Plan: | Bestemmingsplan Stationsgebied CAN |
---|---|
Plannummer: | N0904BPSTD |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N0904BPSTD-OH01 |
Het voorliggende plan is bedoeld als juridisch-planologisch kader voor de realisatie van de beoogde functies rondom en onder het station van de Noord/Zuidlijn aan het Buikslotermeerplein. Het bestemmingsplan ter realisatie van de Noord/Zuidlijn en het genoemde station zijn reeds onherroepelijk. Het spoorviaduct en het station waren ten tijde van het opstellen van het voorliggende plan dan ook reeds in de uitvoeringsfase. Er is dus een ontegenzeggelijke samenhang tussen de Noord/Zuidlijn en het voorliggende plan. Aan die samenhang wordt in het voorliggende plan als volgt invulling gegeven. Het spoor en het station (inclusief de overkapping van de perrons) ten behoeve van de Noord/Zuidlijn worden in het voorliggende plan positief bestemd. De bestemmingen in het voorliggende plan zullen de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor de Noord/Zuidlijn niet inperken. De bestemming die de Noord/Zuidlijn en het station in het voorliggende bestemmingsplan regelt, is de bestemming "Gemengd-2". Voor de nadere invulling van deze bestemming wordt verwezen naar artikel 4 van de planregels van het voorliggendedit plan. Het voorliggende plan fungeert daarbij als globaal eindplan, wat wil zeggen dat eventuele extra benodigde voorzieningen ten behoeve van de Noord/Zuidlijn gerealiseerd kunnen worden op grond van de planregels horende tot het voorliggende plan. Het gaat daarbij om zowel rail-, stations-, als nutsvoorzieningen.
Een belangrijk aspect bij het voorliggende plan is, gezien de concentratie van verschillende functies, de (brand)veiligheid. De Brandweer Amsterdam is bij de opstelling van het voorliggende plan een formele adviserende partij. In dat kader is de Brandweer Amsterdam om advies gevraagd. Het advies van de Brandweer Amsterdam is opgenomen in paragraaf 10.4 van deze toelichting.
De overige, meer gedetailleerde bouwkundige (brand)veiligheidsaspecten worden geborgd in de fase van de omgevingsvergunningverlening. Iedere aanvraag voor een omgevingsvergunning zal getoetst worden aan de (brand)veiligheidsaspecten zoals vastgelegd in het Bouwbesluit. Dat zijn aspecten als brandwerendheid van bouwmaterialen en de plaatsing van nooduitgangen.
Binnen het bestemmingsvlak Gemengd-2, aan de zuidzijde, moet de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de technische ruimten voor de metrolijn gewaarborgd blijven. Dat wordt bereikt door binnen dit bestemmingsvlak een strook onbebouwd te laten en daarmee deze voorziening voor auto- en vrachtverkeer toegankelijk te houden. Een overbouwing van de onbebouwde strook is toegestaan als ook maatregelen worden getroffen om de toe- en afvoer van ventilatielucht te waarborgen. Voldoende wil in dit verband zeggen dat het te allen tijde mogelijk moet zijn de installaties (waaronder transformatoren) in te technische ruimten aan en af te voeren.