direct naar inhoud van 2.4 Cultuurhistorie, monumenten en archeologie
Plan: Vondeltuin
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1101BPSTD-OH01

2.4 Cultuurhistorie, monumenten en archeologie

De aanwezigheid van monumenten of in cultuurhistorisch of archeologisch opzicht waardevolle gebieden kan nadere eisen stellen aan het bestemmingsplan.

2.4.1 Cultuurhistorie

Door de provincie Noord-Holland is een Cultuurhistorische Waardenkaart opgesteld, waarop onderscheid wordt gemaakt in de thema's 'bouwkunde', 'historische geografie' en 'archeologie'.

Ter plaatse van het plangebied zijn op de Cultuurhistorische Waardenkaart qua historische geografie en archeologie geen vlakken, lijnen of punten weergegeven. Wel wordt het hele plangebied en omgeving vanuit het oogpunt van bouwkunde als vlak van zeer hoge waarde aangeduid.

De unieke ligging en combinatie met de speelplaats van de Vondeltuin voorziet van oudsher in behoeften in het westelijk deel van het park. Deze behoeften komen van zowel reguliere bezoekers uit de buurt als toeristen.

Als gevolg van de landschappelijke inrichting van de Willemsparkbuurt en het Vondelpark bestaan zichtlijnen, welke een interactie bewerkstelligen tussen het Vondelpark en de aangrenzende Willemsparkbuurt. Op de karakteristiekenkaart uit de toelichting van het aangrenzende bestemmingsplan Willemspark / Van Eeghenstraat 2002 zijn deze zichtlijnen ingetekend. Op de karakteristiekenkaart loopt ook over de Vondeltuin een zichtlijn, maar deze is in de huidige situatie niet meer aanwezig en is daarom in 2004 niet in het bestemmingsplan Vondelpark opgenomen.

De veelhoekige speelplaats is tussen 1927 en 1931 door Baanders ontworpen met een zandbak en klimpalen. Deze oorspronkelijke grote, veelhoekige zandbak is in 1968 vervangen door een speeltuin met 2 cirkels op een as naar het ontwerp van Aldo van Eijck. De klinkers werden toen vervangen door stoeptegels. In overleg met mevrouw van Eijck, de heer Blom en mevrouw Strauven is besloten dat de speeltuin bij de Vondeltuin behouden moet blijven als mooi voorbeeld van het 'speeltuinen-oeuvre' van Van Eijck.

Het door Baanders ontworpen, na een brand weer herbouwde rietgedekte snoephuisje is ontworpen in Indonesische stijl. Inmiddels is het snoephuisje op 26 april 2011 nogmaals door brand verwoest. Het buffethuisje of snoephuisje werd ongeveer tegelijkertijd met de speelplek ook door Baanders ontworpen. Zowel het eerste speeltuinontwerp van Baanders rond 1929 als het in 2006 gerestaureerde ontwerp van Van Eijck uit 1968, gaat uit van een speelplaats en snoephuisje als één ruimtelijke eenheid en één plangebied.

In de bijlagen is een Cultuurhistorische waardebepaling opgenomen (Bijlage 3) die in maart 2010 is opgesteld door Bureau Monumentenzorg en Archeologie, Amsterdam (BMA). Daarin is aangegeven dat de relatie tussen terras en park en de relatie tussen terras en speeltuin door hoog geplaatste hekken is bemoeilijkt. Van de beide, door Baanders ontworpen gebouwtjes is alleen het werkplaatsgebouw oorspronkelijk, dat geldt in ieder geval voor de bakstenen onderbouw en de houten kozijnen. Beide gebouwtjes behoorden echter van begin af aan tot de door Baanders ontworpen speelplein en hebben daardoor wel een zekere cultuurhistorische waarde gekregen.

2.4.2 Monumenten

De Vondeltuin maakt onderdeel uit van het Vondelpark. Dit park is per 24 mei 1996 aangewezen als rijksmonument op grond van de Monumentenwet 1988. Het doel van deze wet is om monumenten van bouwkunst en archeologie te behouden. De uitwerking van de wet behelst dat het algemeen belang tegen het particulier belang wordt afgewogen. Hiertoe dient voor wijzigingen aan het beschermde monument een vergunning aangevraagd te worden bij het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid.

Het Vondelpark en daarmee de Vondeltuin zijn als complex aangewezen als rijksmonument. Daarbij zijn diverse afzonderlijke objecten, zoals bruggen en toegangshekken, als rijksmonument gekwalificeerd.

Vondelpark 7 en de overige gebouwtjes in de Vondeltuin hebben geen afzonderlijke monumentale status en worden ook niet expliciet beschreven in de redengevende omschrijving. De waardering van het monumentale complex in zijn geheel is samengevat als “Parkaanleg van algemeen belang vanwege de over het algemeen gaaf bewaarde aanleg in landschapstijl bestaande uit rij-, wandel- en ruiterpaden, waterpartijen met eilandjes, de weides, als ook zichtassen.”

2.4.3 Archeologie

Op 25 februari 2010 heeft Bureau Monumenten en Archeologie een archeologische quick-scan uitgevoerd. Deze is in de bijlagen bij dit bestemmingsplan gevoegd (Bijlage 4).

Vanwege de lange gebruiksperiode en geringe verstoring hebben de archeologische sporen een hoge dichtheid en sterke onderlinge samenhang. De archeologische verwachting is daarom hoog. Als beleid geldt een uitzondering van archeologisch veldonderzoek bij bodemingrepen kleiner dan 100 m2 en minder dan 0,50 m onder maaiveld. Bij grotere ingrepen is een archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk, bij kleinere ingrepen niet.

Bij kleinere ingrepen geldt wel, conform de Monumentenwet, een meldingsplicht in geval tijdens de uitvoering van bouwwerkzaamheden archeologische sporen en of vondsten worden aangetroffen. Dit houdt in dat de aanwezigheid van bodemvondsten ouder dan 50 jaar bij bouwwerkzaamheden aan Bureau Monumenten en Archeologie gemeld wordt zodat in gezamenlijk overleg met de uitvoerder maatregelen getroffen worden tot documentatie en berging van de vondsten.

2.4.4 Welstand

In de Welstandsnota van het voormalige stadsdeel Oud Zuid (2004, geactualiseerd april 2009) is beschreven hoe het stadsdeel omgaat met de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gegeven bevoegdheid om aanvragen tot omgevingsvergunning voor bouwen te toetsen op 'redelijke eisen van welstand'.

De Vondeltuin wordt in de Welstandsnota behandeld als onderdeel van het Vondelpark. De relevante passages met betrekking tot dit bestemmingsplan zijn dat het Vondelpark en het aangrenzende Willemspark als één geheel is ontworpen. De waterpartijen en de groenvoorzieningen verbinden beide gebieden. De verbinding komt eveneens tot uiting in de visuele relatie; vanaf de straat is er zicht op het park en vice versa.

Voor het Vondelpark zijn geen voor dit bestemmingsplan van belang zijnde gebiedsgerichte criteria gegeven. In de Welstandscriteria voor het bouwwerk op zichzelf / ontwerpaspecten is voor bebouwing in het Vondelpark een vormgeving voorgeschreven van vrijstaande, individuele objecten.

Naast het bepaalde in de Welstandsnota heeft de welstandscommissie een reactie verzorgd op de keuzenotitie, waarin diverse toekomstperspectieven voor de Vondeltuin zijn opgenomen. Het conserverende model uit de keuzenotitie dient als basis voor het voorliggende bestemmingsplan. In haar reactie geeft de commissie aan dat het versterken van de ruimtelijke eenheid ter plaatse van de Vondeltuin uitgangspunt dient te zijn. De commissie stelt dat het hekwerk dat nu tussen de gebouwtjes en de speelplaats is geplaatst, alsmede de aanbouw aan de werkplaats, een aantasting vormen voor de ruimtelijke relatie en van het oorspronkelijke ontwerp. De commissie is voorstander van verwijdering van de illegale bebouwing. Toevoeging van nieuw volume acht de commissie ook mogelijk, waarbij de schaal, omvang en positie van groot belang is. Nieuw volume dient te passen bij het karakter van het park en niet tot verstedelijking te leiden. Tot slot wordt aangegeven dat de zichtassen gerespecteerd dienen te worden.