direct naar inhoud van 7.3 Resultaten onderzoeken
Plan: Bestemmingsplan Zuidelijk Veld Fase 2
Plannummer: H0902BPSTD
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.H0902BPSTD-OH01

7.3 Resultaten onderzoeken

Het plangebied ligt niet in of in de nabijheid van een gebied dat valt onder de Natuurbeschermingswet.

In het verleden is een inventarisatie uitgevoerd naar de mogelijk aanwezige dier- en plantsoorten in het plangebied. De werkzaamheden in het plangebied leiden tot mogelijke aantasting van de verblijfsgebieden en/of verstoring van de volgende beschermde soorten:
- broedvogels: alle vogelsoorten met een verblijfplaats in of nabij de plangebieden, te weten soorten van stedelijk gebied en soorten van tuin en struweel;
- zoogdieren: gewone dwergvleermuis, laatvlieger (mogelijk), egel, gewone bosspitsmuis,huisspitsmuis, mol, veldmuis, bosmuis en konijn.

De aantasting en verstoring van de vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het vogelbroedseizoen (half maart t/m half juli) te laten starten. Er heeft een onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat er vleermuizenverblijfplaatsen in het plangebied aanwezig zijn. De bebouwing waarin deze verblijfplaatsen zich bevinden, zullen buiten de kolonietijd en voortplantingstijd gesloopt worden (mei-oktober) en er zullen vervangende verblijfplaatsen worden gerealiseerd.

De kleine zoogdiersoorten komen algemeen voor in Nederland. De verwachting is dat met de in dit bestemmingsplan behandelde ontwikkelingen de gunstige staat van instandhouding van de soorten niet in het geding komt, omdat genoemde soorten (indien zij verstoord worden) slechts tijdelijk worden verstoord en nabij het plangebied en voldoende gelijkwaardig leefgebied voorhanden is.