Plan: | Bestemmingsplan Stadhaven Minerva |
---|---|
Plannummer: | B0802BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.B0802BPGST-OH01 |
Verricht onderzoek en resultaten
Op basis van een risico-inventarisatie door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht blijkt dat het plangebied gedeeltelijk wordt overlapt door het invloedsgebied van een nieuw te vestigen LPG-tankstation aan de Nieuwe Hemweg. Daarnaast valt het plangebied binnen de maximale effectafstand van het bedrijf Chemtura Netherlands. Voor beide bedrijven is een toets aan de risiconormen uitgevoerd.
LPG-tankstation Nieuwe Hemweg
Dit LPG-tankstation wordt verplaatst van de Spaarndammerdijk naar de Nieuwe Hemweg. Op de lokatie Spaarndammerdijk 218 is de LPG-doorzet onbegrensd. In het invloedsgebied van dit station zijn veel woningen aanwezig en overschrijdt het groepsrisico zowel overdag als 's nachts de oriëntatiewaarde met ruim factor twee (rapportage d.d. 29 januari 2008).
Door de verplaatsing naar de Nieuwe Hemweg vervallen de risicocontouren op de Spaarndammerdijk. Dat betekent dat hier geen groepsrisico meer bestaat en dat de veiligheidssituatie van alle personen in de directe omgeving enorm verbetert. Uiteraard heeft de verplaatsing wel gevolgen voor de veiligheid van de personen in de omgeving van de nieuwe lokatie aan de Nieuwe Hemweg.
In het rapport d.d. 7 oktober 2009 is een risicoberekening gemaakt voor dit LPG-station (zie Bijlage 6 Risicoanalyse LPG-tankstation bij deze toelichting). Hieronder worden de toets aan het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico beschreven.
De LPG-doorzet wordt in de milieuvergunning beperkt tot maximaal 1000 m3/jaar. Dat betekent dat de contour van het plaatsgebonden risico PR10-6 per jaar op 45 meter ligt. Conform het BEVI geldt deze afstand als grenswaarde voor kwetsbare objecten en als richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Uit het rapport blijkt dat binnen 45 meter geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten aanwezig zijn en op basis van het voorliggende bestemmingsplan ook niet kunnen komen. Het plan voldoet dus aan de grenswaarde en de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico.
In het rapport is ook het groepsrisico berekend. De gegevens van deze berekening zijn verwerkt in onderstaande verantwoording van het groepsrisico conform artikel 13 van het BEVI:
Het invloedsgebied van het LPG-tankstation aan de Nieuwe Hemweg is 150 meter. Binnen het invloedsgebied zijn de volgende bestemmingen aanwezig of geprojecteerd:
Voor de bedrijventerreinen is een gemiddelde personendichtheid aangenomen van 40 personen per hectare (kenmerkend voor een gemiddeld druk industrieterrein). Dat leidt tot 24 personen in het invloedsgebied. Voor de bouwmarkt is uitgegaan van de standaard dichtheid voor een winkel: 1 persoon per m2. Het rapport geeft aan dat dit waarschijnlijk een overschatting van de werkelijke dichtheid is, maar dat er geen beter kengetal voor een dergelijke bestemming beschikbaar is. Op basis van dit kengetal leidt de aanwezigheid van de bouwmarkt tot maximaal 134 personen in het invloedsgebied. In totaal zijn er in het invloedsgebied dus maximaal 158 personen aanwezig. Dit geldt zowel voor de huidige situatie als voor de nieuwe situatie na vaststelling van het nieuwe ruimtelijk plan. Het plan Stadhaven Minerva wijzigt namelijk niet de bestemmingen binnen het invloedsgebied en dus ook niet de maximale personendichtheid. Op de huidige locatie van het LPG-tankstation aan de Spaarndammerdijk is de personendichtheid binnen het invloedsgebied veel hoger, namelijk 850 mensen overdag en 490 's nachts.
Chemtura
Ten aanzien van de risicoafstanden van Chemtura is in het kader van het bestemmingsplan Houthaven reeds een onderzoek uitgevoerd (d.d 29 februari 2008). Het plangebied Stadhaven Minerva ligt direct naast het plangebied Houthaven, zodat de resultaten van dit rapport ook bruikbaar zijn voor onderhavig plan.
Uit het rapport blijkt dat Stadhaven Minerva is gesitueerd buiten de plaatsgebonden risicocontour van 1.0 10-6 /jr. Het plaatsgebonden risico vormt daardoor geen belemmering voor realisatie van het plan.
De maximale effectafstand (gelijk aan de 1%-letaliteitgrens) van de risicobron bij Chemtura is 4.200 meter en volgt uit de kwantitatieve risicoanalyse (d.d. 28 maart 2006) die Chemtura heeft laten maken ten behoeve van de milieuvergunning. Het plangebied Stadhaven Minerva ligt op minimaal 2.500 meter van de risicobron van Chemtura en ligt dus binnen deze maximale effectafstand. De maximale effectafstand is echter niet per definitie gelijk aan het invloedsgebied van het groepsrisico; dat is in het BEVI namelijk gedefinieerd als het gebied waarin personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico.
Daarom is voor Chemtura het invloedsgebied voor het groepsrisico berekend met Safeti-NL, de door de minister aangewezen rekenmethodiek voor het BEVI. Uit de berekeningen van blijkt dat het invloedsgebied van Chemtura is te begrenzen tot een afstand van maximaal 1.000 meter rond de inrichting. Op grotere afstand leidt nieuwe bebouwing niet tot een toename van het groepsrisico. Het gehele plangebied Stadhaven Minerva ligt buiten het invloedsgebied van 1.000 meter, zodat het plan niet leidt tot een toename van het groepsrisico van Chemtura.
In het kader van het plan Houthaven heeft de Brandweer Amsterdam-Amstelland op 20 november 2008 schriftelijk advies gegeven aan het (voormalige) stadsdeel Westerpark over eventueel gewenste risicobeperkende maatregelen. Dit advies is ook toepasbaar voor Stadhaven Minerva vanwege de ligging nabij Houthaven. Het risicobepalende scenario voor de hulpverlening is een brand in de opslagloods voor gevaarlijke stoffen, waarbij giftige gassen vrijkomen. De Brandweer heeft bepaald dat de afstand waarbinnen gewonden kunnen vallen als gevolg van een brand bij Chemtura ca. 2.000 meter is. Het plangebied Stadhaven Minerva ligt op minimaal 2.500 meter van Chemtura, dus daarbuiten. Gelet op deze afstand en de mogelijkheden voor de hulpdiensten constateert de Brandweer dat risicobeperkende maatregelen niet noodzakelijk zijn.
Op basis van de berekeningen en het advies van de Brandweer worden hieronder voor de volledigheid de stappen uit art. 13 BEVI van de verantwoording van het groepsrisico doorlopen:
a en b. Het huidige groepsrisico als gevolg van Chemtura is ruim een factor honderd lager dan de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico en is dus erg laag. Het plan Stadhaven Minerva leidt tot een beperkte toename van personen binnen de 1%-letaliteitgrens van 4.200 meter. De berekeningen van AVIV tonen echter aan dat elke toename van personen buiten 1.000 meter geen invloed heeft op het groepsrisico. Het plan ligt dus feitelijk buiten het rekenkundige invloedsgebied.
c, d en e. Omdat het plan geen invloed heeft op het groepsrisico en het groepsrisico erg laag is, zijn er geen maatregelen ter beperking van het groepsrisico nodig, noch voor Chemtura, noch binnen het ruimtelijk besluit.
f. Omdat het plan geen invloed heeft op het groepsrisico van Chemtura, is het niet noodzakelijk om de voor- en nadelen van andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico te onderzoeken.
g. Omdat het plan geen invloed heeft op het groepsrisico, is het niet noodzakelijk om de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst te onderzoeken.
h. Het plan heeft geen invloed op het groepsrisico. Daarom zijn de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen in de inrichting die het groepsrisico veroorzaakt, waarvan de gevolgen zich uitstrekken buiten die inrichting, niet onderzocht.
i. De Brandweer is in het kader van het nabij gelegen plan Houthaven om advies gevraagd. Daarnaast is overleg gevoerd over het concept ontwerp bestemmingsplan. De Brandweer constateert dat er buiten 2.000 meter van Chemtura geen risicobeperkende maatregelen noodzakelijk zijn. Het plan Stadhaven Minerva ligt buiten het invloedsgebied van het groepsrisico én buiten de door de Brandweer berekende afstand waarbinnen gewonden kunnen vallen.
Toetsingskader
n de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) heeft het rijk het beleid vastgelegd inzake de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de circulaire zijn normen opgenomen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De circulaire is onder meer van toepassing op omgevingsbesluiten.
In paragraaf 4.3 van de circulaire wordt beschreven dat alleen bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of een toename van het groepsrisico beslissingsbevoegde overheden het groepsrisico moeten betrekken bij de vaststelling van een ruimtelijk besluit. Uit paragraaf 5.2.3 van de circulaire blijkt dat er in principe geen beperkingen aan ruimtegebruik hoeven te worden gesteld in het gebied dat op meer dan 200 meter van een route of tracé ligt.
Verricht onderzoek en resultaten
Door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht is geïnventariseerd dat het plangebied (gedeeltelijk) overlap heeft met de 200 meter zone van transport van gevaarlijke stoffen over het spoor langs de Nieuwe Hemweg en transport van gevaarlijke stoffen over water (het IJ).
Genoemde routes zijn dezelfde routes die relevant bleken in het kader van het bestemmingsplan Houthaven. In een rapportage d.d. 29 februari 2008 is beoordeeld in welke mate de externe veiligheidsrisico's veroorzaakt door de genoemde transportroutes invloed hebben op plannen binnen 200 meter van de routes.
Voor zowel de spoorlijn als het IJ is het plaatsgebonden risico buiten de transportroute overal kleiner dan de grenswaarde van 1.0 10-6 per jaar. Het plaatsgebonden risico vormt daarom geen belemmering voor de ontwikkeling van Stadhaven Minerva.
Het groepsrisico wat betreft de spoorlijn is in de huidige situatie meer dan twee ordegroottes lager dan de oriëntatiewaarde. Het plan Minervahaven leidt niet tot een toename van de personendichtheid binnen de 200 meter zone van het spoor. Het plan heeft daarom geen invloed op het groepsrisico, zodat geen verantwoording groepsrisico nodig is.
Wat betreft het transport over het IJ is in de huidige situatie het groepsrisico verwaarloosbaar laag. Uit de berekeningen die voor het Basisnet Water zijn verricht blijkt dat zolang de personendichtheid in een gebied kleiner blijft dan 1500 personen/ha, het groepsrisico als gevolg van transport gevaarlijke stoffen over water altijd kleiner is dan 10% van de oriëntatiewaarde. In de nieuwe regelgeving (Besluit Transportroutes Externe Veiligheid) zal vastgelegd worden dat in dergelijke gevallen geenverantwoording van het groepsrisico vereist is. Aangezien Stadhaven Minerva voor slechts een klein gedeelte binnen 200 meter van het IJ ligt en daar een maximale dichtheid heeft die veel lager is dan 1500 personen/ha, leidt het plan niet tot een groepsrisico groter dan 10% van de oriëntatiewaarde en is ook geen verantwoording groepsrisico nodig.
Toetsingskader
Het toetsingsgebied van gasleidingen is vastgelegd in de “Circulaire Zonering langs hogedruk aardgas-transportleidingen (ministerie van VROM, 1984)”. De toetsingsafstand geeft weer tot op welke afstand schadelijke effecten zijn te verwachten bij een lekkage of breuk van een hogedruk aardgasleiding. De toetsingsafstand is volgens de circulaire afhankelijk van de druk en diameter van de leiding. Daarnaast geldt een minimale bebouwingsafstand.
Het Ministerie van VROM is bezig nieuwe regelgeving voor buisleidingen te ontwikkelen, gebaseerd op de momenteel gangbare risiconormen: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In september is het ontwerp-besluit externe veiligheid buisleidingen (ontwerp-BEVB) gepubliceerd. Het Ministerie heeft lokale overheden verzocht bij haar ruimtelijke besluitvorming alvast rekening te houden met deze nieuwe regelgeving. Het ontwerp-BEVB is van toepassing op plannen die (deels) vallen binnen het invloedsgebied van een leiding (voorlopig gelijk gesteld aan de afstand voor 1%-letaliteit). Er geldt een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico en een volledige verantwoordingsplicht voor plannen die vallen binnen de afstand voor 100%-letaliteit. Indien een plan ligt in het gebied tussen 100%- en 1%-letaliteit wordt alleen een toelichting op de voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen gevraagd.
Verricht onderzoek en resultaten
De dichtstbijzijnde hogedruk gasleiding is een leiding naar de Westergasfabriek (16”, 40 bar) aan de zuidzijde van het spoor. Deze leiding heeft een toetsingsafstand van 40 meter en een minimale bebouwingsafstand van maximaal 20 meter. Stadhaven Minerva ligt zowel buiten de minimale bebouwingsafstand als buiten de toetsingsafstand.
Op basis van de tot nu toe beschikbare gegevens van de Gasunie (beheerder van deze aardgasleiding) blijkt dat de afstand voor 100%-letaliteit op 80 meter ligt en die voor 1%-letaliteit op 170 meter. De afstand voor het plaatsgebonden risico PR10-6 is kleiner dan de afstand voor 100%-letaliteit.
Het plan ligt buiten de afstand voor PR10-6 en buiten de afstand voor 100% letaliteit. Het plan ligt voor een klein deel binnen de afstand voor 1% letaliteit. De enige bestemming die binnen de afstand van 1%-letaliteit ligt is het LPG-tankstation. Daar zijn gemiddeld weinig mensen aanwezig en deze bestemming zal daarom geen berekenbare invloed hebben op het groepsrisico. Conform het ontwerp-BEVB is daarom alleen een toelichting op de aspecten bestrijding en zelfredzaamheid gewenst.
Het LPG-tankstation is een goed zelfredzame functie omdat het een BEVI-inrichting is: men is al voorbereid op een "BLEVE" (kokende vloeistof-gasexpansie-explosie) als gevolg van een ongeval met de LPG-tankauto. Dat betreft hetzelfde scenario als bij een ongeval met de aardgasleiding. De zelfredzaamheid wordt bevorderd doordat mogelijke vluchtroutes zodanig aangelegd worden dat zij van de bron af gericht zijn. Op grond van het BEVI zullen een noodplan en geoefend begeleidend personeel aanwezig zijn: dat verbetert ook de zelfredzaamheid.
Tenslotte kan gemeld worden dat door de verbetering van de infrastructuur (extra wegen) binnen het plangebied zowel de zelfredzaamheid als de bestrijdbaarheid wordt verbeterd.