direct naar inhoud van Regels
Plan: Wijzigingsplan President Kennedyplantsoen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1401WPSTD-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Rivierenbuurt van de gemeente Amsterdam, Stadsdeel Zuid.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.K1201BPSTD-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen. Met het bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan Rivierenbuurt bedoeld zoals vastgesteld door de stadsdeelraad op 30 januari 2013 dat met ingang van 4 juni in werking is getreden en onherroepelijk is geworden.

1.3 wijzigingsplan

Het Wijzigingsplan President Kennedyplantsoen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.K1401WPSTD-VG01 met de bijbehorende regels. Naast de regels van het wijzigingsplan zijn op dit wijzigingsplan, voor zover relevant, de regels behorende bij het plan zoals genoemd in lid 1.1 van toepassing;

1.4 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.7 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.8 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.9 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.10 verbeelding

De verbeelding van het Wijzigingsplan President Kennedyplantsoen.

1.11 wettelijke regelingen

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van:

  • a. de inwerkingtreding van het wijzigingsplan voor wat betreft het bouwen;
  • b. de inwerkingtreding van het wijzigingsplan voor wat betreft het gebruik;

tenzij in deze regels anders is bepaald.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1 (niet-woonfuncties in woonbuurten)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (zorg)woningen en short-stay, uitsluitend in de tweede bouwlaag en hoger en ter plaatse van de functieaanduiding 'wonen' tevens in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met dien verstande dat bergingen en andere nevenruimten zijn toegestaan in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder;
  • b. huisgebonden beroep of huisgebonden bedrijf, overeenkomstig het bepaalde in 3.4.1;
  • c. bed & breakfast, overeenkomstig het bepaalde in 3.4.1;
  • d. detailhandel, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 3.4.2;
  • e. consumentverzorgende dienstverlening, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 3.4.2;
  • f. bedrijf zoals bedoeld in artikel 32.3 van het bestemmingsplan, uitsluitend in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder, met inachtneming van het bepaalde in 3.4.2;
  • g. maatschappelijke dienstverlening, uitsluitend binnen bebouwing in de eerste bouwlaag, het souterrain en/of de kelder en op onbebouwd blijvende gronden uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - maatschappelijke dienstverlening' en ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', met inachtneming van het bepaalde in 3.4.2;
  • h. ondersteunende horeca, uitsluitend binnen detailhandel, dienstverlening en bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 3.4.2;
  • i. parkeervoorzieningen ten behoeve van de in artikel 3.1 onder a t/m g genoemde gebruik, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein' op maaiveld en in de eerste bouwlaag;
  • j. ondergrondse parkeergarage ten behoeve van de in artikel 3.1 onder a t/m g genoemde gebruik, uitsluitend in de kelder en / of het souterrain, met dien verstande dat toegangen en in- en uitritten tevens in de eerste bouwlaag zijn toegestaan;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. tuinen;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. voet- en fietspaden.
2.2 Bouwregels
2.2.1 Algemeen

Op en onder de in artikel 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken.

2.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte: zoals op de verbeelding staat aangegeven;
  • b. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%;
  • c. uitsluitend bestaande kelders en/of souterains zijn toegestaan.
2.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. maximale bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied, danwel in het achtererfgebied grenzend aan de openbare weg: 1 meter;
  • b. maximale bouwhoogte overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 2 meter.
2.3 Specifieke gebruiksregels
2.3.1 Wonen

Voor de in 3.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. in gestapelde woningen is huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast toegestaan tot maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak van de woning met een maximum van 60 m2;
  • b. voor grondgebonden woningen is huisgebonden beroep, huisgebonden bedrijf en bed & breakfast toegestaan op maximaal één bouwlaag tot maximaal 40% van het bruto vloeroppervlak.
2.3.2 Niet-woonfuncties

Voor de in 3.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. voor bedrijf, detailhandel, consumentverzorgende dienstverlening en maatschappelijke dienstverlening geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 300 m2 per vestiging;
  • b. voor ondersteunende horeca geldt een maximum netto vloeroppervlak van 30% van het netto vloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 30 m2.
2.3.3 Geluidsgevoelige objecten

Voor zover op grond van artikel 3.1 nieuwe, nog niet bestaande geluidsgevoelige objecten mogen worden gerealiseerd, zijn deze alleen toegestaan indien:

  • a. de geluidsbelasting op de gevels van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of;
  • b. hiervoor overeenkomstig bijlage 1 Adressen hogere grenswaarden van het bestemmingsplan Rivierenbuurt een hogere waarde is vastgesteld.

Artikel 3 Waterstaat - Waterkering

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een waterkering.

3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Het dagelijks bestuur is bevoegd, overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' te wijzigen:

  • a. door een of meerdere vlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Waterkering ' geheel of gedeeltelijk te verwijderen mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als waterkering en het betreffende Hoogheemraadschap hierover heeft geadviseerd;
  • b. door aan een of meerdere bestemmingsvlakken geheel of gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Waterkering' toe te kennen mits de betreffende gronden niet langer zijn aangewezen als waterkering en het betreffende Hoogheemraadschap hierover heeft geadviseerd.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Wijzigingsplan President Kennedyplantsoen van de gemeente Amsterdam.

Aldus vastgesteld in College van Burgemeester en Wethouders

2 september 2014