Kenniskwartier Noord (eerste uitwerking)

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In aanvulling op of afwijking van de begripsbepalingen zoals opgenomen in artikel 1 van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord, gelden de hierna volgende begripsdefinities. De begripsdefinities zoals opgenomen in artikel 1 van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord zijn voor het overige onverkort van toepassing op voorliggend uitwerkingsplan.

1.1 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.2 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.3 aanduidingsvlak

Een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.

1.4 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.5 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.6 plan:

Het uitwerkingsplan Kenniskwartier Noord (eerste uitwerking) met identificatienummer NL.IMRO.0363.K1406BPGST-VG01 van de gemeente Amsterdam.

1.7 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.8 bestemmingsplan Kenniskwartier Noord

Het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord, vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam bij besluit van 18 december 2013, nr. 250/1115, met identificatienummer NL.IMRO.0363.K1004BPGST-VG01.

1.9 Staat van Inrichtingen

De als bijlage bij het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord opgenomen lijst, behorende bij de regels van dat bestemmingsplan, waarin vormen van gebruik anders dan wonen, zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van de hierna volgende regels zijn de bepalingen, opgenomen in artikel 2 van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord van van ongewijzgde toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Kantoor

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. kantoren;
• b. maatschappelijke dienstverlening;
• c. culturele voorzieningen;
• d. detailhandel;
• e. consumentverzorgende dienstverlening;
• f. zakelijke dienstverlening;
• g. sportvoorzieningen;
• h. horeca I en horeca III;
• i. horeca IV;
• j. nutsvoorzieningen;
• k. wegen;
• l. voet- en fietspaden;
• m. pleinen en daarmee vergelijkbare verblijfsruimten;
• n. parkeervoorzieningen, met de daarbij behorende in- en uitritten;
• o. groenvoorzieningen;
• p. waterlopen en waterpartijen.

3.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

• a. Voor bovengrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  • 1. gebouwen mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gerealiseerd;
  • 2. maximum bouwhoogte: zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' staat aangegeven, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding' voor ten minste 50% van het te bebouwen oppervlak een maximum bouwhoogte geldt van 35 meter, gemeten vanaf maaiveld;
  • 3. maximum brutovloeroppervlak: 16.500 m2;
  • 4. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' geldt dat de voorgevel per afzonderlijk gebouw vanaf een hoogte van 10 meter tot een hoogte van 30 meter, gemeten vanaf maaiveld, voor ten minste 80% dient te worden opgericht in deze lijn;
  • 5. aan de zuidzijde en de oostzijde dient over de volle lengte van de betreffende zijde van het bestemmingsvlak een gebouw te worden gerealiseerd.
• b. Voor ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  • 1. ondergrondse gebouwen mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gerealiseerd;
  • 2. maximum bouwdiepte: 3 bouwlagen;
  • 3. een bouwkundige en functionele verbinding met ondergrondse gebouwen, grenzend aan het plangebied, is toegestaan.
• c. Gebouwde parkeervoorzieningen zijn uitsluitend ondergronds toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
  • 1. toegang tot de gebouwde parkeervoorzieningen dient te worden gerealiseerd vanaf de westzijde van het plangebied, op tenminste 35 meter vanaf de Gustav Mahlerlaan.
  • 2. gebouwde parkeervoorzieningen mogen onverminderd het bepaalde in lid 3.5, onder f, worden opgericht ten behoeve van een maximale capaciteit van 71 parkeerplaatsen.
• d. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat deze binnen het gehele bestemmingsvlak mogen worden gerealiseerd, met een maximum bouwhoogte van 5 meter, gemeten vanaf maaiveld.

3.3 Nadere eisen

• a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan bouwplannen met een bouwhoogte van 30 meter of meer met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van bouwwerken ter voorkoming of beperking van windhinder. In dat kader kunnen burgemeester en wethouders tevens van een initiatiefnemer van een bouwplan verlangen een windtunnelonderzoek aan hen te overleggen.
• b. Burgemeester en wethouders kunnen, indien advisering van de Regionale Brandweer daartoe aanleiding geeft en voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, nadere eisen stellen aan bouwplannen met betrekking tot de situering van vluchtwegen van de te vestigen bestemmingen ter vergroting van de zelfredzaamheid van gebruikers van de bouwwerken.

3.4 Afwijken van de bouwregels

• a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2, onder a, onder 2, en bovenop de in die bepaling bedoelde maximum bouwhoogtes bouwkundige constructies op daken toestaan die verband houden met een gebruik als dakterras, waaronder in elk geval begrepen hekwerken, onder voorwaarde dat de op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' aangegeven bouwhoogtes van 66 meter, 66,5 meter en 67 meter niet worden overschreden.
• b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2, onder a, onder 4, met dien verstande dat voor één of meer van de betreffende gevels een lager minimum percentage wordt toegestaan dan genoemde 80%, maar waarbij dit percentage niet lager mag zijn dan 60%, en onder voorwaarde dat daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan de gewenste stedenbouwkundige wand.

3.5 Specifieke gebruiksregels

• a. Voor de in lid 3.1 genoemde gronden geldt dat het bepaalde in artikel 12 van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord in acht dient te worden genomen.
• b. De in lid 3.1, onder b tot en met i, genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze vallen onder categorie 1 en 2 in de Staat van Inrichtingen.
• c. Voor zover onder de in 3.1 bedoelde functies tevens kunnen worden begrepen geluidsgevoelige functies dan zijn deze niet toegestaan.
• d. Voor zover onder de in 3.1 bedoelde functies tevens kunnen worden begrepen gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit dan zijn deze niet toegestaan.
• e. Voor de functies genoemd in lid 3.1, onder b tot en met i, gelden de volgende bepalingen:
  • 1. gezamenlijk minimum brutovloeroppervlakte: 500 m2;
  • 2. gezamenlijk maximum brutovloeroppervlakte: 750 m2;
  • 3. situering: uitsluitend in de eerste en tweede bouwlaag.
• f. Met betrekking tot parkeren gelden de volgende bepalingen:
  • 1. parkeren mag uitsluitend plaatsvinden in gebouwde parkeervoorzieningen;
  • 2. de parkeervoorzieningen zijn uitsluitend bedoeld ten behoeve van het in lid 3.1, onder a tot en met i genoemde programma;
  • 3. voor kantoren geldt daarbij een parkeernorm van maximaal 1 parkeerplaats per 250 m2 brutovloeroppervlak;
  • 4. voor de overige functies als genoemd in lid 3.1, onder b tot en met i een parkeernorm van maximaal 1 parkeerplaats per 100 m2 brutovloeroppervlak.
• g. Parkeergelegenheid ten behoeve van kort parkeren in de vorm van wegbrengen en ophalen en taxistandplaatsen zijn van de hierboven onder f aangegeven beperkingen uitgezonderd.
• h. Laad- en losgelegenheid alsmede fietsstalling is uitsluitend inpandig toegestaan.

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. verblijfsgebied in de vorm van voet- en fietspaden, pleinen en overig verblijfsgebied;
• b. nutsvoorzieningen;
• c. groenvoorzieningen;
• d. waterlopen en waterpartijen.

4.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met een maximum bouwhoogte van 3 meter.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 4.1 genoemde gronden geldt dat het bepaalde in artikel 12 van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord in acht dient te worden genomen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Overige regels

De algemene regels van het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord, zoals opgenomen in artikel 10 tot en met 15 van dat plan, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

De overgangsregeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan Kenniskwartier Noord is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het uitwerkingsplan Kenniskwartier Noord (eerste uitwerking).

De volledige naam is de aanhaaltitel.