Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerpbestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro onderzoek plaats te vinden naar de uitvoerbaarheid van het plan. Het betreft hier de financiele uitvoerbaarheid.
Het project wordt op particulier initiatief gerealiseerd. De kosten in verband met de realisatie van de stadslandgoed zijn dan ook voor rekening van de initiatiefnemer. Het project wordt gefinancierd uit eigen middelen van de initiatiefnemer en middels subsidies en gelden van derden.
Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie’, artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen bij de AMvB aangewezen gevallen. Hiervan kan sprake zijn indien er geen verhalen te kosten zijn zoals bedoeld in artikel 6.2.4 Bro (b t/m f). In onderhavig geval is hiervan geen sprake.
Eventuele proceskosten zijn afgedekt door middel van een intentieovereenkomst welke tussen partijen is gesloten op 7 november 2008. Nu er geen kosten te verhalen zijn en proceskosten zijn afgedekt kan de raad ertoe besluiten geen exploitatieplan vast te stellen.
Conclusie
De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan is op basis van bovenstaande en met het afsluiten van de intentieovereenkomst aangetoond.