dienste van tribunes en dug-outs alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor Verkeer - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 10.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
De voor Verkeer - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 11.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 12.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met inachtneming van de volgende bepalingen dat:
Tot een gebruik dat in overeenstemming is met de bestemmingsomschrijving wordt in elk geval aangemerkt dat ten aanzien van de in lid 12.1 genoemde functie:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op en onder de in lid 13.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen dat:
Tot een gebruik dat in strijd is met de in lid 13.1 genoemde gronden wordt in elk geval aangemerkt:
Op en onder de in lid 1 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad. Hierbij dient advies gevraagd te worden aan de leidingbeheerder en de eigenaar van de leiding.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in 14.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Leiding - Gas', overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, te wijzigen, in die zin dat de verbeelding wordt gewijzigd door één of meerderde bestemmingsvlakken met de bestemming 'Leiding - Gas ' van de verbeelding te verwijderen of te verkleinen, indien:
Op en onder de in lid 1514.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) worden gebouwd, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer dan 50 meter mag bedragen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde. Hierbij dient advies gevraagd te worden aan de leidingbeheerder en de eigenaar van de leiding.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in 15.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, als bedoeld in lid 15.4 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Leiding - Hoogspanning', overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en met in achtneming van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, te wijzigen, in die zin dat de verbeelding wordt gewijzigd door één of meerderde bestemmingsvlakken met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning ' van de verbeelding te verwijderen of te verkleinen, indien:
Op en onder de in lid 16.1 genoemde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kunnen ter bescherming van de in lid 16.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen gesteld worden aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden zoals bedoeld in lid 16.1 aanwezig zijn.
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden mogen uitsluitend ten dienste van de in 16.1 genoemde primaire bestemming en de overige aan de gronden toegekende bestemmingen uitgevoerd worden, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Op en onder de in lid 17.1 genoemde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kunnen ter bescherming van de in lid 17.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen gesteld worden aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden zoals bedoeld in lid 17.1 aanwezig zijn.
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden mogen uitsluitend ten dienste van de in 17.1 genoemde primaire bestemming en de overige aan de gronden toegekende bestemmingen uitgevoerd worden, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Op en onder de in lid 18.1 genoemde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kunnen ter bescherming van de in lid 18.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen gesteld worden aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden zoals bedoeld in lid 18.1 aanwezig zijn.
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden mogen uitsluitend ten dienste van de in 18.1 genoemde primaire bestemming en de overige aan de gronden toegekende bestemmingen uitgevoerd worden, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Op en onder de in lid 19.1 genoemde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kunnen ter bescherming van de in lid 19.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen gesteld worden aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden zoals bedoeld in lid 19.1 aanwezig zijn.
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden mogen uitsluitend ten dienste van de in 19.1 genoemde primaire bestemming en de overige aan de gronden toegekende bestemmingen uitgevoerd worden, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Op en onder de in lid 20.1 genoemde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de primaire bestemming en de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kunnen ter bescherming van de in lid 20.1 genoemde archeologische waarden nadere eisen gesteld worden aan de situering van de bouwwerken, indien uit het archeologisch rapport onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden zoals bedoeld in lid 20.1 aanwezig zijn.
Werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden mogen uitsluitend ten dienste van de in 20.1 genoemde primaire bestemming en de overige aan de gronden toegekende bestemmingen uitgevoerd worden, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk kan worden geschrapt, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmings- en/of bouwgrenzen te overschrijden ten behoeve van:
Tot gebruik strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van:
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' aangewezen gronden zijn kwetsbare en beperkt kwetsbare functies zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) niet toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van dit bestemmingsplan ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ringweg A10 en omgeving.
De volledige naam is de aanhaaltitel.