Plan: | Bestemmingsplan Westrandweg-2e Coentunnel |
---|---|
Plannummer: | B0902BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.B0902BPGST-OH01 |
De archeologische waarden komen aan de orde in de toelichting bij het Tracébesluit Capaciteitsuitbreiding Coentunnel (bijlage 1, blz. 70) en in de toelichting bij het Tracébesluit Westrandweg (bijlage 3, blz. 64-65).
Uit bureauonderzoek is gebleken dat niet uitgesloten kan worden dat zich ter plaatse van het gebied waarop de Capaciteitsuitbreiding Coentunnel betrekking heeft, waardevolle vindplaatsen bevinden. De natuurlijke bodemopbouw is overwegend intact. De bodem is echter afgedekt met een dikke laag bouwzand die is opgeworpen tijdens de aanleg van de A10. De ingrepen voor de aanleg van de Tweede Coentunnel en het graven van watergangen en -partijen zullen reiken tot in de natuurlijke bodem. Er is in overleg met de toenmalige Rijksdienst Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (thans Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) geconstateerd dat aanvullend onderzoek niet noodzakelijk is.
Er is in het kader van de Trajectnota/MER Westrandweg onderzocht of er archeologische waarden aanwezig zijn (zie bijlage 21 bij deze toelichting, blz. 55-59). Daarin is geconcludeerd dat bij de kruising van het toekomstige tracé van de Westrandweg met de Osdorperweg een hoge verwachting geldt voor waardevolle vindplaatsen. Dit betreft een ontginningsas uit de 11e eeuw. Er is daar inventariserend archeologisch veldonderzoek gedaan. Zo is geïnventariseerd of zich onder of langs de Osdorperweg eventueel archeologische resten bevinden. Op basis van de onderzoeksresultaten achtten zowel de stadsarcheoloog van de gemeente Amsterdam als de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (inmiddels Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) een vervolgonderzoek niet noodzakelijk (zie bijlage 60 bij deze toelichting).