Door de ondertekening van het Verdrag van Malta (Valletta, 1992), dat vertaald is in de wet op de archeologische Monumentenzorg, heeft Nederland zich verplicht tot het beschermen van het archeologisch erfgoed. Uitgangspunt van het verdrag is het archeologische erfgoed waar mogelijk te behouden. Bij nieuwe ontwikkelingen moet derhalve onderzocht worden of sprake is van archeologische waarden. Als archeologische waarden aanwezig zijn, zal moeten worden bepaald hoe hier mee om te gaan.
De rijksnota Belvédère was voor de Provincie Noord-Holland de aanleiding om een cultuurhistorische waardenkaart (CHW-kaart) op te stellen en komt voort uit de wens om verantwoord om te gaan met cultuurhistorische waarden bij alle nieuwe plannen op het gebied van infrastructuur, woningbouw, groengebieden en bedrijventerreinen. Archeologische, historische- bouwkundige of historisch-geografische elementen en structuren die op de CHW-kaart voorkomen zijn door de provincie ingedeeld in 3 waarderingsniveaus:
- van waarde;
- van hoge waarde;
- van zeer hoge waarde.
Als een element of structuur op de kaart is opgenomen is daar altijd een grondig onderzoek aan vooraf gegaan, waarbij getoetst wordt aan specifiek voor dit doel vastgestelde criteria. Het gaat hierbij om kenmerkendheid, gaafheid, zeldzaamheid en samenhang. Het is de bedoeling dat de CHW-kaart een bron van inspiratie gaat vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen. Ontwerpers en vormgevers, (landschaps)architecten en stedenbouwkundigen kunnen uitgedaagd worden het verleden in eigentijdse vorm te laten herleven, of historische processen door te trekken naar de toekomst.
Uit de CHW-kaart blijkt voor wat betreft de locatie Klarenbeek dat de volgende aspecten van belang zijn:
Van waarde:
Huisterp (vermoedelijk), op grond van vondsten en bodemkenmerken wordt verwacht dat zich hier of in de directe nabijheid (binnen een straal van 50 m) archeologische sporen zullen bevinden. Er heeft nog geen kwaliteitsbepalend onderzoek plaatsgevonden. Kenmerkend voor de kolonisatie van de Meerlanden-Amsterdam zijn de ontginningen van het veenland vanuit de rivier de Amstel. De strookverkaveling is herkenbaar. De aanleg van de A2 en recreatieterreinen heeft de lengte van de kavels fors ingekort. De genetische samenhang met de ontginningsas, de Amstel en de weg hierlangs is nog goed zichtbaar, evenals de kenmerkende openheid. In het onregelmatige verloop van de kavelrichtingen is het kronkelige verloop van de Amstel terug te zien. De ontginningsrichting stond immers loodrecht op de ontginningsbasis. Het afbuigen van de kavels verder van de Amstel werd veroorzaakt doordat de ontginners waarschijnlijk loodrecht op de hoogtelijnen ontgonnen. Men gaat er vanuit dat in de huidige Duivendrechtse polder een hoog veenkussen lag. Op een aantal plaatsen zijn fragmenten van de molenweteringen te zien.
Van hoge waarde:
Kenmerkend voor de ontwikkelingen in de waterstaat zijn de aanleg van kaden langs de veenstroompjes. Dit werd noodzakelijk door de als maar voortschrijdende bodemdalingen van de aanliggende (veen)landbouwgronden. Het verschil tussen de hoogteligging van het maaiveld en het peil van de veenstroompjes werd steeds groter. De hoogte van de kaden is voortdurend vergroot. De herkenbaarheid is door de hogere ligging ten opzichte van het omliggende land groot. De kaden hebben een ruimtelijke samenhang met de verkeerswegen. Deze volgden de hogere en dus drogere delen van het landschap. De polderkaden volgen de ontginningsassen van waaruit het gebied ontgonnen is. Polderkaden zijn niet zeldzaam.
Van zeer hoge waarde:
De aanleg van een goed georganiseerd netwerk van trekvaarten is zeer kenmerkend voor de ontwikkelingen in de verkeerfunctie in de 17 eeuw. Het eerste deel van het traject van de trekvaart van Amsterdam naar Weesp valt samen met de ringvaart van de Watergraafsmeer. Tot de "Korte Diem" is de vaart gegraven, daarna valt de trekvaartverbinding samen met de voormalige "Bijlmerringvaart". Met name het gegraven deel is duidelijk herkenbaar. De Weespertrekvaart heeft een ruimtelijke en genetische samenhang met de wegen langs de vaart, de vroegere jaagpaden. Een ruimtelijke samenhang bestaat met een deel van de ringvaart van de Watergraafsmeer. Ook is een genetische samenhang aanwezig met de nederzetting Diemerburg die is ontstaan bij de samenkomst van de Weespertrekvaart en de omstreeks 1930 gedempte Muidertrekvaart. Trekvaarten zijn in laag Nederland niet erg zeldzaam.
Uitsnede Cultuurhistorische waardenkaart Noord-Holland
Bureauonderzoek Bureau Monumenten en Archeologie
In opdracht van De Key Principaal is een bureauonderzoek uitgevoerd voor het gehele plangebied. Het onderzoek
1 is als bijlage toegevoegd aan dit bestemmingsplan. Op basis van de bekende gegevens en de bodemopbouw zijn aan de hand van de archeologische beleidskaart voor het plangebied archeologische beleidszones gedefinieerd. Voor het gebied direct nabij de bestaande bebouwing geldt er een hoge verwachtingswaarde. Bij bodemingrepen groter dan 100 m² en dieper dat 50 cm is verkennend archeologisch veldonderzoek noodzakelijk.
In het kader van het bestemmingsplan 'Groene Staart' is (recenter) ook een bureauonderzoek naar archeologische waarden uitgevoerd
2. Met betrekking tot onderhavig plangebied zijn de conclusies uit dit onderzoek hetzelfde als de conclusies uit het eerder genoemde bureauonderzoek dat voor onderhavig plangebied is uitgevoerd.
Conclusie
Op grond van de bureauonderzoeken van BMA kan geconcludeerd worden dat voor het merendeel van het plangebied een lage verwachtingswaarde geldt (beleidscategorie 6) en voor een klein gedeelte van het plangebied, nabij de bestaande bebouwing, een hoge verwachtingswaarde (beleidscategorie 3). Bij ingrepen kleiner dan 100 m² en niet dieper dan 50 cm geldt er geen verdere onderzoeksverplichting. Voor de fundering van de nieuwe landbouwschuur is het niet noodzakelijk om dieper dan 50 cm te graven. Nader archeologisch onderzoek is niet noodzakelijk.