Plan: | Bestemmingsplan Studentenhuisvesting NDSM |
---|---|
Plannummer: | N0909BPSTD |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N0909BPSTD-OH01 |
Bij externe veiligheid gaat het om het binnen aanvaardbare grenzen houden van risico's bij de productie, opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).
Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Binnen externe veiligheid zijn twee aspecten te onderscheiden: risico's vanwege bedrijven en risico's vanwege vervoer van gevaarlijke stoffen.
De Dienst Milieu en Bouwtoezicht heeft een inventarisatie gemaakt van de gevaaraspecten van bedrijven in de omgeving van het plangebied. Uit deze inventarisatie (zie bijlage) blijkt dat bedrijven rondom het plangebied gelet op hun afstand en de aard en omvang van hun werkzaamheden geen onaanvaardbaar gevaar opleveren voor de studentenwoningen. Verder ligt het plangebied niet binnen het invloedgebied van een risicovolle inrichting, waarvoor bepaalde veiligheidsnormen gelden op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI).
Over de Klaprozenweg worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De Klaprozenweg is een aangewezen transportroute voor gevaarlijke stoffen. De noordgrens van het plangebied ligt op circa op 135 meter afstand van de weg.
Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg (en tevens ook over het spoor en het binnenwater) is een risiconormering vastgesteld (‘Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’, Ministerie V&W, Tweede Kamer, 18 juli 2008). Hiermee is de circulaire voor de risiconormering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen verlengd (‘Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’, d.d. 4 augustus 2004) en gewijzigd. De Circulaire hanteert een risicobenadering waarbij het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR) wordt beoordeeld.
Op basis van de circulaire is in nieuwe situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico nog buiten deze 200 meter strekken.
Het adviesbureau Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV heeft op 8 juni 2009 een onderzoek verricht naar de externe veiligheidaspecten voor de hele NDSM-werf. Uit de berekeningen blijkt dat er geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 aanwezig is. Met betrekking tot het groepsrisico geldt dat hoewel het aantal ter plaatste verblijvende personen toeneemt ten gevolge van dit plan, blijft het groepsrisico nog steeds ver onder de oriëntatiewaarde.
Gelet hierop kan geconcludeerd worden dat het vervoer van gevaarlijke stoffen geen onaanvaardbaar risico vormt en dat derhalve dit aspect geen belemmering betekent voor dit bestemmingsplan.
Het plangebied ligt op circa 160 meter van het IJ waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
Voor de risicobeoordeling van vervoer van gevaarlijke stoffen over water is (net als bij vervoer over de weg) de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen van toepassing (zie hiervoor paragraaf 5.4.3.1). Gelet op de Circulaire dient de grenswaarde voor PR in acht genomen te worden en tevens moet het GR verantwoord te worden binnen 200 meter afstand.
Uit reeds beschikbare gegevens (het rapport Herberekening Risico's het IJ met RBM II van het Adviesbureau AVIV BV, d.d. 7 december 2005) blijkt dat er geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6per jaar aanwezig is als gevolg van transport over het water. Het berekende groepsrisico ligt ver onder de oriëntatiewaarde.
De risico's vanwege risicovolle inrichtingen en transport van gevaarlijke stoffen zijn aanvaardbaar zodat externe veiligheid geen belemmering vormt voor dit bestemmingsplan.