direct naar inhoud van Regels bestemmingsplan Cruquius
Plan: Eerste herziening Cruquius
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1507BPSTD-OW01

Regels bestemmingsplan Cruquius

De planregels van het vastgestelde bestemmingsplan Cruquius (vaststelling: 9 april 2013), met planidentificatie NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01) zijn onverkort van kracht op onderhavig reparatieplan, behoudens de hierna aangegeven wijzigingen.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Voor de begrippen blijft artikel 1 van het vastgestelde bestemmingsplan Cruquius (vaststelling: 9 april 2013), met planidentificatie NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01) onverkort van toepassing. De regels van het vastgestelde bestemmingsplan Cruquius zijn onverkort van kracht.

1.1 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.2 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.3 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.4 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.5 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.6 plan:

het bestemmingsplan 'Eerste herziening Cruquius' met identificatienummer NL.IMRO.0363.M1507BPSTD-OW01 van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost;

1.7 verbeelding

de verbeelding van het bestemmingsplan 'Eerste herziening Cruquius' bestaande uit het bestand NL.IMRO.0363.M1507BPSTD-OW01;

Artikel 2 Wijze van meten

Voor de wijze van meten zijn de definities en meetbepalingen van artikel 2 van het vastgestelde bestemmingsplan Cruquius (vaststelling: 9 april 2013), met planidentificatie NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01) onverkort van kracht.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Onderhavig reparatieplan heeft betrekking op de reparatie van bedrijvenlijst 'Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein' behorend bij de bestemmingen 'Bedrijf-2' en 'Bedrijf-3' van bestemmingsplan Cruquius. De bestemming 'Bedrijf-2' heeft echter alleen betrekking op gronden aan het Zeeburgerpad. Het plangebied Zeeburgerpad is buiten deze herziening gelaten, omdat voor dat plangebied een apart bestemmingsplan wordt opgesteld. Om die reden zijn hieronder alleen de bestemming 'Bedrijf-3' opgenomen en de algemene gebruiksregels in artikel 6.

Daarnaast is een aanduiding opgenomen voor de Piet Heintunnel (bestemming 'Water). Om die reden is artikel 'Water' geheel opgenomen. De regels van het bestemmingsplan Cruquius (vaststelling: 9 april 2013), met planidentificatie NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01) zijn onverkort van kracht.

Artikel 3 Bedrijf - 3

De regels van het bestemmingsplan Cruquius (vaststelling: 9 april 2013), met planidentificatie NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01) zijn onverkort van kracht. Bij de bestemming 'Bedrijf-3' behoort een nieuwe bedrijvenlijst.

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 6.1;

Artikel 4 Water

De regels van het bestemmingsplan Cruquius (vaststelling: 9 april 2013), met planidentificatie NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-OH01) zijn onverkort van kracht, met dien verstande dat aan de bestemming 'Water' aan artikel 4.1 wordt toegevoegd:

p. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' is een tunnel toegestaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Toegelaten bedrijven
6.1.1 Toegestane bedrijven

Voor zover de gronden binnen de bestemming 'Bedrijf - 3' mogen worden gebruikt voor bedrijven, zijn slechts de volgende categorieën bedrijven toegestaan:

  • a. bedrijven zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze in de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein vallen in milieucategorie 1, 2 en 3 en 4.1.
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 5.1' is tevens een bedrijf toegestaan voor zover deze in de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein vallen in milieucategorie 5.1, zijnde een cementfabriek.
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 5.2' is tevens een bedrijf toegestaan voor zover deze in de van deze regels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein vallen in milieucategorie 5.2, zijnde een metaal verwerkingsbedrijf.
6.1.2 Afwijking
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 6.1.1 bepaalde voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat:
    • 1. niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de categorieën 1, 2 of 3 een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 2. in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de categorieën 1, 2 of 3 een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de categorieën 1, 2 of 3 meer milieuhinder veroorzaakt.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 6.1.1 bepaalde voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat:
    • 1. niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein voorkomt en in vergelijking met bedrijven die wel vallen onder de categorieën 1, 2 en 3 en 4.1 een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 2. in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de categorieën 1, 2 en 3 en 4.1 een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt;
    • 3. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein valt onder één of meer categorieën hoger dan toegestaan, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de categorieën 1, 2 en 3 en 4.1 meer milieuhinder veroorzaakt.
6.1.3 Wijzigingsregel

Het bevoegd gezag is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin, dat:

  • a. aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein bedrijven en/of bedrijfsvormen kunnen worden toegevoegd of geschrapt;
  • b. de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein bedrijven opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten kunnen worden ingedeeld bij een andere categorie;
  • c. één of meerdere aanduidingen van bedrijven, zoals bedoeld in 6.1.1, geschrapt kunnen worden, zodat ter plaatse alleen nog een bedrijf is toegestaan dat valt onder categorie A t/m C, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien het betreffende gebruik langer dan een jaar is beëindigd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 7 Overgangsrecht

7.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 7.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 7.1 met maximaal 10%.

7.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Bepaling 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

7.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, zoals bedoeld in 7.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

7.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 7.4 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

7.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Bepaling 7.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Eerste herziening Cruquius.