Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Ouderkerkerdijk 225
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0363.M1003BPSTD-OH01

Artikel 4 Maatschappelijk - Stadslandgoed

4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk - stadslandgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. maatschappelijke doeleinden, waaronder begrepen:
    1. de exploitatie van een zorgboerderij voor dagbesteding;
    2. hobbymatig agrarisch gebruik;
    3. detailhandel in de vorm van een landgoedwinkel met een oppervlakte tot 40m2; 
    4. één bedrijfswoning; 
  2. recreatieve doeleinden, waaronder begrepen:
    1. ondergeschikte horeca, tot 25 m2, in de vorm van de exploitatie van een theetuin;
    2. het verzorgen van educatie; 
  3. wegen en paden;
  4. groenvoorzieningen;
  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
  1. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. de goot- en bouwhoogte mag maximaal bedragen wat ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” op de verbeelding is aangegeven;
  3. in afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 2.1 sub a  mogen buiten het bouwvlak maar binnen het gebied nader aangeduid met de aanduiding 'erfbebouwing' aan-, uit en bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen;
    2. de nokhoogte niet meer dan 7 meter mag bedragen;
    3. het gezamelijk oppervlak aan bebouwing niet meer mag bedragen dan 500 m2;
    4. de lengte van de langsgevel niet meer mag bedragen dan 33 meter;
    5. in afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 2.1 sub c onder 1 mag de goothoogte aan de oostzijde van de erfbebouwing niet meer dan 4 meter bedragen;
    6. in afwijking van het bepaalde in artikel 4 lid 2.1 sub c onder 4  de lengte van de langsgevel meer dan 33 meter mag bedragen, mits er sprake is van een verspringing van tenminste 3 meter.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen niet meer bedragen dan 3 meter op de gronden aangeduid als erf;
  3. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen niet meer bedragen dan 2 meter op de gronden gelegen buiten het bouwvlak en buiten de gronden aangeduid als erf;
  4. de bouwhoogte van een watersilo mag niet meer bedragen dan 4,5 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels
  1. Wooneenheden voor zorgcliënten zijn niet toegestaan;
  2. Voor parkeren geldt dat op eigen terrein voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid, met een minimum van 10 parkeerplaatsen.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Aanlegverbod
Het is verboden op of in gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  1. het ontginnen of scheuren van graslanden van de bij het bedrijf behorende gronden met uitzondering van de gronden binnen de aanduiding ‘moestuin';
  2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur;
  7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  8. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse van de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant.
4.4.2 Uitzonderingen
Het verbod van artikel 4 lid 4.1  is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
  1. betrekking hebben op normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming;
  2. uitgevoerd worden binnen het bouwvlak;
  3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  4. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning.
4.4.3 Voorwaarden
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 4 lid 4.1   wordt verleend indien:
  1. het belang dat met de ingreep is gediend, aangetoond wordt;
  2. daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
  3. het waterhuishoudkundig belang (kwantitatief en kwalitatief), met het oog op de waterhuishoudkundige doelstellingen gewaarborgd wordt;
  4. daardoor de cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
4.4.4 Advisering
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4 lid 4.1 wint het dagelijks bestuur schriftelijk advies in van de deskundige inzake natuur- en landschapswaarden of cultuurhistorie omtrent de vraag als bedoeld in artikel 4 lid 4.3
4.4.5 Strafbaarstelling
Overtreding van het verbod van artikel 4 lid 4.1  is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
4.5 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
  1. opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen.