direct naar inhoud van 16.3 Artikelgewijze toelichting
Plan: Bestemmingsplan Kenniskwartier Noord West
Plannummer: K1007BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1007BPGST-OH01

16.3 Artikelgewijze toelichting

Algemeen

De plankaart is de kaart waarop door middel van letters, cijfers, lijnen en aanduidingen het toegestane gebruik van de gronden en de mogelijke bouwhoogtes c.q. volumes staan aangegeven. De kaart heeft, in samenhang met de regels, een bindend karakter.

Als ondergrond voor de plankaart is een recente topografische kaart gehanteerd. Daarmee kan exact worden bepaald waar het plan is gelegen en hoe begrenzingen lopen. Om de goede leesbaarheid van de analoge verbeelding van de plankaart te waarborgen is gekozen voor een schaal van 1:1000. De kaarten zijn voorts voorzien van een legenda en een noordpijl. Het plangebied van het bestemmingsplan is aan de hand van een plangrens (bolletjeslijn) op de plankaart weergegeven.

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 1: inleidende regels; met daarin definities en de wijze van meten en berekenen.
  • Hoofdstuk 2: bestemmingsregels; die het hart van ieder bestemmingsplan vormen. Ze zijn opgebouwd uit een bestemmingsomschrijving, waarin een omschrijving wordt gegeven van de aan de grond toegekende functies. De hoofdfuncties worden als eerste genoemd. Verder kunnen in de bestemmingsomschrijving ook impliciet bij de bestemming behorende functies worden genoemd ("met de daarbij behorende"), bijvoorbeeld erf, paden, toegangswegen etc. Per bestemming worden bouwregels gegeven, waarin voor alle bouwwerken de van toepassing zijnde bouwbepalingen worden geregeld. Waar nodig worden specifieke gebruiksregels gegeven. Daarin kunnen aanvullingen of afwijkingen van de algemene gebruiksregels worden gegeven.
  • Hoofdstuk 3: algemene regels; deze hebben betrekking op in beginsel alle voorafgaande regels. Hierbij gaat het onder meer om de anti-dubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels, algemene bouwregels, algemene afwijkingsregels.
  • Hoofdstuk 4: overgang- en slotregels.

De regels in hoofdstuk 1 en de algemene regels in hoofdstuk 3 gelden voor het bestemmingsplan als geheel. Zij werken door in de diverse bestemmingen.

Artikel 1 Begrippen

Artikel 1 geeft, in alfabetische volgorde, een omschrijving van een aantal begrippen dat in de regels wordt gebruikt. Hiermee wordt formeel vastgelegd wat wel en niet onder het betreffende begrip moet worden verstaan. Dit artikel is dus primair bedoeld om begrippen duidelijk te begrenzen en niet om de gedachten achter de gebruikte termen uit te leggen. Daarvoor is juist deze toelichting bedoeld. In deze toelichting worden gehanteerde begrippen waar nodig uitgelegd. De gehanteerde omschrijving van de begrippen komt overeen met de wijze waarop deze in andere actuele Amsterdamse (grootstedelijke) bestemmingsplannen wordt omschreven.

Omdat het bestaande maaiveld nog wordt opgehoogd wordt onder peil het N.A.P. verstaan.

Artikel 2 Wijze van meten

Met dit artikel wordt aangegeven op welke wijze moet worden beoordeeld in hoeverre een initiatief past binnen de minima en maxima die in de overige regels worden aangegeven.

Artikel 3 Groen

De gedeeltes van het plangebied die een overwegend groene inrichting kennen zijn bestemd als Groen. Binnen deze bestemming zijn ook daarmee verband houdende inrichtingen zoals water en voet- en fietspaden toegestaan en een strook ten behoeve van laden en lossen. Binnen deze bestemming is het tevens mogelijk een ondergronds gemaal op te richten. Vanwege de grootte van het gemaal is deze hier specifiek benoemd.

Binnen de bestemming Groen zijn ondergrondse parkeervoorzieningen overal mogelijk. Via de bouwregels worden wel beperkingen gesteld aan het aantal te realiseren parkeerlagen. Via de algemene gebruiksregels wordt een maximum gesteld aan het aantal parkeerplaatsen. De laad en loszone is niet bedoeld als parkeerplaats en valt om die reden buiten het maximum aantal te realiseren parkeerplaatsen.

Artikel 4 Kantoor

In dit artikel wordt via bouw- en functieregels het juridisch kader gesteld waarbinnen de ontwikkeling van de locatie mogelijk is. In de bestemmingsomschrijving is aangegeven welke functies binnen het bestemmingsvlak mogelijk zijn. Via de specifieke gebruiksregels worden hieraan waar nodig beperkingen gesteld. Deze beperkingen hebben betrekking op de omvang van de kantoorfunctie. Verder worden via de bouwregels, in samenhang met de aanduidingen daarover op de plankaart, beperkingen gesteld aan de te realiseren bebouwing. Zo mogen gebouwen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van een maximale bouwhoogte, maximale bebouwingspercentage en de gevellijn. Maximale bouwhoogte komt overeen met de Libnormen.

Ondergrondse parkeervoorzieningen zijn in de vorm van een ondergrondse parkeergarage binnen het gehele bestemmingsvlak mogelijk. Via de bouwregels worden wel beperkingen gesteld aan het aantal te realiseren parkeerlagen. Via de algemene gebruiksregels wordt een maximum gesteld aan het aantal parkeerplaatsen.

Tevens zijn binnen deze bestemming regelingen getroffen die het mogelijk maken een fietsenstalling en een ondergronds gemaal op te richten. Vanwege de grootte van het gemaal is deze hier specifiek benoemd.

Op grond van de Wet ruimtelijke ordening kan bij een bestemmingsplan worden bepaald dat burgemeester en wethouders met inachtneming van bij het plan te geven regels ten aanzien van in het plan omschreven onderwerpen of onderdelen nadere eisen kunnen stellen. Ten aanzien van een aantal onderwerpen en onderdelen is deze mogelijkheid opgenomen.

Allereerst is geregeld dat burgemeester en wethouders ter voorkoming van eventuele windhinder nadere eisen kunnen stellen met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van gebouwen. Deze regeling heeft betrekking op een gebouw hoger dan 30 meter. In dat kader kunnen burgemeester en wethouders van een initiatiefnemer van een bouwplan verlangen dat een onderzoek naar eventuele windhinder wordt overlegd. In het uiterste geval kan het daarbij gaan om een windtunnelonderzoek.  

Tevens kunnen indien advisering van de brandweer daartoe aanleiding geeft, nadere eisen worden gesteld met betrekking tot de situering van vluchtwegen. 

Ook ter voorkoming van eventuele negatieve grondwatereffecten is een nadere eisenregeling getroffen. In het kader van de totale gebiedsontwikkeling van het Kenniskwartier is onderzoek gedaan naar onder andere de mogelijke grondwatereffecten. Gebleken is dat er mogelijk negatieve effecten kunnen optreden, maar dat deze oplosbaar zijn zonder dat daarmee de uitvoerbaarheid van het plan in geding is. Op specifiek bouwplanniveau kunnen de daadwerkelijke effecten en mogelijke oplossing definitief worden bepaald. Om die reden is ook ter voorkoming van wateroverlast de mogelijkheid opgenomen tot het stellen van een nadere eisen. In dat kader kunnen burgemeester en wethouders van een initiatiefnemer van een bouwplan verlangen dat een onderzoek naar de effecten op het grondwater wordt overlegd. 

Artikel 5 Verkeer - 1

Binnen de bestemming Verkeer-1 is een regeling getroffen die het mogelijk maakt de gronden te gebruiken voor verkeer met allerlei bijbehorende voorzieningen, waaronder de in- en uitritten van de (ondergondse) parkeergarage.

Binnen de bestemming Verkeer-1 zijn ondergrondse parkeervoorzieningen overal mogelijk. Via de bouwregels worden wel beperkingen gesteld aan het aantal te realiseren parkeerlagen. Via de algemene gebruiksregels wordt een maximum gesteld aan het aantal parkeerplaatsen.

Artikel 6 Verkeer - 2

Binnen de bestemming Verkeer-2 is verblijfsgebied met de daarbij behorende voorzieningen toegestaan. In de bestemming is een regeling getroffen die het mogelijk maakt een fietsenstalling op te richten en een ondergronds gemaal. Vanwege het overwegende gebruik van dit gebeid als fietsenstalling en gemaal is gekozen voor een verkeersbestemming. Het is wel de bedoeling dat dit gebied een groene uitstraling krijgt. Vanwege de grootte van het gemaal is deze hier specifiek benoemd.

Binnen de bestemming Verkeer 2 zijn ondergrondse parkeervoorzieningen overal mogelijk. Via de bouwregels worden wel beperkingen gesteld aan het aantal te realiseren parkeerlagen. Via de algemene gebruiksregels wordt een maximum gesteld aan het aantal parkeerplaatsen. Ook stellen de bouwregels maximale afmetingen aan de fietsenstalling en het gemaal.

Artikel 7 Antidubbeltelregel

Deze bepaling vormt evenals de overgangsbepaling een van de "standaardregels" die het Bro als verplicht op te nemen bepaling in een bestemmingsplan voorschrijft en komt dus geheel overeen met de tekst uit het Bro. Het moet verhinderen dat bouwpercelen, die slechts voor een bepaald deel mogen worden bebouwd, later alsnog kunnen worden volgebouwd. Nadat een eerste bouwwerk is gerealiseerd, moet deze bepaling voorkomen dat het overgebleven open terrein opnieuw als het totale bouwperceel kan worden beschouwd.

Artikel 8 Algemene bouwregels

Dit artikel maakt bepaalde, kleine overschrijdingen van bestemmingsvlakgrenzen en bebouwingsregels mogelijk zonder een afwijkingsprocedure. In het verleden waren voor zulke geringe overschrijdingen wel afwijkingsprocedures nodig. Maar in de praktijk bleken de in dit artikel opgesomde overschrijdingen altijd een omgevingsvergunning te krijgen. Daarom zijn ze in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt "bij wijze van recht". Dat komt de helderheid vooraf ten goede en kan de proceduredruk verminderen.

Overigens is hierbij een aantal gebruikelijke overschrijdingen voor wat betreft de bouwhoogte buiten de regeling gelaten of gemaximaliseerd. Dit vanwege de maximale bouwhoogte die het Luchthavenindelingsbesluit toestaat. Aangezien deze maximum toegestane bouwhoogte reeds binnen de bouwregelgeving van de bestemming Kantoor volledig wordt benut, kan daarvoor niet in extra mogelijkheden worden voorzien.

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

In dit artikel is het maximum aantal parkeerplaatsen voor het gehele plangebied bepaald.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

Met dit voorschrift kunnen Burgemeester en wethouders omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van onderdelen van bestemmingsbepalingen, mocht dat in die bepalingen zelf niet geregeld zijn. Bedoeld worden onder meer geringe afwijkingen van bouw- of bestemmingsgrenzen. De overschrijdingen gaan in dit geval verder dan de in artikel 8 opgenomen mogelijkheden en maken een afwegingsmoment noodzakelijk. Een omgevingsvergunning kan echter nooit zover gaan dat de bestemming wordt veranderd.

Artikel 11 Algemene procedureregels

Bij het stellen van nadere eisen, zoals bedoeld in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, dient aan belanghebbenden de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen te worden geboden. Hiertoe wordt in dit artikel een procedure voorgeschreven.

Artikel 12 Overgangsrecht

In dit artikel zijn overgangsregels opgenomen, die evenals de anti-dubbeltelregel behoren tot de standaardregels uit het Bro.

Artikel 13 Slotregel

De slotregel ten slotte geeft de officiële benaming van dit bestemmingsplan weer alsmede de datum van vaststelling door de gemeenteraad.