Plan: | Banstraat 23-27 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1105BPSTD-VG01 |
Wet geluidhinder
In de Wet geluidhinder zijn geluidsnormen voor wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai opgenomen. Wanneer er een nieuwe geluidsgevoelige bestemming wordt gerealiseerd op een locatie waar momenteel geen geluidsgevoelige functie aanwezig is en wanneer deze locatie binnen de geluidszones van industrie, rail- of wegverkeer valt moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Dit geldt eveneens wanneer bij een uitbreiding van een bestaande geluidgevoelige functie dichter op de geluidsbron wordt gebouwd. Onder meer woningen, verpleeghuizen en verzorgingstehuizen worden als een geluidsgevoelige bestemming aangemerkt. In de Wet geluidhinder wordt onderscheid gemaakt in een 'voorkeursgrenswaarde' en een 'maximum ontheffingswaarde'. Wanneer het geluidsniveau ter plaatse van een geluidsgevoelige functie niet voldoet aan de voorkeursgrenswaarde, kan via een wettelijk geregelde procedure ontheffing van de voorkeursgrenswaarde worden aangevraagd, zolang het geluidsniveau niet hoger is dan de maximum ontheffingswaarde.
Het bestemmingsplan maakt geluidgevoelige functies mogelijk, namelijk woningen. Er zal met betrekking tot deze woningen moeten worden voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder.
Het plangebied ligt niet binnen de geluidzone van een spoorlijn en ook niet binnen de geluidzone van een industrieterrein of luchthaven. Op grond van artikel 77 van de Wet geluidhinder is akoestisch onderzoek verplicht voor geluidsgevoelige bestemmingen gelegen binnen de zone van wegen, met uitzondering van wegen waar een maximum snelheid van 30 kilometer per uur geldt. Binnen deze zones zijn de regels en de grenswaarden van de Wet geluidhinder van toepassing. Het plangebied ligt binnen de geluidzone van de vijftigkilometerweg De Lairessestraat.
Uit een op 25 februari 2009 door Cauberg-Huygen uitgevoerd akoestisch onderzoek (zie Bijlage 7) blijkt dat als gevolg van het wegverkeer op de De Lairessestraat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor geluidsbelasting wordt overschreden mer 3 dB. Wel wordt voldaan aan de maximale ontheffingswaarde van 63 dB. Omdat maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren niet mogelijk zijn of onvoldoende geluidsreductie opleveren, zal er een hogere grenswaarde voor de nieuwbouw worden vastgesteld door het dagelijks bestuur. Dit is van toepassing op alle 6 woningen.
Indien de voorkeurgrenswaarde door meer dan twee geluidsbronnen wordt overschreden moet op grond van artikel 157 van de Wet geluidhinder de gecumuleerde geluidbelasting van al het wegverkeer in de overwegingen worden betrokken. De nieuwe woningen zijn gelegen in de zone van slechts één geluidsbron, zodat een berekening van de cumulatieve geluidsbelasting niet aan de orde is.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de nationale regelgeving, doordat het dagelijks bestuur hogere grenswaarden vaststelt.
Geluidbeleid
Op 13 november 2007 heeft het college van B&W nota “Vaststelling hogere grenswaarden Wet geluidhinder, Amsterdams beleid” vastgesteld, die naar aanleiding van de nieuwe Wet geluidhinder is aangepast. Met het dit besluit wordt geregeld dat de bevoegdheid voor het vaststellen van hogere grenswaarden per 1 januari 2008 wordt doorgeschoven naar de stadsdelen onder de voorwaarde dat de stadsdelen wel gehouden zijn aan het Amsterdamse geluidbeleid en dat het Technisch Ambtelijk Vooroverleg Geluidhinder Amsterdam (TAVGA) om advies wordt gevraagd. Het bestemmingsplan is op 22 oktober 2011 besproken in het TAVGA. Het TAVGA heeft aangegeven akkoord te gaan met de inhoud van het plan.
Het geluidbeleid zoals verwoord in de nota Vaststelling hogere grenswaarden Wet geluidhinder, Amsterdams beleid verschilt principieel niet van het bestaande Amsterdamse beleid. De essentie dat woningen waarvoor een hogere grenswaarde wordt vastgesteld in principe een stille zijde moeten hebben is gehandhaafd. Hieronder wordt verstaan dat ten minste één geveldeel (lees verdieping) stil moet zijn. De geluidbelasting bedraagt dan maximaal de voorkeurgrenswaarde (48 dB voor wegverkeerslawaai).
Wanneer van dat uitgangspunt wordt afgeweken, wordt in het hogere grenswaarden besluit een motivatie opgenomen. Hoe groter de overschrijding, hoe uitgebreider de motivatie. Woningen met een dove gevel dienen volgens het beleid altijd een stille zijde te krijgen, behoudens in zeer uitzonderlijke gevallen zoals tijdelijke situaties. Indien vliesgevels worden toegepast, worden eisen gesteld aan de handhaving van de buitenluchtkwaliteit, zoals opgenomen in Bouwbrief 2005-15 van de gemeente Amsterdam.
Uit het genoemde onderzoek van Cauberg-Huygen blijkt dat bij de beoogde indeling van de gebouwen alle woningen over een stille zijde kunnen beschikken.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het gemeentelijke beleid.