direct naar inhoud van 13.4 Conclusie
Plan: Bestemmingsplan Stadhaven Minerva
Plannummer: B0802BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.B0802BPGST-OH01

13.4 Conclusie

Het plangebied kent geen wettelijk beschermde archeologische monumenten (AMK). Bovendien is het plangebied volgens de Cultuur Historische Waardenkaart van de provincie Noord-Holland (CHW) vrij van zones met een archeologische waardering.

De belangrijkste cultuurhistorische kwaliteit van het gebied is een aantal oorspronkelijke verkavelingstructuren. Tevens is er een aantal ankerpunten waar aandacht aan besteed kan worden bij de ontwikkeling van het gebied. Dit om de geschiedenis van de Amsterdamse Havenstructuur zichtbaar te houden.

Voor het plangebied is een verwachtingenkaart gemaakt, waarbinnen een onderscheid is gemaakt tussen zes archeologische verwachtingszones. In vijf hiervan worden, door geringe samenhang, wijde verspreiding van de archeologische sporen evenals de bodemverstoring, geen archeologische overblijfselen meer verwacht. Uitzondering hierop is de zone die in het IJ, de Nieuwe Houthaven, ligt. Hier kunnen in de bodem nog wel resten aanwezig zijn van scheepswrakken. Maar ook andere overblijfselen die verband houden met het nautische verleden kunnen worden aangetroffen. Voor deze zone geldt een lage verwachting.

Op basis van de verwachtingenkaart is een archeologisch beleidskaart opgesteld. Deze kaart is bedoeld als een schematisch ruimtelijk overzicht van de maatregelen die nodig zijn voor de zorg van het archeologisch erfgoed binnen bepaalde zones of locaties in het plangebied. De verwachtingen worden gekoppeld aan de huidige toestand van het terrein en mogelijk opgetreden bodemverstoringen. De clustering van de verwachtingenzones resulteert in een beleidskaart met daarop zones met bijbehorende specifieke beleidsmaatregelen.

Het bestemmingsplangebied is op basis van de verachtingenkaart in twee verschillende verwachtingzones verdeeld. Het gebied dat gelegen is ten oosten van de Danzigerkade, het water van de Nieuwe Houthaven en het IJ, heeft een lage verwachting. Het overige plangebied heeft een negatieve verwachting.

Voor het plangebied met een lage verwachting geldt als beleid dat bij grondroerende werkzaamheden over een oppervlak groter dan 10.000 m2 en dieper dan de waterbodem een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in het uitvoeringsplan wordt opgenomen. Gezien de in dit bestemmingsplan voor dit gebied aangegeven bestemming 'Water 2' is dit hier niet aan de orde.

Voor het plangebied met een negatieve verwachting geldt dat de bodem is verstoord. Daarmee is dit deel van het plangebied vrijgesteld van archeologische maatregelen.

Tenslotte geldt voor het gehele plangebied dat ook in het geval geen archeologisch vooronderzoek vereist is en er toch archeologische overblijfselen ouder dan 50 jaar bij bouwwerkzaamheden aangetroffen worden, deze bij de gemeente aangemeld dienen te worden, zodat in gezamenlijk overleg met de opdrachtgever maatregelen getroffen worden tot documentatie en berging van de vondsten.