direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf - 3
Plan: Cruquius
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1204BPSTD-VG01

Artikel 5 Bedrijf - 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, met in acht name van het bepaalde in artikel 26.2;
  • b. creatieve functies, zoals bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 3;
  • c. ondergeschikte detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn bedrijfswoningen toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • e. verkeersareaal;
  • f. erven;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen en in- en uitritten;
  • i. laad- en losvoorzieningen;
  • j. fiets- en voetpaden;
  • k. groen;
  • l. water;
  • m. kunstwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op en onder de in 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

5.2.2 Gebouwen

Voor bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. maximale bouwhoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven;
  • c. maximum bebouwingspercentage: zoals op de verbeelding is aangegeven;
  • d. in afwijking van het gestelde onder b geldt een maximum bouwhoogte voor silo's en andere opslagvoorzieningen van 25 m;
  • e. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - geen gebouwen' geldt dat er geen gebouwen mogen worden opgericht, met uitzondering van kranen en andere haveninstallaties welke bedoeld zijn voor laden en lossen of overslag van goederen en materialen vanaf of naar vrachtschepen. Voor de genoemde kranen en andere haveninstallaties geldt een maximum bouwhoogte van 40 m;
  • f. uitsluitend bestaande kelders en souterrains zijn toegestaan.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 12 m1;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 m1.
5.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. in afwijking van het bepaalde in 5.2.2 onder d is het bevoegd gezag bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het verhogen van de toegestane bouwhoogte over maximaal 25% van het bestemmingsvlak met maximaal 5 m1, indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 onder e op basis van stedenbouwkundige inpasbaarheid.
5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. het maximum bruto vloeroppervlak aan kantoren bedraagt per vestiging, van de in 5.1, onder a en b bedoelde functies (bedrijven en creatieve functies), maximaal 40% van het netto vloeroppervlak;
  • b. het maximum bruto vloeroppervlak, van de in 5.1, onder c bedoelde functie (ondergeschikte detailhandel) bedraagt per vestiging, van de in 5.1, onder a en b bedoelde functies (bedrijven en creatieve functies), maximaal 10% van het gerealiseerde netto vloeroppervlak;
  • c. het maximum aantal, van de in 5.1, onder d bedoelde functie (bedrijfswoning) bedraagt 1, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven.