NDSM-werf Oost

Artikel 9 Verkeer - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Verkeer - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. verblijfsgebied, waaronder in ieder geval mede begrepen expositieruimte voor kunst;
• b. het houden van evenementen met versterkte muziek, waaronder begrepen in ieder geval:
  • 1. dance- en housefeesten;
  • 2. concerten;
• c. het houden van evenementen zonder versterkte muziek, waaronder begrepen in ieder geval:
  • 1. concerten zonder versterkte muziek;
  • 2. film-, theater- en andere culturele en kunstfestivals;
  • 3. congressen en overige bijeenkomsten;
  • 4. kinderspeelprogramma's;
  • 5. kermissen;
  • 6. markten;
• d. werkplaatsen, ateliers, ambacht, culturele voorzieningen en horeca I, III, IV en V; uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding "gemengd" en in het gebouw in de kraan;
• e. kunstwerken, zoals hellingen;
• f. parkeervoorzieningen, met de daarbij behorende in- en uitritten;
• g. nutsvoorzieningen;
• h. technische ruimte ten behoeve van evenementen;
• i. groenvoorzieningen;
• j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
• k. infrastructurele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

• a. Op de in lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
  • 1. maximale bouwhoogte voor kraan: 50 meter;
  • 2. maximale bouwhoogte voor onderstel kranen: 10 meter;
  • 3. maximale bouwhoogte voor lichtmasten: 10 meter;
  • 4. maximale bouwhoogte voor overige bouwwerken: 4 meter;
  • 5. maximale bebouwingsoppervlakte: 10%.
• b. In afwijking van het bepaalde in lid 9.2, onder a, van dit lid zijn ter plaatse de functieaanduiding "gemengd" gebouwen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 7 meter.
• c. In afwijking van het bepaalde in lid 9.2, onder a, mogen gebouwen opgericht worden in de kraan.
• d. In afwijking van het bepaalde in lid 9.2, onder a, mag een gebouw opgericht worden naast de kraan ter ondersteuning van de daarin te realiseren functies.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het houden van evenementen gelden de volgende regels:

• a. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau veroorzaakt door evenementen mag op de gevel van geluidgevoelige functies niet meer bedragen dan 50 dB(A) tussen 07:00 - 19:00 uur en 45 dB(A) tussen 19:00 - 23:00 uur.
• b. In afwijking van het bepaalde in lid 9.3, onder a, mag maximaal 6 dagen per jaar een evenement worden gehouden waarbij het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau maximaal 75 dB(A) bedraagt.
• c. In afwijking van het bepaalde in lid 9.3, onder a, en onverminderd het bepaalde in het vorige sublid mag 12 dagen per jaar een evenement worden gehouden waarbij het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau maximaal 65 dB(A) bedraagt.
• d. Voor evenementen als bedoeld in lid 9.3, onder b, geldt dat tussen twee evenementen ten minste één weekend dient te zijn waarop geen evenement als bedoeld in lid 9.3, onder b, wordt gehouden.
• e. Bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in lid 9.3, onder a tot en met c wordt voor muziekgeluid geen bedrijfsduurcorrectie toegepast.
• f. Het houden van evenementen na 23:00 uur is niet toegestaan.
• g. Per jaar mogen maximaal gedurende 67 dagen evenementen gehouden worden met inachtneming van de volgende regels:
  • 1. maximaal 12 dagen per jaar evenementen met maximaal 15.000 bezoekers per dag;
  • 2. maximaal 10 dagen per jaar evenementen met maximaal 10.000 bezoekers per dag;
  • 3. maximaal 15 dagen per jaar evenementen met maximaal 5.000 bezoekers per dag;
  • 4. maximaal 20 dagen per jaar evenementen met maximaal 2.000 bezoekers per dag;
  • 5. maximaal 10 dagen per jaar evenementen met maximaal 500 bezoekers per dag.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

• a. Het dagelijks bestuur is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.3, sub f, indien het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau veroorzaakt door evenementen op de gevel van geluidgevoelige functies niet meer bedraagt dan 40 dB(A) na 23:00 uur en de vertrekkende bezoekers geen onaanvaardbare hinder veroorzaken voor de omgeving.
• b. Het dagelijks bestuur is bevoegd maximaal één keer per jaar een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 9.3, sub d.