direct naar inhoud van Artikel 4 Waarde Archeologie
Plan: Schoolstraat 5 tot en met 19
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.E1002BPSTD-OH01

Artikel 4 Waarde Archeologie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor 'Waarde-archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.

4.2 Bouwregels

Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwvoorschriften in acht worden genomen en:

    • 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur in voldoende mate is vastgesteld;
    • 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op het rapport zoals onder a bedoeld, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorschriften te verbinden, gericht op:
  • a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem behouden kunnen worden, zoals alternatieve funderingsmethoden of beschermende bodemlagen;
  • b. het doen van archeologische opgravingen;
            • c. begeleiding van het bouwrijp maken en van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige.
        • d. Het bepaalde onder 3.2. sub a. is niet van toepassing indien:
          • e. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en/of alleen de bestaande fundering wordt benut;
          • f. er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht.

4.3 Omgevingsvergunning
4.3.1 Verbodsbepaling

Op gronden met de dubbelbestemming 'Waarde-archeologie' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning (omgevingsvergunning) van het Dagelijks Bestuur de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen van de bodem met meer dan 0,50 m;
  • b. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;het verlagen van het waterpeil;
  • c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
  • d. het uitvoeren van heiwerken c.q. schroefpalen en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • e. het aanleggen van bos of boomgaard of het rooien van bos of boomgaard, waarbij stobben worden verwijderd;
  • f. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • g. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

4.3.2 Uitzondering

Het verbod onder 4.3.1 is niet van toepassing indien:

  • a. het werkzaamheden in de bodem betreffen tot een diepte van 30 cm onder het maaiveld;
  • b. de werken en/of werkzaamheden het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoud- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
  • c. werken en werkzaamheden archeologisch, bodemhygiënisch en/of geohydrologisch onder zoek betreffen.

4.3.3 Omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning wordt verleend indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. de betrokken archeologisch waarden, gelet op het rapport zoals onder a bedoeld, door de werken niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorschriften te verbinden, gericht op:
  • 1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische waarden in de bodem behouden kunnen worden;
  • 2. het doen van archeologische opgravingen;
  • 3. begeleiding van werken door een archeologisch deskundige.

4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het Dagelijks Bestuur is bevoegd met toepassing van artikel 3.6 1e lid onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, geheel of gedeeltelijk de verbeelding te wijzigen door op de verbeelding de dubbelbestemming 'Waarde-archeologie' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of van omvang te veranderen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek aangetoond is dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische bescherming of zorg nodig is.