Plan: | NDSM-werf Oost |
---|---|
Plannummer: | N1010BPSTD |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1010BPSTD-VG01 |
Het IJ is een belangrijke vaarweg die de status van hoofdtransportas heeft; het vormt de verbinding tussen zeehavens en het achterland. Het Rijk zet in op het stimuleren van vervoer via water in plaats van weg. Het functioneren van de hoofdtransportas mag door nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen niet worden belemmerd.
In het kader van goede ruimtelijke ordening dient aandacht besteed te worden aan de veiligheid langs vaarwegen. Vlotte en veilige scheepsvaartverkeer dient beschermd te worden. Bebouwing langs vaarroutes kunnen immers zichtlijnen voor scheepvaart belemmeren. Langs de Noordzeekanaal en het IJ bevinden zich walradars, die schepen via radarsignalen kunnen monitoren. Bebouwing langs het IJ mag deze radars ook niet verstoren. Nieuwe bebouwing langs de oever dient ook beschermd te worden tegen scheepvaart die uit de koers kan raken.
Hieronder wordt weergegeven hoe met de nautische veiligheid bij dit bestemmingsplan is rekening gehouden. De risico's vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over het IJ wordt beoordeeld in hoofdstuk 10 Externe veiligheid.
Wet- en regelgeving
In het gewijzigde Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, zoals in werking per 1 oktober 2012, is een nieuwe titel 2.1 Rijkvaarwegen opgenomen. Met deze aanvulling werd het bestaande rijksbeleid, zoals opgenomen in de Richtlijn Vaarwegen 2005 en in de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat van 21 mei 2008, wettelijk verankerd.
De wettelijke regeling houdt kort samengevat het volgende in. Binnen de zogenaamde vrijwaringzones langs de vaarroute kan een nieuwe bestemming slechts toegestaan worden mits door de nieuwe bestemming:
Beoordeling nautische veiligheid
Met Haven Amsterdam zijn de nautische consequenties doorgenomen; de gevolgen zijn op onderstaande kaart weergegeven. Ten opzichte van de vaargeul is een theoretische lijn aangegeven waarbuiten i.v.m. de nautische veiligheid geen bebouwing of drijvende functies mogelijk zijn. Ook binnen deze lijn blijft veiligheid cruciaal. In het geval van intensief nautisch (recreatief) gebruik, dient voorkomen te worden dat schepen rechtstreeks en haaks op de vaarroute uitkomen, laat staan dat losgeslagen boten afdrijven. Een "doelbewuste manoeuvre" is gewenst, ergens in de aangegeven bufferzone. De bufferzone wordt bepaald door een denkbeeldige lijn die de beide havenlichten verbindt en de theoretische uiterste bebouwingsgrens van 15 meter uit de zijkant vaargeul.
Nautische voorwaarden
In dit bestemmingsplan wordt nieuwe bebouwing dichtbij de vaargeul slechts op de tijdelijke bouwvelden toegestaan. Direct aan het water wordt een stadstrand gerealiseerd, die aldus tevens als buffer zal functioneren. Nieuwe bebouwing langs het IJ is slechts op 15 meter vanaf de oeverlijn toegestaan. Hiermee is de kans dat een uit koers geraakte schip de bebouwing kan raken is nihil.
Tevens is uit overleg met nautische beheerder Haven Amsterdam gebleken dat nieuwe bebouwing op het water de zichtlijnen van scheepvaart niet belemmert en dat het de walradars niet verstoort. Uit nautische aspecten bestaat er geen bezwaar om nieuwe bebouwing toe te staan.