direct naar inhoud van 16.1 Overleg met betrokken overheden (art. 3.1.1. Bro)
Plan: BP_Isolatorweg
Plannummer: B1003BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.B1003BPGST-OH01

16.1 Overleg met betrokken overheden (art. 3.1.1. Bro)

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het concept ontwerp bestemmingsplan verzonden aan:

  • 1. Dagelijks Bestuur stadsdeel West
  • 2. GVB
  • 3. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, directie Noord-West;
  • 4. Prorail
  • 5. Provincie Noord-Holland;
  • 6. Stadsregio
  • 7. Vrom-Inspectie, Regio Noord-West;
  • 8. Waternet;

Van de instanties genoemd onder de nummers 6, 7 en 8 is een schriftelijke reactie ontvangen. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen. De ontvangen reacties zijn kort samengevat. Dit betekent overigens niet dat onderdelen van de reacties, die niet expliciet genoemd worden, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De reacties zijn in hun geheel beoordeeld. Per reactie is aangegeven of en in welke mate deze aanleiding geven tot een aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan.

Stadsregio Amsterdam
Kort samengevat merkt de Stadsregio Amsterdam als volgt op.

  • 1. In paragraaf 5.2. van de toelichting wordt diverse mogelijkheden beschreven terwijl in de praktijk over deze aspecten al besluitvorming heeft plaatsgevonden en de aanbesteding op dit moment wordt voorbereid;
  • 2. In paragraaf 6.1.2. wordt het Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP) beschreven. Hierbij wordt verwijzen naar het Uitvoeringsprogramma Regionaal Verkeer en Vervoerplan van 2009. De Stadsregio adviseert te verwijzen naar het in december 2010 vastgestelde Uitvoeringsprogramma 2011 en de bestaande tekst in overeenstemming hiermee aan te passen. Daarbij kan verwezen worden naar de Regionale OV-Visie 2010-2030 die in 2008 als uitwerking van het RVVP is vastgesteld.
  • 3. De Stadsregio bevestigt de noodzaak van uitbreiding van capaciteit. Daarbij geeft de Stadsregio aan dat naast uitbreiding van het aantal opstelsporen ook functionaliteiten, zoals een wasstraat, worden toegevoegd. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om fietsenstallingen te realiseren. Hierbij zou aangegeven moeten worden dat het fietsenstallingen betreft ten behoeve van het personeel van het vervoerbedrijf. De metrohalte bevindt zich immers buiten het bestemmingsplangebied.

Reactie

Ad 1
De onderzochte mogelijkheden voor uitbreiding van capaciteit zijn genoemd. Een mogelijkheid is een uitbreiding van een terrein ter plaatse van de Zuidas, daarnaast zijn de uitbreidingsmogelijkheden onderzocht aan de eindpunten van de lijnen. Uit het onderzoek is gebleken dat een uitbreiding ter plaatsen van de Isolatorweg de voorkeur heeft. Inmiddels wordt de aanbesteding voorbereid. In de tekst van paragraaf 5.2 is dit toegevoegd.

Ad 2
De toelichting is aangepast in overeenstemming met het advies van de Stadsregio.

Ad 3
De metrohalte bevindt zich binnen het plangebied. De fietsenstalling op het emplacement kan slechts worden opgericht ten dienste van en ondergeschikt aan het emplacement.

VROM-Inspectie, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
De VROM-Inspectie merkt, kort samengevat, als volgt op.

  • 4. Geluid
    Op grond van het geluidsonderzoek worden de hoogste maximale geluidsniveaus berekend bij de dak- en thuislozen opvang in de nachtperiode. Het is aan te bevelen een geluidscherm ter plaatse van het emplacement op te richten zodat kan worden voldaan aan de grenswaarde. De toelichting geeft geen duidelijkheid over het al dan niet oprichten van een geluidscherm of op welke andere wijze de grenswaarde wordt gewaarborgd.
  • 5. Externe veiligheid en vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor
    In de nabijheid van het plangebied bevindt zich een tijdelijk gebouw ten behoeve van de opvang van dak- en thuislozen. De VROM-inspectie verzoekt in te gaan op de mogelijke gevolgen van het plan voor het groepsrisico.

Reactie

Ad 4
Het tijdelijke opvangcentrum voor dak- en thuislozen is geen geluidsgevoelig object is in de zin van de Wet geluidhinder, bovendien ligt het op het gezoneerde industrieterrein. Het tijdelijke opvangcentrum is vergund tot eind februari 2013. Het emplacement zal pas na die tijd operationeel zijn. Om deze reden is geen nader onderzoek verricht naar de geluidsbelasting op het opvangcentrum. In de toelichting is de motivering opgenomen.

Ad 5
De toename van het aantal aanwezigen door de voorgenomen nieuwbouw is zeer gering. Het plan heeft dus geen invloed op de grootte van het groepsrisico. Het gebouw voor dak- en thuislozen ligt buiten het plan, bovendien zal het het tijdelijke opvangcentrum verwijderd zijn als het emplacement operationeel is. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen gevolgen voor het groepsrisico.

Waternet
Waternet wijst in haar reactie samengevat op het volgende.

  • 6. Beleidskader
    Waternet adviseert de actuele regelgeving op te nemen in de toelichting van het bestemmingsplan
  • 7. Watercompensatie
    In de eerste fase wordt naast extra verharding ook 52 m2 water gedempt. Er is bij het berekenen van de watercompensatie slechts rekening gehouden met de extra verharding.
  • 8. Waterkwaliteit
    Het is niet toegestaan om afvalwater van de wasstraat te koppelen op het oppervlaktewater of hemelwater riool. Waternet adviseert deze afvalwaterstroom via het riool af te voeren naar de RWZI. Daarnaast moet worden voorkomen dat afval van het opstelterrein in het oppervlakte- en grondwater terecht komt. In de waterparagraaf dient beschreven te worden hoe de verontreiniging van oppervlakte- en grondwater voorkomen wordt.
  • 9. Hemelwater
    Vanwege de bouw van een gebouwencomplex adviseert Waternet het hemelwater afkomstig van het dak niet aan te sluiten op de riolering. Dit water kan aangesloten hergebruikt worden voor het toilet of als sproeiwater. Indien dit niet mogelijk is, kan dit water rechtstreeks op het oppervlaktewater afgevoerd worden of geïnfiltreerd in de bodem.
  • 10. Materiaalgebruik
    Bij het aanbrengen van werken is het gebruikt van materialen en middelen die schade kunnen veroorzaken aan de water- en oeverkwaliteit en de ecologische toestand, niet toegestaan. Het gaat hierbij om uitloogbare giftige stoffen zoals: koper, zink, lood, bitumineuze materialen en geïmpregneerde houtsoorten.
  • 11. Beheer en onderhoud
    De huidige onderhoudstrook langs het spoortalud is bestemd als 'Verkeer'. Dit betekent dat het mogelijk is de sporen tot de oeverlijn uit te breiden. Waternet verzoekt een onderhoudstrook aan de overzijde van minimaal 5 meter te reserveren.
  • 12. Vergunningen
    Voor werkzaamheden op, in of nabij watergangen, zoals het dempen van watergangen, het verplaatsen van duikers en een toename in de verharding (>1000 m2) is een vergunning noodzakelijk.

Reactie

Alvorens wij ingaan op de reactie van Waternet merken wij het volgende op. De reactie van Waternet is gezonden in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro en is dus geen 'zienswijze' in de zin van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. De tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan heeft nog niet plaatsgevonden.

Ad 6
De actuele regelgeving is opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan.

Ad 7
De demping van de 52 m2 water is pas in de tweede fase aan de orde, daarom is dit bij het berekenen van de watercompensatie in de eerste fase niet meegenomen. De toename van verharding in de eerste fase bedraagt maximaal 4840 m2. Vanwege deze toename dient 484 m2 gecompenseerd te worden. De groenstrook biedt hiervoor voldoende ruimte.

Ad 8
Op het opstelterrein met wasstraat zal kunnen worden aangemerkt als een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, er worden handelingen met voertuigen en afvalwater verricht. Volgens het activiteitenbesluit is een vergunning/melding noodzakelijk. Via het vergunningenstelsel wordt de waterkwaliteit voldoende geborgd.

Ad 9
Het advies van Waternet is opgenomen in de toelichting en zal als aandachtspunt bij de aanbesteding worden meegenomen. De aard en de omvang van het bestemmingsplan leent zich niet voor aanvullende voorwaarden betreffende de afvoer van hemelwater.

Ad 10
Het gebruik van onbehandeld koper, zink, lood, teerhoudende dakbedekking en andere uitlogende (bouw)materialen die in aanraking kunnen komen met regen- en grondwater dient zoveel mogelijk voorkomen te worden in verband met de vervuiling van oppervlakte water en grondwater. Bij de bouwplannen zal hiermee rekening gehouden worden. Zonodig kunnen op basis van milieuregelgeving nadere eisen worden gesteld.

Ad 11
Het gebied aan de overzijde van het water valt buiten het bestemmingsplangebied 'Isolatorweg'. Aan de oever aan de kant van de Generatorweg is voldoende ruimte beschikbaar als onderhoudstrook voor de watergang. In deze strook zijn geen wijzigingen voorzien.

Ad 12
Deze opmerking van Waternet is in de toelichting opgenomen.