direct naar inhoud van 7.6 Parkeren
Plan: Bestemmingsplan Stationsgebied CAN
Plannummer: N0904BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0904BPSTD-OH01

7.6 Parkeren

Normering
Het Stationsgebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van hoogwaardig openbaar vervoer. Hoewel dit geldt voor het gehele CAN gebied, is met name het Stationsgebied uitstekend bereikbaar met metro en bus. Juist om deze reden is ervoor gekozen om hier in grote dichtheid te bouwen waardoor zowel bewoners, bezoekers als werknemers optimaal kunnen profiteren van deze bereikbaarheid.

Parkeerbeleid wordt als een belangrijk en efficiënt instrument gezien om niet-noodzakelijk autogebruik tegen te gaan en selectief autogebruik te bevorderen. Al jarenlang is het voeren van een sturend parkeerbeleid een vast onderdeel van het ruimtelijke ordenings-, verkeers- en vervoersbeleid. Om te zorgen dat het hoge potentiële openbaar vervoer gebruik ook leidt tot een daadwerkelijk hoog gebruik, gelden op deze locaties parkeernormen. Hierdoor wordt het aanbod aan parkeerplaatsen beperkt en blijft intensivering van de ruimte rondom openbaar vervoer mogelijk. Het locatie- en parkeerbeleid in Amsterdam is onder meer vastgelegd in het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP). Het beleid maakt onderscheid tussen werkgebieden die worden gelabeld als A-, B-, C- en R(est)-locaties. Bij initiatieven voor de ontwikkeling van nieuwe kantoren of bedrijven vindt toetsing door de gemeente Amsterdam en de provincie plaats van het mobiliteitsprofiel aan het bereikbaarheidsprofiel van de betreffende locatie. Ook wordt getoetst of de parkeernormen bij nieuwe initiatieven worden toegepast.

Voor het plangebied geldt dat voor kantoren, bedrijven en grote publiekstrekkende functies wordt uitgegaan van B-normeringen. De B-normering sluit aan op het hoogwaardig karakter van de Noord/Zuidlijn. Voor de overige functies zijn de in Nederland gebruikelijke normeringen volgens het ASVV of de CROW publicatie 182 als uitgangspunt genomen. Bij de toekenning van de normeringen wordt uitgegaan dat het Stationsgebied CAN gekenmerkt wordt als een 'zeer sterk stedelijk' centrumgebied . Dit is gerechtvaardigd omdat het gebied goed wordt ontsloten door openbaar vervoer en dat betaald parkeren zal worden ingevoerd.

Op grond van het stedelijk parkeerbeleid zoals vastgesteld in de nota  'Locatiebeleid Amsterdam 2008' (gemeenteraad, 2 april 2008) geldt voor een B-locatie zoals het Stationsgebied CAN een parkeernorm van 1 parkeerplaats per 250 m².  Dit beleidsstuk biedt echter de mogelijkheid om van deze norm af te wijken op grond van de specifieke omstandigheden van het geval. Daarbij worden als grondslag voor afwijking genoemd: De kwaliteit en kwantiteit van het openbaar vervoer, mobiliteitsmanagement en  dubbelgebruik parkeerplaatsen. Aangetekend moet wel worden dat de nota impliciet lijkt uit te gaan van een afwijking in die zin dat een minder strikte maximumnorm kan worden opgenomen. De nota lijkt zich aldus niet uit te spreken over een minimumparkeernorm voor kantoren en evenmin over een strengere maximumparkeernorm voor kantoren.

In het ontwerpbestemmingsplan Stationsgebied CAN is een parkeernorm van 1 parkeerplaats per 250 m² kantoorvloeroppervlak opgenomen. Dit is zowel een minimum- als maximumnorm. Genoemde nota lijkt hieraan niet in de weg te staan. Inhoudelijk is een strengere maximumnorm te rechtvaardigen op grond van het feit dat het gebied formeel weliswaar niet als A-locatie kan worden aangemerkt, maar met de aanwezigheid van de Noord/Zuidlijn wel een zeer goede infrastructuur op het gebied van openbaarvervoer kent.

Tabel: Normering (maximum en minimum) parkeerplaatsen voor de belangrijkste functies in het plangebied

Functie   Normering  
Vrije sector woningen   1 parkeerplaats per woning  
Kantoor   1 parkeerplaats per 250 m2 bvo  
Hotel   0,5 p.p. per kamer  
Overige voorzieningen   1 parkeerplaats per 100 m2  

Parkeervoorzieningen specifiek ten behoeve van het plangebied
Om ten behoeve van dit Bestemmingsplan een goede invulling te kunnen geven aan het parkeren is in 2010/2011 de parkeervisie Stationsgebied Centrum Amsterdam Noord opgesteld (eindrapport 20 juni 2011).

Ten opzichte van het Stedenbouwkundig Uitwerkingsplan uit 2007 is in de Parkeervisie Stationsgebied het principe van parkeren op eigen bouwkavel losgelaten om het parkeren binnen het gehele plangebied effectiever en efficiënter te kunnen regelen. In de visie wordt uitgegaan van de doelgroepbenadering: iedere doelgroep (bewoners, werknemers, bezoekers) wordt op basis van specifieke wensen en parkeergedrag binnen het plangebied een passende parkeervoorziening geboden.

Kort samengevat komt de doelgroepbenadering op het volgende neer:

  • f. Bewoners parkeren overwegend in de bij het eigen wooncomplex behorende parkeervoorziening
  • g. Voor werknemers hebben de ontwikkelaars de vrijheid om parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren of (deels) te kiezen voor een centrale oplossing.
  • h. Bezoekers en werknemers van voorzieningen in één van de centrale voorzieningen in het gebied.

Grootste voordeel van deze benadering is dat met een gering aantal grotere parkeervoorzieningen kan worden volstaan. Dit maakt ook dubbelgebruik mogelijk, wat per saldo een betere benutting van de aanwezige parkeercapaciteit betekent. Het programma in het gebied voorziet in een aantal opeenvolgende stappen in de volgende (centrale) parkeervoorzieningen.

Vooralsnog zijn de komende jaren de ruim 150 parkeerplekken ten westen van het stadsdeelhuis in de openbare ruimte beschikbaar. Beoogde gebruikers: werknemers en bezoekers van het stadsdeelhuis, het ROC van Amsterdam en de M1 woontoren.

In een van de oren wordt in aansluiting op het metro/busstation een P+R voorziening gerealiseerd. Deze kan worden aangevuld/gecombineerd met parkeerplaatsen voor het bestemmingsparkeren voor doelgroepen uit het Stationsgebied.

Aangezien de Z-kavels in de zuidzijde van het gebied voorlopig niet bebouwd zullen worden kan ook daar een eventuele groeiende parkeervraag opgevangen worden. In eerste instantie kan worden volstaan met een parkeerterrein op maaiveld wat ca 115 plaatsen oplevert. Wanneer op termijn de Z-kavels worden ontwikkeld kan dit parkeerterrein tot een volwaardig gebouwde parkeervoorziening.

Uitgangspunt in de visie is dat de gemeente zorg draagt voor voldoende parkeercapaciteit in centrale parkeervoorzieningen. Dit kan deels tijdelijk op maaiveld ( Z-kavel ) en deels in het 'oor'. De investeringskosten voor beide locaties zijn beperkt en sluiten aan op de parkeerbehoefte (vraag-volgend). Tegenover de investeringskosten staan inkomsten uit abonnementen (werknemers) en automaatinkomsten ( bezoekers), kortom de gebruiker betaald voor de parkeeroplossingen.

Parkeervoorzieningen niet specifiek ten behoeve van het plangebied: Park + Ride
Actuele beleidsintenties en het Actieplan Luchtkwaliteit zijn voor de gemeente Amsterdam aanleiding tot diverse maatregelen. Een daarvan is de uitbreiding van de capaciteit voor Park + Ride (P+R) voorzieningen, gekoppeld aan het terugdringen van het autoverkeer naar de binnenstad. Al eerder was daarvoor de omgeving van de openbaar vervoersknoop Buikslotermeerplein en dan specifiek 'de oren' in beeld als een ideale locatie voor een P+R voorziening. November jl. is dit door het College van B&W herbevestigd waarbij voor een gefaseerde ontwikkeling is gekozen, met in eerste fase een simpel parkeerterrein op maaiveldniveau. Door de gekozen tariefstelling en betalingssystematiek is ene combinatie met bestemmingsparkeren voor het Stationsgebied een aantrekkelijke mogelijkheid.

Het gebied ten westen van de Nieuwe Leeuwarderweg en ten noorden van de IJdoornlaan (met op de verbeelding de bestemming "Verkeer-5") is verkozen als locatie voor de P+R voorziening. De locatie ligt aan de rand van de stad, dicht bij de A10 en kent een korte en directe verbinding met het openbaar vervoer. Bezoekers van de P+R voorziening maken dan gebruik van een aparte toegang direct van en naar de Nieuwe Leeuwarderweg, het lokale wegennet wordt hierdoor niet extra belast. Vastgelegd is dat vooralsnog één van beide 'oren' voor parkeren in gebruik mag worden genomen.

Fietsparkeren
Bij voorzieningen is beperkt fietsparkeren op straat mogelijk. Er komt een grote gebouwde fietsenstalling bij het station. De fietsparkeernorm voor de publiekstrekkende functies komt uit het Beleidskader fietsparkeren. Voor de woningen worden de fietsparkeerrichtlijnen uit de beleidsnotitie Een verschil van Dag en Nacht, gehanteerd. Dat zijn in concreto 0,5 fietsparkeerplaatsen in de openbare buitenruimte per woning, met een ophogingspercentage van 10% voor menggebieden zoals het plangebied Stationsgebied CAN. Voor de overige functies, niet zijnde functie publiekstrekkende bestemmingen, worden de CROW normen gehanteerd en gelden de normen uit het Bouwbesluit. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk inpandig wordt geparkeerd (woningen en kantoren/bedrijven). Voor functie gerelateerde bezoekers zal in een volgende fase nader onderzoek moeten worden gedaan in relatie tot het programma met concrete functies die worden gerealiseerd. In het maaiveldontwerp en de eisen m.b.t. de bouwkavels wordt dit verder uitgewerkt. In de directe omgeving van de toegangen en de stijgpunten van de vervoersknoop wordt fietsparkeren in de openbare ruimte zoveel mogelijk geweerd om ongewenste wildgroei van geparkeerde fietsen te voorkomen. De toegankelijkheid van de fietsenstalling wordt daarentegen gestimuleerd. Wildgroei van fietsparkeren/geparkeerde fietsen?

Parkeernorm in het voorliggende bestemmingsplan
De stedenbouwkundige uitwerking, waarin genoemde parkeernorm is gehanteerd, is de basis voor het voorliggende bestemmingsplan. Daarmee is de in de stedenbouwkundige uitwerking in acht genomen parkeernorm ook mede in acht genomen in het voorliggende bestemmingsplan. Daarbij is de parkeernorm ook opgenomen in de algemene gebruiksregels.