direct naar inhoud van Artikel 10 Water
Plan: Brettenzone
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.F1010BPSTD-VG01

Artikel 10 Water

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterwegen;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. waterberging;
  • d. waterhuishouding;
  • e. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • f. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en cultuurhistorische waarden;
  • g. groenvoorzieningen, onder andere in de vorm van oevers en taluds;
  • h. waterstaatkundige kunstwerken;

met de daarbij behorende:

  • i. bruggen en andere oeververbindingen;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. aanlegsteigers voor pleziervaartuigen;
  • l. nutsvoorzieningen.
10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

op de voor 'Water' aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van niet meer dan 4 meter.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

de voor 'Water' aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt als ligplaats voor woonboten, woonschepen, woonarken, passagiersvaartuigen, pleziervaartuigen, bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.4.1 Verbod

Het is verboden om op de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het dempen van waterlopen en/of waterpartijen;
  • b. het verbreden of verdiepen van plassen, sloten of andere watergangen;
  • c. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen of aanleggelegenheden;
  • d. de verwijdering van riet en andere oevervegetatie;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.

10.4.2 Uitzonderingen op het verbod

Het in lid 10.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend.

10.4.3 Voorwaarden
  • a. De in lid 10.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in lid 10.1 genoemde waarden.
  • b. De in lid 10.4.1 genoemde vergunning moet worden geweigerd indien de in lid 10.1 genoemde waarden onevenredig worden aangetast en dat niet kan worden voorkomen door voorwaarden in de vergunning op te nemen.