Plan: | NDSM-werf Oost |
---|---|
Plannummer: | N1010BPSTD |
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N1010BPSTD-VG01 |
De Dienst Ruimtelijke Ordening heeft ten behoeve van de hele NDSM-werf een Hoogbouweffectenonderzoek uitgevoerd, zie in het Bijlagenboek bij het Investeringsbesluit, bijlage 2. Hieronder wordt een korte samenvatting gegeven voor zover het relevant is voor Werf Oost. Voorop wordt gesteld dat het HER globaal van karakter is omdat het nog niet precies bekend is in welke hoogte en volume hoogbouw wordt gerealiseerd. Een exacte beoordeling van de verschillende aspecten is afhankelijk van de concrete invulling van het plan. In Werf Oost is hoogbouw (boven de 30 meter) slechts op de Docklandplot toegestaan, waar de bestemming nog uitgewerkt dient te worden. De exacte beoordeling van de hoogbouweffecten zal dan ook in het kader van het uitwerkingsplan plaatsvinden. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat er naast de Smederij ook een 32 meter hoge hotel is toegestaan. Het betreft een reeds vergunde ("autonome") ontwikkeling, die in dit bestemmingsplan wordt overgenomen. Dat initiatief wordt aldus niet als nieuwe ontwikkeling gezien dat dit bestemmingsplan (voor het eerst) mogelijk maakt.
Ruimtelijke effecten op het stadslandschap
Hierbij gaat het om de ruimtelijke effecten van hoogbouw op belangrijke en vaak gebruikte openbare ruimtes op grote afstand van de NDSM-werf. Ook de eventuele zichtbaarheid vanuit het Unesco-erfgebied valt hieronder. In het HER is de zichtbaarheid van hoogbouw uit verschillende zichtpunten bekeken. Voor zover hoogbouw zichtbaar is, is deze zichtbaarheid juist wenselijk. De geplande hoogbouw heeft aldus geen nadelige invloed op het stadslandschap en op het Unesco-erfgebied.
Effecten op de stedenbouwkundige structuur
Hierbij gaat het om de positie van hoogbouw op lokaal niveau (binnen het bouwvlak), de kwaliteit van de plint, de logistiek en de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze aspecten kunnen slechts beoordeeld worden indien de concrete invulling van het bouwplan beter bekend is. Belangrijke voorwaarden voor het vaststellen van de uitwerkingsplan zijn de volgende:
- de positie van de hoogbouw wordt stedenbouwkundig beoordeeld;
- er dient een levendige plint met uitstraling naar de openbare ruimte zijn;
- de logistiek van de hoogbouwaccenten wordt zodanig georganiseerd dat gebruikers zo min mogelijk overlast zullen vinden.
Met deze voorwaarden kunnen nadelige effecten op de stedenbouwkundige structuur voorkomen worden.
Hoogtebeperkingen vanwege Schiphol en PTT-straalpaden
In de directe omgeving van de gemeente Amsterdam ligt Schiphol. Het rijksbeleid ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van het Schiphol is geformuleerd in de Wet luchtvaart. Deze wet biedt grondslag voor het Luchthavenindelingsbesluit (Lib), waarin de ruimtelijke consequenties van de Wet luchtvaart worden weergegeven. Met het Lib wordt in kaartmateriaal een zogenaamd beperkingengebied vastgesteld. Hierin worden verschillende milieuaspecten ten aanzien van Schiphol geregeld, namelijk beperkingen met het oog op externe veiligheid, geluidsbelasting, vogelaantrekkende werking of hoogtebeperkingen.
Het plangebied valt binnen het beperkingengebied van het Lib. Op grond van het Lib geldt een hoogtebeperking van 150 meter. De maximale toegestane bouwhoogte in het plangebied is 45 meter. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan is het Lib in acht genomen.
De PTT-straalpaden leggen geen beperkingen aan de maximale bouwhoogte.
Effecten van schaduwwerking
De effecten van schaduwwerking binnen de NDSM-werf en directe omgeving zijn inzichtelijk gemaakt middels een computersimulatie. Hierbij gaat het om een grove beoordeling van het schaduwverloop nu de exacte situering van de hoogbouwaccenten niet bekend zijn. Bij het vaststellen van het uitwerkingsplan voor de Docklandsplot dient nader onderzoek plaats te vinden naar de effecten van bezonning en lichttoetreding. Wel kan geconcludeerd worden dat de openbare verblijfsgebieden in Werf Oost de hele dag of in ieder geval in het grootste deel van de dag goed bezond zijn.
Windklimaateffecten
Omdat de situering van de hoogbouwaccent binnen de Docklandsplot nog niet bekend is, is het niet mogelijk om in dit stadium een concreet windhinderonderzoek uit te voeren. Bij het opstellen van het uitwerkingsplan dient een windtunnelsimulatie uitgevoerd te worden. Hierbij dienen de windhindereffecten niet alleen in de directe omgeving van Docklandsplot betrokken te worden, maar ook op grotere afstand, op het niveau van de hele NDSM-werf.
Effecten op uitzicht en privacy
Vanwege de grote afstand tot de woningen buiten het plangebied en de aanwezigheid van tijdelijke studentenwoningen (tot februari 2015) binnen het plangebied kan worden geconcludeerd dat de geplande hoogbouwaccenten binnen het Investeringsbesluit NDSM-werf geen nadelige effecten op uitzicht en privacy.
Effecten op sociale veiligheid
Bij het opstellen van het aan dit bestemmingsplan ten grondslag liggende stedenbouwkundig plan is nadrukkelijk rekening gehouden met het aspect sociale veiligheid. Het stedenbouwkundig plan heeft een positief effect op de sociale veiligheid. Het gaat hierbij onder meer om:
Hiermee voldoet het bestemmingsplan aan de belangrijkste toetsingscriteria van sociale veiligheid.