Plan: | Tuinen van West omgeving centraal middengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.F1305BPSTD-VG01 |
Het bestemmingsplan Tuinen van West omgeving centraal middengebied met identificatienummer NL.IMRO.0363.F1305BPSTD-VG01 van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels nadere regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag worden bebouwd, waarbij kelders en souterrains niet mee worden gerekend.
Een gelegenheid waar één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
De hoogte van de bebouwing.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens de planregels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie waaronder begrepen speeltuinen en speelterreinen, volkstuinen, kinderboerderijen en voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie en picknickplaatsen.
Het dagelijks bestuur van stadsdeel Nieuw-West.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Parkeervoorzieningen ten behoeve van auto's en fietsen die inpandig zijn gerealiseerd, danwel op maaiveld worden gerealiseerd maar door overkapping of overbouwing uit het zicht van de openbare weg worden gerealiseerd.
Geluidsgevoelige gebouwen en terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een inrichting die overdag geopend is en kleine etenswaren, ijs en/of alcoholvrije dranken verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke.
Een inrichting die gericht is op het verstrekken van maaltijden die ter plaatse aan tafel genuttigd worden en verkoop van (alcoholhoudende) drank, eventueel aangevuld met een afhaalfunctie.
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van alcoholhoudende dranken, of anderzijds de uitstraling heeft van een café.
Een inrichting die fastfood en alcoholvrije drank verstrekt, al dan niet voor consumptie terplekke.
Een inrichting met nachtelijke openingstijden die bedrijfsmatig muziek ten gehore brengt en gelegenheid geeft tot dansen, al dan niet met levende muziek, al dan niet met het schenken van (alcoholhoudende) drank en/of etenswaren voor consumptie terplekke.
Verhuur van zalen ten behoeve van besloten feesten, muziek- en dansevenementen, al dan niet met levende muziek en al dan niet in combinatie met verkoop van (alcoholhoudende) dranken en etenswaren.
Verhuur van zalen ten behoeve van congressen en seminars, al dan niet als nevenactiviteit van een hotel.
Een inrichting met een logiescapaciteit.
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
Voorzieningen ten behoeve van wellness, spiritualiteit, ontspanning, kunst en cultuur met het accent op openluchtrecreatie, zoals meditatiecentrum met inbegrip van bijbehorende ondersteunende horeca.
Een geometrisch bepaald vlak waarbinnen maatvoeringsaanduidingen gelden.
Gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding / riolering, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden.
Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Niet zelfstandige horeca zoals een kantine, die binnen een gebouw met een andere hoofdfunctie gevestigd is waarbij:
Niet-inpandige parkeervoorzieningen die worden gerealiseerd op maaiveld.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt.
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, sekstheater, seksautomatenhal en sekswinkel.
Een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2,0 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen.
Agrarisch natuurbeheer in combinatie met groene dienstverlenende nevenactiviteiten die inspelen op natuur- en landschapsbeheer van de Osdorper Binnenpolder Noord en/of die inspelen op de recreatieve landschapsbeleving van deze polder en/of die inspelen op voedselproductie, waarbij tenminste 10% van de inkomsten uit agrarische activiteiten moeten voortkomen. Voorbeelden van stadslandbouw zijn:
Onder stadslandbouw worden geen maneges en productiegerichte paardenhouderijen gerekend. Wel toelaatbaar is een op ruiterpaden gerichte paardenhouderij, een pensionstal, privéstal, paardenmelkerij en stalhouderij. Ook grootschalige functies zoals tuincentra, congrescentra en grootschalige leisureachtige functies zijn niet toelaatbaar.
recreatief buitenverblijven, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, dan wel in bouwwerken, die beschikbaar zijn gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, een pension of een woning anders dan een recreatiewoning.
Gronden die als verkeersruimte worden gebruikt, bestaande uit rijwegen, ongebouwde parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden en bermen.
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder mede begrepen (natuurlijke) oevers, duikers en dammen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het bebouwingspercentage wordt bepaald door projectie van de bebouwing in het bestemmingsvlak of bouwvlak, tenzij anders in de regels is bepaald, de kelders en souterrains niet mee te rekenen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de bebouwde oppervlakte van alle afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
In aanvulling op het algemene gebruiksregels in artikel 16 wordt tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten dienste van:
Voor de functies als genoemd in lid 4.1 gelden de volgende parkeernormen:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 4.3.2 een omgevingsvergunning verlenen teneinde een lagere parkeernorm te hanteren, indien op basis van een parkeerbalans aangetoond wordt dat in voldoende parkeercapaciteit wordt voorzien.
De voor Recreatie - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
Voor de in lid 5.1 genoemde verblijfsrecreatie gelden de volgende bepalingen:
Voor verblijfsrecreatie geldt een parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per gebouw zoals bedoeld in lid 5.3.1, waarbij de parkeerplaatsen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd.
Per stadslandbouwbedrijf mag maximaal 40% van het brutovloeroppervlak van de bebouwing worden gebruikt voor aan stadslandbouw gerelateerde horeca en detailhandel.
Van de gebouwen als bedoeld in lid 5.2.2 mag maximaal 40 m2 worden gebruikt ten behoeve van glastuinbouw.
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 5.3.2 een omgevingsvergunning verlenen teneinde een lagere parkeernorm te hanteren, indien op basis van een parkeerbalans aangetoond wordt dat in voldoende parkeercapaciteit wordt voorzien.
De voor Recreatie - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 6.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Voor de in lid 6.1 genoemde functies gelden de volgende regels:
De voor Recreatie - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 7.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
Voor de in lid 7.1 genoemde functies gelden de volgende parkeernormen:
Voor de in lid 7.1 toegestane leisure gelden de volgende bepalingen:
Voor de in lid 7.1 toegestane horeca van categorie 8 geldt:
Per stadslandbouwbedrijf mag maximaal 40% van het brutovloeroppervlak van de bebouwing worden gebruikt voor aan stadslandbouw gerelateerde horeca en detailhandel.
Van de gebouwen als bedoeld in lid 7.2.2 mag maximaal 40 m2 worden gebruikt ten behoeve van glastuinbouw.
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 7.3.1 een omgevingsvergunning verlenen teneinde een lagere parkeernorm te hanteren, indien op basis van een parkeerbalans aangetoond wordt dat in voldoende parkeercapaciteit wordt voorzien.
De voor Recreatie - 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 8.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
Maximum bruto vloeroppervlakte horeca van categorie 1 en horeca van categorie 2 samen: 500 m2.
Per stadslandbouwbedrijf mag maximaal 40% van het brutovloeroppervlak van de bebouwing worden gebruikt voor aan stadslandbouw gerelateerde horeca en detailhandel.
Van de gebouwen als bedoeld in lid 8.2.2 mag maximaal 40 m2 worden gebruikt ten behoeve van glastuinbouw.
Voor de functies als genoemd in lid 8.1 gelden de volgende parkeernormen:
Voor de bedrijven als genoemd in lid 8.1 gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 8.3.4 een omgevingsvergunning verlenen teneinde een lagere parkeernorm te hanteren, indien op basis van een parkeerbalans aangetoond wordt dat in voldoende parkeercapaciteit wordt voorzien.
Het bevoegd gezag is bevoegd om in afwijking van het bepaalde onder artikel 8.3.5 sub a een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf is toegestaan dat niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging voorkomt en in vergelijking met de krachtens artikel 8.3.5 sub a toegelaten bedrijven een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt.
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de in lid 9.1 genoemde gronden mogen slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 10.1 genoemde gronden mogen slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
De voor Leiding - Leidingstrook aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een kabel- en leidingenstrook alsmede de beschermingszone van de leidingen.
Op en onder de in lid 11.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
Het bevoegd gezag is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 11.2 een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de medebestemming, mits de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten en de desbetreffende leidingbeheerder daar vooraf over is gehoord.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bestemmingsgrenzen te overschrijden:
Binnen de aangeven aanduiding “luchtvaartverkeerzone” geldt dat er dient te worden getoetst aan hetgeen is bepaald in het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
Het is verboden de in Hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 16.1 wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en bebouwing:
Het bevoegde gezag verleent een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in lid 16.1 wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Indien niet met toepassing van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het bevoegde gezag bevoegd om in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Tuinen van West omgeving centraal middengebied.