direct naar inhoud van Artikel 13 Water
Plan: Nieuwendam-Noord-Werengouw
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0906BPSTD-OH01

Artikel 13 Water

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • c. ligplaatsen ten behoeve van pleziervaartuigen ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger';
  • d. horeca van catogorie IV ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie IV';
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 13.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.

13.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie IV';
  • b. maximum aantal gebouwen: 1;
  • c. het maximum bebouwd oppervlak binnen de bestemming 'Water' en 'Groen', ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie IV' bedraagt 100 m², hiervan mag 100% binnen de bestemming 'Water' worden gerealiseerd;
  • d. maximum bouwhoogte: 4 meter.
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. maximum bebouwingspercentage: 2%;
  • b. in afwijking van het gestelde onder a geldt een maximum oppervlakte aan terras binnen de bestemming 'Water' en 'Groen', ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie IV' van 130 m², hiervan mag maximaal 60% binnen de bestemming 'Water' worden gerealiseerd;
  • c. maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie IV': 1 meter;
  • d. maximum bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 5 meter.
13.3 Specifieke gebruiksregels

In aanvulling op artikel 24.1 van deze regels is het in ieder geval verboden het gebruik van water als ligplaats voor woonschepen, passagiersboten, bedrijfsboten en stationerende vaartuigen, met uitzondering van ligplaatsen ten behoeve van pleziervaartuigen ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger'.