Plan: | Jachthaven Afroditekade |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1007BPSTD-OW01 |
Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak wat in Nederland ter beschikking staat. Meer specifiek richt het kabinet zich ondermeer op het bevorderen van krachtige steden. Het realiseren van een woning in een bestaand pand in stedelijk gebied past in het beleidskader van de Nota Ruimte.
De Structuurvisie en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie zijn op 21 juni 2010 door Provinciale Staten vastgesteld. Overeenkomstig artikel 42 van deze verordening moeten bestemmingsplannen binnen 18 maanden na inwerkingtreding van de verordening ermee in overeenstemming zijn. In de verordening zijn regels gesteld ten aanzien van grootschalige en perifere detailhandel op bedrijventerreinen en locaties voor kantoren- en bedrijventerreinen binnen het “Bestaand Bebouwd Gebied” (BBG). De Stadiongracht en omgeving ligt in het “Bestaand Bebouwd Gebied” zoals benoemd in de verordening. Het bestemmingsplan maakt een jachthaven van 48 ligplaatsen mogelijk in bestaand stedelijk water. Het bestemmingsplan staat geen realisatie van nieuwe kantoren- en bedrijventerreinen of grootschalige en perifere detailhandel toe, zodat het bestemmingsplan in overeenstemming is met de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie.
In het regionaal structuurplan (Regionaal Orgaan Amsterdam) is het plangebied aangemerkt als bestaand stedelijk gebied. Het grootste deel van de ruimte voor de verstedelijkingsopgave dient binnen het bestaand stedelijk gebied gevonden te worden. Inbreiding en verdichting hebben prioriteit, mede ter versterking van het draagvlak van het stedelijk gebied. Het realiseren van een jachthaven in de Stadiongracht vergroot de gebruiksmogelijkheden van het bestaande stedelijke gebied en is daarmee in lijn met het regionale beleid.
Structuurplan 'Kiezen voor stedelijkheid'
Het Structuurplan Kiezen voor stedelijkheid (16 april 2003) bevat de visie van de gemeenteraad op de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam tot 2010. De opgave voor Amsterdam richt zich op het versterken van het ruimtelijk profiel in het regionale netwerk zodat ook de gehele regio wordt versterkt. Gestreefd wordt naar een aanbod van specifieke milieus met bebouwing en omgeving van hoge kwaliteit, intensief grondgebruik, menging van activiteiten en een optimaal openbaar vervoer- en fietsnetwerk. Transformatie van bestaande woon- en werkgebieden en ontwikkelen van gebieden staan hierin centraal.
Het projectgebied maakt deel uit van het gebied dat is aangewezen als stedelijk wonen/werken en zal komen te liggen in water dat aangewezen is als hoofdwaterstructuur. Het grootste deel van Amsterdam wordt op de plankaart gekenschetst als dit gemengd stedelijk woonwerkgebied. Hier is het wonen dominant, maar menging met kleinschalige functies is aanwezig of moet worden nagestreefd. Het gaat hier om een zo volledig mogelijk pakket van kleinschalige werkfuncties en recreatieve en maatschappelijke functies. Voor de hoofdwaterstructuur geldt dat de visie op het water wordt afgestemd op de intensivering van de stad en op de veranderende behoeften van de stedeling. Met gerichte impulsen zal de (gebruiks)kwaliteit van water worden verhoogd.
In dit gebied zal een aantal pleziervaartuigen in een jachthaven ligplaats nemen. Hierdoor zal in het gebied een versterking van de recreatieve functie plaatsvinden en wordt er ingezet op een intensivering van het gebruik van het water, ten behoeve van de veranderde behoefte van de stedeling. Het bestemmingsplan is daarmee in overeenstemming met het Structuurplan.
Structuurvisie Amsterdam
In de structuurvisie staat het ruimtelijk beleid van de gemeente Amsterdam weergegeven voor de komende tien jaar, met een doorkijk tot 2040. Het beleid is gericht op een verdere ontwikkeling van Amsterdam als kernstad van een internationaal concurrerende, duurzame Europese metropool.
Onderdeel van deze voorgestane ontwikkeling is een verstandig gebruik van het water. De Ontwerp Structuurvisie geeft aan dat het groen en water in en rondom de stad aantrekkelijker moet worden voor de Amsterdammer, in de wetenschap dat het gebruik ervan alleen maar toeneemt en een steeds belangrijker rol vervult voor het welzijn van de bewoners en voor bedrijven om zich hier te vestigen. Groen en water zijn daarmee belangrijke economische factoren geworden. De stedelijke ontwikkeling moet ook duurzaam zijn, bestendig voor klimaatverandering. Amsterdam zal daarom investeren in de beleving en gebruik van het groen en het water in en om de stad. Het voornemen voor het realiseren van een jachthaven past binnen deze visie.
Verordening op het Binnenwater (VOB)/ Binnenhavengeldverordening
Er zullen in de jachthaven geen vaartuigen ligplaats innemen, waarvoor een ligplaatsvergunning ingevolge de VOB benodigd is. Voor pleziervaartuigen zijn geen ligplaatsvergunningen vereist, hiervoor worden vignetten in de zin van de Binnenhavengeldverordening verkocht. Op grond van de VOB is het niet toegestaan om vaartuigen langer dan 12 meter te laten afmeren. Voor de jachthaven wordt hiervan geen uitzondering gemaakt. De steigers zijn volgens de VOB "objecten te water" waarvoor een ontheffing van de Verordening op het Binnenwater nodig is.
Geldend bestemmingsplan
In het gebied waar het initiatief zich bevindt, geldt het bestemmingsplan “Gebied ten noorden van Olympisch Stadion 1999”. Het water heeft de bestemming “Vw – Waterweg/gracht” en de oevers de bestemming Wx – Woningen c.a.”, met de nadere aanduidingen “structuur binnenstraten (indicatief)”, “centrum voorzieningen toegestaan” en “extra bouwhoogte toegestaan volgens artikel 3 lid 7 van de voorschriften” op enkele plaatsen binnen het gebied waarover het voornemen strekt. Hieronder is een uitsnede van de plankaart te zien, waarbij het de locatie van de jachthaven rood omlijnd is ingetekend.
Het gebruik van de oevers ten behoeve van het groen en het water is toegestaan. Ook het bouwen ten behoeve van deze functies is toegestaan, waarbij duidelijk dient te zijn dat het bouwen ten behoeve van het water anders is dan bouwen ten behoeve van een jachthaven.
Ligplaatsen voor alle soorten vaartuigen zijn uitgesloten, met uitzondering van pleziervaartuigen. De regeling van ligplaatsen voor pleziervaartuigen vindt plaats door middel van een verordening van de Dienst Binnenwaterbeheer. Doordat het afmeren van pleziervaartuigen al is toegestaan, beperkte de strijdigheid van de jachthaven met het bestemmingsplan zich tot de wijze waarop het afmeren plaatsvindt: het exploiteren van een jachthaven is een bedrijfsmatige activiteit. Op het water mogen volgens het bestemmingsplan geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden, waardoor het initiatief op dat punt niet past binnen het ruimtelijke beleid dat in het bestemmingsplan is vastgelegd.
Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken, dient het gebruik van het water te worden gewijzigd om bedrijfsmatig afmeergelegenheid te mogen bieden aan pleziervaartuigen.